Laatste nieuws
Mathijs Smit
9 minuten leestijd
functioneren

De val van Don Poldermans

'Niemand komt ongeschonden uit zo'n nachtmerrie'

3 reacties

Vorig jaar kwam een ruw einde aan de carrière van internist, cardiovasculair geneeskundige en wetenschapper Don Poldermans. Profiel van een gevallen hoogvlieger.

Don Poldermans zit al tien maanden thuis, in het lommerrijke deel van de Rotterdamse wijk Kralingen-Crooswijk. Op een steenworp afstand van de campus van zijn vroegere werkgever, de Erasmus Universiteit. Vorig jaar juli werd de 55-jarige internist en wetenschapper door het Erasmus Medisch Centrum op non-actief gezet wegens verdenking van wetenschapsfraude. Na het verschijnen van de bevindingen van een onderzoeks-commissie onder leiding van oud-decaan Paul van der Maas, volgde in november ontslag.

De affaire kwam voor de Nederlandse wetenschap op een ongelukkig moment. Poldermans was de tweede gerenommeerde wetenschapper in korte tijd die wegens fraude werd ontslagen. Twee maanden eerder had de universiteit van Tilburg de sociaal-psycholoog Diederik Stapel aan de dijk gezet wegens grootschalig gesjoemel met onderzoeksgegevens. Het ontslag van de Rotterdamse arts leidde tot een tweede schokgolf door Nederland en de internationale gemeenschap van vakgenoten.

Radiostilte

Na de mediastorm is het echter stil geworden rond Poldermans. Een stilte die door alle betrokkenen als weldadig wordt ervaren. Niet in het minst door de internist zelf. ‘Het gaat redelijk goed met mij. Ik ben blij met de radiostilte. Het is de enige manier om dit te overleven’, zegt hij in een telefoongesprek, waarin hij een interviewverzoek afwijst. ‘Ik zoek momenteel naar een nieuwe baan, en verwacht die snel te vinden.’ Over zijn nieuwe betrekking wil de internist niet meer kwijt, dan dat deze in Nederland zal zijn.

Poldermans denkt niet dat het vervolgonderzoek van de integriteitscommissie, dat nog loopt, roet in het eten zal gooien. ‘Ik wacht dat rapport met vertrouwen af.’ Daarmee wil hij niet gezegd hebben dat hij verwacht dat het zijn blazoen zal schonen. ‘Nee, bovendien kan niemand ongeschonden uit zo’n nachtmerrie komen.’

Nu het stof rondom de affaire wat is gaan liggen, rijst de vraag wie Poldermans nu eigenlijk is. Hoe kon een prominente arts en wetenschapper in zo’n nachtmerrie verzeild raken? En hoe worden de aantijgingen beleefd binnen de kring van wetenschappers met wie Poldermans tijdens zijn carrière nauw heeft samengewerkt? 

Werkethiek

Daniël Poldermans wordt in 1956 geboren in Rotterdam, en gaat halverwege de jaren zeventig geneeskunde studeren aan de medische faculteit van de Erasmus Universiteit. Na zijn afstuderen en dienstplicht volgt tussen 1983 en 1988 zijn specialisatie tot internist, op de afdeling Interne Geneeskunde I van het academisch ziekenhuis Dijkzigt. In deze periode zet de arts ook zijn eerste schreden op het terrein van het onderzoek, onder meer bij de inmiddels 70-jarige internist Paul Wilson, die zich de jonge Poldermans nog wel herinnert. ‘Don was een degelijke student en arts-assistent. Het ontbrak hem niet aan werkethiek en inzet, en ook de zorg voor zijn patiënten was prima.’

