Laatste nieuws
I.L.E. Lutke Schipholt
5 minuten leestijd

Dood door armoede

Plaats een reactie

Nog jaren bezig met het terugdringen van kindersterfte



Elk uur sterven 450 pasgeboren kinderen. De wereldgezondheidsorganisatie WHO wijdde begin deze maand een mondiale dag aan kindersterfte. The Lancet startte een serie over kindersterfte en kindergeneeskunde. Of het allemaal iets uithaalt, is maar de vraag, al zijn er hier en daar wel lichtpuntjes.


Jaarlijks sterven elf miljoen kinderen onder de vijf jaar door slechte omstandigheden, wat met goede zorg te voorkomen was geweest. Vier miljoen baby’s in deze groep halen zelfs de eerste maand niet. En eveneens vier miljoen moeders baren dode baby’s. Achter deze schokkende cijfers gaat enorm veel leed schuil. Zoals altijd vallen de zwaarste klappen (99 procent) in de arme landen.


Tal van programma’s, akkoorden en conventies die kindersterfte moeten terugdringen, zijn de laatste decennia al de revue gepasseerd. Zoals die op particulier initiatief, met geldinzamelings-acties als ‘Live Aid’ en ‘Eén voor Afrika’ in de jaren tachtig. Of een reeks multilaterale verdragen die ervoor moeten zorgen dat kinderen in leven blijven. Zo hebben volgens de Universele verklaring van de Rechten van de Mens (1948) moeder en kind recht op speciale zorg en assistentie. De Conventie van de Rechten van het Kind (1989) geeft kinderen het recht op de hoogst haalbare standaard van zorg en de Millennium Development Goals (2000) is een wereldwijde overeenkomst waarin landen onder meer afspreken de moeder- en kindsterfte voor 2015 met tweederde terug te dringen, met de cijfers uit 1990 als uitgangspunt.



De voorzitter van de wereldgezondheidsorganisatie WHO, Jong-Wook Lee, deed deze maand op zijn website een duit in het zakje: ‘Moeders, pas-geboren, baby’s en kinderen representeren de welvaart van een samenleving en de potentie voor de toekomst. Negeren van hun medische behoeften brengt schade toe aan de maatschappij.’Hij roept de overheden op om te bouwen aan een consistente en goede gezondheidszorg en om financiële barrières te slechten. De WHO-voorzitter stelt dat een zieke of overleden moeder de zorg voor een hele familie in gevaar brengt, omdat er dan vaak niemand voor de kinderen zorgt en een bron van inkomsten wegvalt. Veel families komen hierdoor in een negatieve spiraal terecht, waar zij vaak niet meer uitkomen.


In aanloop naar de wereldgezondheidsdag op 7 april, waar moeder- en kindsterfte het thema was, wijdde The Lancet enkele artikelen aan kindersterfte. In een serie laat het blad zijn licht schijnen over neonaten, neonatale sterfte en de kosten van effectieve interventies die goed te implementeren zijn. De serie bevat ook een aantal analyses die zijn gemaakt door een groot team van wetenschappers, afkomstig van niet-gouvernementele organisaties. Op het wereldtoneel, zo schrijft de Amerikaanse Anne Tinker in The Lancet, was tot voor kort de moeder- en kindzorg geen onderwerp. Nu is dat wel het geval.



Bij het bieden van voldoende medische zorg aan kinderen is geld nog altijd een van de grootste struikelblokken. Maar geld alleen is niet genoeg. Verschillende wetenschappers in The Lancet wijzen erop dat data, ondanks al het geld en de moeite die erin gaan zitten, enorm belangrijk zijn. ‘Programmamanagers kunnen niet ma--nagen wat ze niet kunnen tellen’, stellen J. Lawn en collega’s over de gezondheidszorg in arme landen.


De WHO beaamt deze stelling in een ander Lancet-artikel. Daarin maakt zij schattingen van de aantallen kinderen die aan een ziekte sterven; exacte cijfers zijn door geldgebrek bijna niet te genereren. Van de kinderen die vóór hun vijfde levensjaar sterven, overlijdt 37 procent direct na of tijdens de geboorte aan complicaties, zoals vroeggeboorte. Andere belangrijke doodsoorzaken zijn aandoeningen aan de lagere luchtwegen, diarree, malaria, mazelen en HIV/aids (zie grafiek).



Oplossingen


De problemen zijn duidelijk en oplossingen zijn er genoeg. Het is nu de hoogste tijd voor implementatie en continuering van al die mooie programma’s, zo klinkt het in The Lancet door. De verdeling van het geld is maar al te vaak gemaakt op politieke gronden in plaats van op basis van behoeften en mogelijkheden. Een aantal oplossingen is gericht op het slim inzetten van de beschikbare gelden.


