Laatste nieuws
H. Croonen
7 minuten leestijd
E-health

Digitaal dorpsplein voor dokters

Plaats een reactie



‘De intentie van een onlinenetwerk is om samen tot iets beters te komen’



Nieuwe indicaties van geneesmiddelen, casuïstiek en chirurgische trucs, Amerikaanse artsen wisselen alles uit op onlinecommunity’s als Sermo. Links en rechts komen nu ook Nederlandse artsencommunity’s van de grond.



‘Wie heeft er suggesties voor de behandeling van een drie maanden oude baby met recidiverend sebor­roïsch eczeem? Sinds een week na de geboorte is er al sprake van contactdermatitis. De baby is eerst ontslagen met een steroïdecrème en -lotion. Het eczeem verbeterde, maar nu heeft de baby opnieuw huiduitslag op het gezicht en de hoofdhuid. Ik heb behoefte aan suggesties uit de medische en dermatologische wereld over wat ik kan doen om deze ouders te helpen met hun baby.’



Aldus een arts op 21 maart van dit jaar op

www.sermo.com

. Zes dagen later staan er veertien adviezen van collega-artsen op de website. Het is een van de voorbeelden op deze onlinecommunity voor artsen. ‘Waarom één collega bellen, als je er duizend kunt raadplegen?’, aldus het instructiefilmpje op de website.



Meedoen op Sermo gaat als volgt. Een dokter meldt zich aan en de website controleert of hij is geregistreerd als arts in de Verenigde Staten. Is dat het geval, dan kan hij inloggen en een casus of een algemene vraag plaatsen op het forum van Sermo. Met een poll kan hij snel peilen hoe bezoekende collega’s denken over het onderwerp. Collega’s kunnen ook dieper op de materie ingaan door een tekst te schrijven over eigen ervaringen met de casus. Een foto kan extra duidelijkheid geven, zoals een foto van de hoofdhuid van de baby in deze casus.



Ideeën delen


Een sociaal netwerk, of community, bestaat uit mensen, of organisaties van mensen, die door gemeenschappelijke interesses of belangen verbonden zijn. MySpace is een voorbeeld van een online sociaal netwerk gericht op muziek, terwijl LinkedIn zich richt op arbeids­relaties en Hyves op vriendschapsrelaties. Mensen met gemeenschappelijke interesses ontmoeten elkaar, ze verbeteren en delen hun ideeën en ze onderscheiden zich binnen het netwerk, bijvoorbeeld als deskundige op een bepaald gebied. Websites moeten meer zijn dan alleen een forum om zich sociaal netwerk te mogen noemen. Deelnemers krijgen technische mogelijkheden voor het aangaan van sociale relaties met de andere deelnemers. Sermo is niet het enige onlinedoktersnetwerk, maar met zestigduizend leden wel het grootste. Andere doktersnetwerken zijn Tiromed en DocCheck (zie kader onderaan blz. 682).



In Nederland zijn op dit moment nog geen onlinecommunity’s voor medisch specialisten, aldus Anno73, een klein bedrijf dat onlinecommunity’s maakt voor geneeskundestudenten en artsen. Aankomend studenten kunnen terecht op

www.ikwildokterworden.nl

, de studenten op

www.geneeskundestudent.nl

, en coassistenten op

www.co-motions.nl

dat over een paar maanden verandert in

www.coassistent.nl

. Voor aios en anios is er

www.indekliniek.nl

. Anno73 bestaat uit drie ondernemers, inderdaad alle drie geboren in het jaar 1973. Bjørn Reinacher studeert geneeskunde aan de Vrije Universiteit en is programmeur. De coschappen doet hij in deeltijd. Ook Daniël van Grootheest studeerde geneeskunde aan de VU en is inmiddels psychiater in opleiding bij Stichting Buitenamstel Geestgronden/VU. Quint Hudson komt ook van de VU en heeft daar economie gestudeerd.



Zelfde schuitje


Zaken die mensen met een glas in de hand op een receptie bespreken, staan nu in de online community’s, signaleren de programmeurs van Anno73. Veelal persoonlijke informatie, die is gekleurd door de eigen voorkeuren of het eigen specialisme. Nederlandse artsen zijn steeds meer actief op internet, signaleert Reinacher. Het feit dat Nederland alleen nog community’s heeft voor studenten, lijkt erop te wijzen dat online sociale netwerken met name in de smaak vallen bij de jongere generatie artsen. Dit is echter niet het geval, vult Hudson aan. ‘In de Amerikaanse community Sermo vinden juist oudere dokters het leuk kennis te delen, met name de casuïstiek is populair.’