De jonge promovendus is nog wars van effectbejag

Uiteindelijk gaat Poldermans in 1990 aan de slag als arts op de afdeling Heelkunde. Daarnaast blijft hij actief onderzoeker, en in 1994 promoveert hij bij de bekende vaatchirurg Hero van Urk op een test waarmee bij patiënten die een zware vaatoperatie ondergaan, vooraf het risico op hartproblemen kan worden vastgesteld. Van Urk en Poldermans zijn ervan overtuigd dat dergelijk onderzoek veel mensenlevens kan redden. De 38-jarige promovendus is wars van wetenschappelijk effectbejag. ‘Bij het publiceren van artikelen in wetenschappelijke tijdschriften dient meer rekening gehouden te worden met de keuze van het tijdschrift dan met de science citation index’, meent hij in de achtste stelling bij zijn proefschrift.

Hechte banden

In de jaren na zijn promotie werkt Poldermans hard aan het uitbouwen van zijn reputatie als arts en wetenschapper. Mede dankzij zijn charme en gedrevenheid bouwt hij een ijzersterk netwerk op. Een van de pijlers is, naast Van Urk, de gevierde Rotterdamse cardioloog Jos Roelandt, die te boek staat als de Nederlandse ‘vader van de echocardiografie’.

 Naast zijn oudere leermeesters smeedt de ambitieuze internist hechte banden met jongere wetenschappers. Cruciaal bij Poldermans’ werk zijn de biomedisch statisticus Eric Boersma, die zijn statistische berekeningen verzorgt, en Jeroen Bax, een cardioloog van het Leids Universitair Medisch Centrum, die is gespecialiseerd in cardiale beeldvorming. Boersma en Bax zijn beiden tien jaar jonger, maar dat staat een vruchtbare samenwerking niet in de weg. Poldermans zal hen later omschrijven als ‘de spil’ van zijn onderzoek. ‘Eric als geweten voor al onze studies en de creativiteit van Jeroen zijn van onschatbare waarde.’

Samen werkt het drietal in de tweede helft van de jaren negentig onder meer aan het onderzoeksproject Decrease I. Decrease staat voor Dutch Echocardiografic Cardiac Risk Evaluation Applying Stress Echo, een nieuw onderzoek naar risicofactoren rond hart- en vaatoperaties. In 1999 publiceren zij de uitkomsten van hun onderzoek in The New England Journal of Medicine. De serie vervolgonderzoeken van deze studie, Decrease II tot en met VI, waarvan veel bevindingen ook in toonaangevende tijdschriften verschijnen, vormde het afgelopen jaar het middelpunt van het onderzoek naar Poldermans’ wetenschappelijke gedragingen.

Pijnlijk

Al het harde werk wordt beloond. In 2004 benoemt het Erasmus MC de dan 48-jarige Poldermans als hoogleraar in de perioperatieve cardiovasculaire zorg, de eerste in Nederland. In zijn oratie prijst hij de toenmalige decaan Paul van der Maas voor zijn vooruitstrevendheid een leerstoel te creëren met een afdelingsoverschrijdend karakter, te weten anesthesiologie, heelkunde en interne geneeskunde. Pijnlijk detail: dezelfde Van der Maas leidde de afgelopen maanden de integriteitscommissie die Poldermans’ werkwijze als wetenschappelijk wangedrag betitelde, en constateerde dat dit in de hand werd gewerkt door Poldermans’ geïsoleerde positie tussen de afdelingen.

Na de benoeming tot hoogleraar stijgt de ster van Poldermans snel. In zijn nieuwe positie begeleidt hij tientallen promovendi bij hun onderzoek, dat vaak in het verlengde ligt van zijn eigen werk. Volgens databank Microsoft Academic Search explodeert het aantal keren dat Poldermans wordt geciteerd door andere wetenschappers vanaf 2004. En daarmee zijn wetenschappelijke status.

Eigenzinnig

Ook internationaal groeit Poldermans uit tot een geziene figuur. De Amerikaanse medisch journalist Mitchel Zoler van Internal Medicine News karakteriseert hem ‘als opvallende verschijning op belangrijke internationale cardiologiebijeenkomsten: bescheiden, maar erudiet, eigenzinnig en gerespecteerd.’ Als voorzitter van een werkgroep van de European Society of Cardiology speelt Poldermans een sleutelrol bij het opstellen van Europese richtlijnen voor de manier waarop risico’s op hartproblemen moeten worden bepaald, en hartzorg rondom operaties moet worden vormgegeven. Ook Boersma en Bax zitten in de werkgroep.

