Depressie bij ouderen niet erkend
Plaats een reactieIn een prospectieve bevolkingsstudie onderzocht Stek vijfhonderd oudere Leidenaren (85-plus) en verrichtte gedurende vier jaar metingen op het gebied van onder meer stemming, ziekten en psychosociaal functioneren. De promovendus concludeert dat depressies bij de oudste ouderen veel voorkomen met een prevalentie van 15 procent, hoewel slechts een kwart als zodanig wordt herkend door huisarts of verpleeghuisarts. Diagnose leidt zelden tot een behandeling met antidepressiva. Depressies ontstaan veelal na het 85ste levensjaar en zijn hardnekkig. Als ouderen bovendien ook eenzaam zijn, leidt dit vaak tot oversterfte. Motivationele depletie, een tekort aan energie en motivatie, zou hiervan de oorzaak kunnen zijn, aldus de promovendus. Het leidt tot verminderde zelfzorg en beweging, hetgeen uiteindelijk een vervroegde dood tot gevolg kan hebben. Stek pleit dan ook voor een actieve screening op de aanwezigheid van depressies onder de oudste ouderen en een adequate behandeling volgens de huidige richtlijnen bij een daadwerkelijke stemmingsstoornis. De promovendus richtte zich in zijn promotieonderzoek ook op jonge ouderen (55-plus) met een ernstige depressieve stoornis, die hiervoor een specialistische behandeling kregen. Stek onderzocht het beloop van de depressie en de plaats van elektroconvulsietherapie (ECT) in de behandeling van deze patiënten. Zes tot acht jaar lang volgde hij ruim honderd ouderen; bij vervolgonderzoek bleek 40 procent van hen te zijn overleden. Van de overlevenden bleef eenderde chronisch depressief, eenderde kende een wisselend beloop en eenderde knapte volledig op. Geen van de ouderen kreeg ooit ECT, hoewel Stek door middel van literatuuronderzoek en onderzoek in de dagelijkse praktijk aantoont dat deze therapie veilig en effectief is. << SdB
- Er zijn nog geen reacties