De meest community’s van Anno73 zijn echter nog steeds voor studenten. Ze schrijven bijvoorbeeld over de vragen die worden gesteld bij een tentamen over het zenuwstelsel. Informatie die ze uitwisselen met hun studievrienden, en nu dus met honderden geneeskundestudenten in de onlinecommunity’s van Anno73. Via

www.co-motions.nl

wisselen de studenten informatie uit als roosters en de sfeer bij een bepaald coschap. ‘Coassistenten zitten in hetzelfde schuitje’, verklaart Reinacher het succes van de website. ‘Eerst zit je bij elkaar in de collegezaal, maar bij de coschappen word je uit elkaar gehaald. Veel coassistenten willen naar het buitenland. Via de community krijg je tips en houd je contact.’



Nieuwste banen


Artsen met hun bul vers op zak hebben een andere informatiebehoefte dan studenten. Ze zijn in opleiding tot specialist of hebben gekozen voor een specialisatierichting waarover zij informatie willen delen. Verder worden ze geconfronteerd met praktische vraagstukken, zoals het combineren van kinderen met een opleiding of de wisselende vergoedingen voor onregelmatigheidsdiensten. Anno73 wil community’s maken voor alle specialismen, maar blijft in eerste instantie dicht bij huis door te starten met een website voor psychiaters.



Van Grootheest, in opleiding tot psychiater, kondigt aan dat de website

www.psychiater.nl

na de zomer online gaat. De website lijkt op de onlinecommunity Facebook, een Amerikaanse gestileerde versie van Hyves. Deelnemende psychiaters maken een eigen profiel, waarop ze hun interesses, professionele specialisatie en deskundigheden kenbaar maken. Een redactie zorgt voor een dagelijkse update van het nieuws en andere relevante berichten. Leden van de community kunnen een eigen persoonlijke startpagina samenstellen met RSS-feeds van websites die zij interessant vinden. Bijvoorbeeld van de nieuwste banen op het gebied van psychiatrie.



Uiteindelijk doel van Reinacher, Van Grootheest en Hudson is dat artsen vanaf het begin van hun studie en gedurende de hele loopbaan een soort curriculum vitae opbouwen via websites. Ze leggen zo een portfolio aan met werkervaring. De informatie hiervoor leveren artsen zelf en dat is meteen een kenmerkende eigenschap van het nieuwe internet. Van Grootheest: ‘Door Health 2.0 is het vak arts nu veel transparanter dan dat het vroeger was.’



Keerzijde


Klinkt allemaal prachtig, maar de cultuur waarin iedereen alles deelt via internet kent ook een keerzijde. Hoe staat het met de kwaliteit van al die mededelingen? Zijn het wel allemaal artsen met wie de informatie wordt gedeeld? En dan hebben we het nog niet eens over de privacy.


De webpagina van een gemiddeld ziekenhuis is geschreven door deskundigen. De betrouwbaarheid is daarmee gewaarborgd. Het nieuwe internet werkt volgens een ander principe, waarbij de kwaliteit van de informatie wordt gewaarborgd door de massa. Eigenlijk heel democratisch.



Van Grootheest: ‘Op onlinecommunity’s staat user generated content. Iemand schrijft iets, en een volgende reageert daar op. Het is correctie op correctie, net als bij brievenrubrieken in tijdschriften. Maar in essentie ben je als dokter altijd zelf verantwoordelijk voor je handelen, wat je ook leest op een community.’


Anno73 laat de waarborging van de kwaliteit niet helemaal over aan de bezoekers. Vooral in het begin waren ze bang voor grappenmakers die de onlinecommunity zouden verpesten, maar dat viel mee in de praktijk. Reinacher: ‘Niet elke reactie wordt geplaatst. Bijdragen voor inhoudelijke lijsten, zoals de medische afkortingenlijst, controleer ik voor ze op de website komen. Berichten op het forum en de beoordeling van coschappen zie ik achteraf. Dagelijks kijk ik of er geen onzin of niet-geanonimiseerde informatie over patiënten op staat.’