In de tweede helft van het decennium intensiveert Poldermans zijn samenwerking en vriendschap met Boersma en Bax, die in deze periode ook zelf worden benoemd tot hoogleraar. Dat valt niet bij iedereen in goede aarde, blijkt uit Bax’ oratie uit 2006. ‘Alhoewel mij frequent werd verzocht de samenwerking te verminderen, heb ik dit nooit gedaan’, aldus de dan kersverse Leidse hoogleraar, die de passage niet wil toelichten. ‘Nergens in cardiologisch Nederland is zo een fantastische samenwerking als wij hebben opgebouwd.’ Met ruim driehonderd gedeelde artikelen staat Bax boven aan de lijst van de wetenschappers, die als coauteur met Poldermans hebben gewerkt.

De druk loopt soms hoog op

Uit Bax’oratie blijkt eveneens dat de druk soms hoog oploopt, vooral bij Boersma die alle statistiek verzorgt. ‘Recentelijk was ik wederom te ongeduldig en vroeg ik of alles niet sneller kon, en of de data niet gisteren klaar konden zijn. Jij wees mij erop dat jij geen P-waardenfabriek bent. Ik heb dit ter harte genomen, en vraag nu beleefd om de data morgen klaar te hebben.’

Hoogleraren Jeroen Bax (links) en Eric Boersma (rechts), volgens Poldermans respectievelijk ‘de creatieve kracht’ en ‘het geweten’ achter zijn onderzoek.
Hoogleraren Jeroen Bax (links) en Eric Boersma (rechts), volgens Poldermans respectievelijk ‘de creatieve kracht’ en ‘het geweten’ achter zijn onderzoek.

Geld lospeuteren

Ten slotte boekt Poldermans successen als fondsenwerver, die van groot belang zijn voor de financiering van Coeur, de multidisciplinaire cardiovasculaire onderzoeksschool van het Erasmus MC. Al voor zijn eigen promotie-onderzoek had Poldermans geld weten los te peuteren van het opvallend grote aantal van twaalf farmabedrijven, waaronder Glaxo, Novo Nordisk en Pfizer. Later krijgt hij geld los van onder meer Novartis, Merck en Medtronic. Poldermans’ werk kan voor de pillenfabrikanten en producenten van medische apparatuur doorslaggevend zijn. Zo blijkt uit juridische stukken van een strijd tussen Novartis en Merck, dat de eerste de handelsvergunning voor het geneesmiddel Exforge dankt aan een van zijn onderzoeken.

Val

In maart 2011 bereikt Poldermans’ reputatie het hoogtepunt. In de veertien maanden ervoor zijn niet minder dan acht van zijn junior onderzoekers gepromoveerd. Maar binnen zijn onderzoeksgroep is dan al onrust ontstaan, die zal leiden tot zijn val. Eind mei bespreekt de groep of zij haar bevindingen van het onderzoek Decrease VI moet insturen voor een congres. Niet iedereen wil dat. De gegevens zouden niet in orde zijn. Een van de jonge onderzoekers benadert vervolgens een vertrouwenspersoon van de universiteit, die de raad van bestuur inlicht. Begin juli wordt Poldermans op non-actief gesteld, en begint de integriteitscommissie onder leiding van Van der Maas aan haar onderzoek.

In haar eerste onderzoeksrapport oordeelt de commissie in november hard over Poldermans. Hem wordt onder meer ‘schending van de wetenschappelijke integriteit’ en ‘wetenschappelijk wangedrag’ verweten. Vast is komen te staan dat hij onderzoek heeft laten verrichten waarvoor patiënten niet de vereiste schriftelijke toestemming hebben gegeven. Woordvoerder David Drexhage van het Erasmus MC bevestigt dat het gaat om een ongevraagde extra steekproef op bloed.