Sommige oplossingen zijn preventief en gelden voor hele groepen kinderen of moeders, zoals het Braziliaanse initiatief voor het screenen van moeders en hun kroost. Andere oplossingen zijn gericht op speciale groepen kinderen, zoals het beschermen van baby’s die zijn geboren in Bengaalse ziekenhuizen, waar veel infecties voorkomen. Het zijn slechts enkele voorbeelden van hoe eenvoudig ziekte is te voorkomen.


Braziliaanse onderzoekers komen tot de conclusie dat er minder kinderen sterven naarmate de neonatale zorg professioneler is. Onderzoekers onder leiding van Fernando Barros schrijven in The Lancet dat het geld voor perinatale zorg beter kan worden ingezet dan nu. Zij onderzochten vier cohorten baby’s vlak voor en na de geboorte. Voorbeelden van verkeerde neonatale zorg zijn er genoeg: baby’s krijgen melkpoeder dat uit onwetendheid verkeerd - en met vervuild water - wordt aangemaakt, echo’s worden ondeskundig uitgevoerd waardoor er onnodig wordt ingegrepen. Sterfte door vroeggeboorte nam de afgelopen 22 jaar af. Niettemin zijn er nog te veel vroeg-tijdige bevallingen, zo meent de Britse arts Anthony Costello in een commentaar. Hij wijst op het onnodig vroeg ingrijpen, bijvoorbeeld door middel van een sectio. In landen die tussen rijk en arm in zitten, zoals Brazilië, is het vaak effectiever om vrouwen te screenen op seksueel overdraagbare aandoeningen en tetanusinfecties dan om in te grijpen in de duur van de zwangerschap, wat ook kostbaar is.



In Bangladesh krijgen te vroeg geboren baby’s een preventieve behandeling tegen ziekenhuisinfecties. The Lancet publiceerde een artikel hierover van de Amerikanen Gary Darmstadt en collega’s. De wetenschappers bekeken de data van bijna vijfhonderd baby’s die na een zwangerschap tot 33 weken ter wereld kwamen. Bijna 160 vroeg geboren baby’s werden dagelijks ingewreven met zonnebloemolie. Ongeveer evenveel leeftijdgenootjes kregen dagelijks een behandeling met een vaseline-achtige substantie. De controlegroep, ruim 180 baby’s, werd niet behandeld. De kinderen uit de zonnebloemoliegroep hadden, zo bleek, 41 procent minder risico op het oplopen van een ziekenhuisinfectie als MRSA. De groep kinderen die met het vaseline-achtige goedje werden ingewreven, bleek bijna net zo slecht te scoren als de controlegroep. Dit onderzoek toont aan dat ziekenhuisinfecties met een relatief goedkoop en eenvoudig middel zijn te voorkomen bij prematuren.



Resultaten


Dergelijke programma’s hebben ertoe geleid dat de afgelopen tien jaar de gemiddelde neonatale sterftecijfers afnamen, namelijk wereldwijd met 16 procent. De grootste terugdringing van de neonatale sterfte was in Noord- en Zuid-Amerika, met 40 procent.


India, waar meer dan een kwart van alle neonaten stierf, wist een reductie te bewerkstelligen van 11 procent. Dit land maakte een programma om zieke kinderen vroegtijdig te bereiken, bijvoorbeeld door huisvisites van gezondheidswerkers. Bovendien voerde het land een grootscheepse inentingscampagne tegen tetanus.


Afrika drukt het sterftecijfer op een negatieve manier. Daar is sprake van een dramatische wending: het aantal neonaten dat sterft, nam toe met 5 procent. De explosie van HIV/aids en de enorme voedseltekorten zijn enkele grote boosdoeners.


In haar World Health Report 2005 roept de WHO haar leden op om massaal te investeren in de continuïteit van gezondheidsprogramma’s. Preventieve acties en toegankelijkheid van zorg en medicatie zijn de belangrijkste punten waarop een reductie van de sterfte kan worden behaald. Ook de educatie van artsen, verloskundigen en verpleeg-kundigen is onontbeerlijk. Heel belangrijk zijn eveneens de voorzieningen waardoor zorgverleners in hun eigen land blijven werken en niet om financiële redenen naar het buitenland vertrekken. Verder, zo schrijven WHO-medewerkers in The Lancet, moet de aandacht zijn gericht op preventie en behandeling van seksueel overdraagbare aandoeningen, pneumonie, diarree en ondervoeding. En in Afrika moeten er ook speciale antimalariaprogramma’s komen. Voor dit alles trekt de WHO 97 miljard dollar per jaar extra uit. Dit geld is bestemd voor 75 landen met de grootste ellende.



Ingrid Lutke Schipholt



Klik hier voor het PDF-bestand van dit artikel



Via deze link kunt u het WHO-rapport 'The World Health Report 2005. Make every mother and child count' downloaden.



Klik hier voor de WHO-site over de World Health Day 2005



Klik hier voor de reeks Lancet-artikelen over kindersterfte (gratis in te zien)

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.