Dementie is terminale ziekte

Vergevorderde dementie gaat vaak gepaard met infectieuze aandoeningen en eetproblemen, en heeft een hoge mortaliteit binnen zes maanden. De ziekte moet dus als een terminale ziekte worden beschouwd en als zodanig worden behandeld.

Dat concluderen Susan Mitchell c.s. in The New England Journal of Medicine op basis van resultaten van een prospectieve studie bij verpleeghuisbewoners.

Hierin werden 323 patiënten met ernstige dementie gedurende achttien maanden gevolgd. De patiënten waren opgenomen in een van 22 verpleeghuizen in een gebied rondom Boston (Verenigde Staten).
Bijna 55 procent van de patiënten overleed in de onderzoeksperiode, in het eerste halfjaar was al 25 procent van de patiënten overleden. De overlevingsduur – mediaan 478 dagen – is vergelijkbaar met de overleving van mensen met terminale kanker.

In de maanden voorafgaand aan de dood traden aandoeningen vaak op als eetproblemen, pneumonie en koorts. Hiervoor ondergingen de patiënten veel belastende behandelingen, waarvan het voordeel twijfelachtig was. De bewindvoerders van de patiënten hadden daarin een belangrijke rol: wanneer zij op de hoogte waren van de slechte prognose en het verwachte beloop, dan werd vaker gekozen voor een palliatief beleid en niet uitvoeren van belastende behandelingen.

In een commentaar beschrijft Greg Sachs, professor Geriatrie aan de universiteit van Indiana, dat de behandeling van demente mensen in de afgelopen vijftig jaar amper is veranderd. Hij onderstreept Mitchells conclusie en pleit ervoor dat patiënten met een vergevorderd dementieel beeld net als andere terminaal zieke patiënten, in aanmerking komen voor palliatieve zorg in een hospice. EP

N Engl J Med 2009; 361: 1529-38

The Clinical Course of Advanced Dementia