De willekeur voorbij
Plaats een reactieMet waardering lazen wij het artikel van de Rotterdamse collega’s Van Dijk en Laven over de morele problematiek rondom verzoeken voor vruchtbaarheidsbehandelingen (MC 8/2009: 328). Volgens een helder protocol komen zij tot een weloverwogen besluit waarbij de Beraadsgroep Voortplantingsgeneeskunde van het Erasmus UMC een centrale rol speelt.
In grote lijnen strookt het hier geschetste beeld met de procedure in andere centra, zoals die van het UMC St Radboud Nijmegen (Gerrits T. Clinical Encounters. Dynamics of patient-centered practices in a Dutch fertility clinic. Universiteit van Amsterdam, 2008. Zie vooral hoofdstuk 5, ‘Exploring Ethical Boundaries’, 121-45). Het doel hierbij is beslissingen te nemen op grond van geldige medische en ethische argumenten, en heldere procedures in te stellen voor het nemen van zulke beslissingen in de maatschappelijke context van de verleende multidisciplinaire zorg.
Wij missen in het artikel een verwijzing naar het recente initiatief van de Nederlandse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) tot ontwikkeling van een landelijk protocol over mogelijke morele contra-indicaties bij het inzetten van vruchtbaarheidsbehandelingen. Het protocol moet in eerste instantie helderheid creëren over de procedures bij de afwegingen tussen de belangen van de wensouders en de belangen van het toekomstige kind. Het gaat er bij dit protocol dus niet zo zeer om wat er wordt besloten, maar hoe er wordt besloten. Zowel patiënten als artsen hebben hier behoefte aan.
De NVOG heeft inmiddels een multidisciplinaire commissie ingesteld met experts uit heel Nederland. De commissie gaat binnenkort haar werk beginnen. Wij hopen tegen het einde van het jaar een uitgewerkt protocol te kunnen presenteren aan de staatssecretaris, de beroepsgroep en de patiëntenvereniging.
Nijmegen, februari 2009
drs. Norbert Steinkamp, ethicus
prof. dr. Jan Kremer, gynaecoloog
- Er zijn nog geen reacties