Vijf sterren


Sermo werkt met een sterrensysteem voor de kwaliteit. De bezoekende collega’s geven sterren aan bijdragen en reacties. Dit aantal varieert van één ster voor een matige bijdrage tot vijf sterren voor een uitstekende bijdrage. Het gemiddelde aantal sterren van de collega’s geeft een indruk van de kwaliteit van de informatie. Sermo zelf spreekt van de ‘wijsheid van de massa’, gemaakt en gecontroleerd door de leden. Dit principe werkt, geeft ook de Amerikaanse beroepsorganisatie van artsen, de American Medical Association (AMA), aan door samen te werken met Sermo.



Het waarderen, oftewel de ‘rating’, van informatie is een belangrijk aspect van Health 2.0 volgens Reinacher: ‘De rating is een heel open kant van de onlinecommunity’s. Wat nu op de website staat, is over een half jaar achterhaald. Dat moet ook, informatie is per definitie dynamisch.’ Hudson vult aan:’Een onlinecommunity is een ander medium dan print. De intentie is om samen tot iets beters te komen.’



De websites BloodyStudy en Co-motions hebben zelfverbeterende informatie, zoals de lijst met medische afkortingen, lijsten met differentiaaldiagnoses en de waardering van coschappen. Studenten durven dat nog wel, maar aios zijn minder happig op het waarderen van hun opleidingsplek. Reinacher: ‘Binnen een specialisme is de wereld heel klein. Je bevindt je in een afhankelijke positie.’



Pottenkijkers


In de Verenigde Staten vereist de toegang tot veel onlinedokterscommunity’s een artsenregistratie. Nederlandse websites werken met controle van registratie in het BIG-register. De informatie die een arts op een community schrijft, is afgeschermd voor de buitenwereld, maar dat betekent niet dat de virtuele deur hermetisch op slot zit. Kwaadwillenden kunnen inlogcodes van een bevriende arts krijgen en vervolgens alle tekst kopiëren en op het web zetten. Ook op andere manieren zijn de websites te kraken. Reinacher: ‘Zelfs de websites van de overheid kunnen worden gekraakt. Honderd procent veiligheid heb je nooit.’ Hudson sluit zich daarbij aan: ‘Te gevoelige informatie kun je beter niet online zetten.’



Sermo werkt inmiddels officieel met pottenkijkers, want sinds 15 oktober 2007 is een partnerschap aangegaan met farmaceutisch bedrijf Pfizer. Meepraten mag Pfizer niet, maar wel meekijken. Volgens Van Grootheest hoeft het geen punt te zijn: ‘Het is wel belangrijk dat duidelijk is wie de website sponsort en welke invloed de sponsor heeft.’



Het starten van een community vraagt aanvankelijk veel investeringen. Sermo investeerde bijvoorbeeld enkele miljoenen in het opstarten van de community. Dokters kregen aanvankelijk een klein bedrag voor elke discussie die zij startten of reactie die ze plaatsten. Inmiddels is dat niet meer nodig en heeft Sermo zestigduizend leden. Reinacher: ‘De investering zit bij ons in het grote aantal uren dat wij erin steken. Bezoekers zijn doorgaans niet bereid om te betalen voor het bezoeken van de website en onze doelgroep van geneeskundestudenten heeft een krappe beurs. Alles moet gratis zijn op internet.’



De websites van Anno73 worden gesponsord met advertentie-inkomsten van bedrijven als banken en uitgevers. Fortis is de hoofdsponsor, maar heeft geen invloed op de inhoud van de websites. De farmaceutische industrie is geen sponsor, omdat de geneeskundestudenten nog geen arts zijn en reclame voor geneesmiddelen voor hen verboden is.



Anno73 heeft veel lol in het pionierswerk aan de internetcommunity’s voor artsen. Van Grootheest: ‘Het is ons uiteindelijke doel om het een groot succes te laten worden.’ Hudson: ‘Wij zien toekomst in Health 2.0. Het zijn spannende ontwikkelingen.’ 





Heleen Croonen



PDF van dit artikel



Introductie sociale netwerken van Sermo


Interview met Daniel Palestrant


Presentatie door Daniel Palestrant



Links:


http://www.sermo.com/


http://www.indekliniek.nl/


http://www.newmediamedicine.com/


http://mdpixx.com/


http://www.tiromed.com/


http://www.doccheck.com/nl/

E-health
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.