Gefingeerd

Ernstiger is dat de commissie vindt dat Poldermans onderzoeksgegevens heeft gefingeerd. Tijdens het Decrease-VI-onderzoek zou hij testuitslagen hebben ingevuld op onderzoeksformulieren, die niet te herleiden zijn tot de gegevens in de betreffende patiëntendossiers. Poldermans ontkende eerder in NRC Handelsblad dat er sprake was van datafabricage. Volgens hem ging het om ‘aantekeningen die hij even heeft genoteerd op de plek waar onderzoeksresultaten horen te staan, en die hij nooit heeft willen gebruiken.’

De commissie zegt ten slotte bij haar onderzoek te zijn gehinderd door een ‘ongestructureerde werkwijze’, waardoor conclusies die zijn getrokken op basis van de verzamelde data lastig of niet waren te controleren. Dat maakte een vervolgonderzoek noodzakelijk, waarbij ook eerder werk van Poldermans onder de loep wordt genomen. Dit onderzoek moet begin juli zijn afgerond, aldus Rikard Juttmann, integriteitscoördinator van het Erasmus MC en secretaris van de commissie.

Poldermans wil niet ingaan op de details van het rapport, maar ontkent nadrukkelijk de conclusies van de commissie te onderschrijven, zoals in een persbericht van het Erasmus MC stond. ‘Ik heb alleen erkend dat er niet in alle gevallen written consent is gevraagd. Meer niet.’

Zwaar middel

Opvallend is, dat er in de kring rond Poldermans nauwelijks mensen zijn te vinden die het voor hem willen opnemen. Medisch Contact benaderde voor dit profiel onder meer de hoogleraren Van Urk, Boersma en Bax, Wilma Verhagen, die als projectleider bij farmaconcern en hoofdsponsor Roche verantwoordelijk was voor Decrease VI, de twee artsen die naast Bax de meeste artikelen met Poldermans hebben geschreven: Abdoe Elhendy en Olaf Schouten en vijf van zijn acht meest recente promovendi. Hun werd onder meer nadrukkelijk gevraagd of zij een lans voor hem konden of wilden breken.

Alleen eerder genoemde internist Wilson ging daarop in. Wilson gaat zelfs verder door aan te tekenen dat het voor medische wetenschappers tegenwoordig ‘vrijwel onmogelijk is om alle regels bij grote onderzoeken perfect’ te volgen. ‘De medisch-ethische toetsing is de afgelopen decennia veel strikter en strenger geworden. Iemand die zijn manier van werken niet heeft aangepast, kan daardoor in de problemen komen.’ Als zoiets wordt geconstateerd, vindt Wilson ontslag een te zwaar middel.

Eigen reputatie

Dat verder niemand Poldermans wil verdedigen, hoeft niet te betekenen dat zijn werk niet deugt. Mogelijk vrezen zijn vroegere collega’s schade aan hun eigen reputatie. Zo zegt hoogleraar klinische epidemiologie Boersma ‘volstrekt niet negatief’ over Poldermans te zijn, en ‘op zich best te willen meewerken aan het corrigeren van beelden’. Maar uiteindelijk wijst hij die kans toch af. ‘Ik moet de belangen van Don, mijzelf en mijn werkgever, het Erasmus MC afwegen. Dat maakt het er niet eenvoudiger op.’

Ook de 45-jarige Leidse cardioloog Bax voelt er niets voor om het publiekelijk op te nemen voor de man die hij in zijn oratie omschreef als ‘vriend’. Zelf is hij als de belangrijkste coauteur van Poldermans inmiddels ook onderwerp van een onderzoek geweest, waarbij een commissie van het LUMC geen aanwijzingen vond voor betrokkenheid bij de wetenschapsfraude. Via zijn echtgenote, die de onderzoeken naar de hoogleraren kwalificeert als ‘heksenjachten’, laat Bax weten geen commentaar te willen geven. Vrijwel alle betrokkenen willen niet meer met Poldermans worden geassocieerd. Een van zijn promovendi mailt ‘niet betrokken te zijn bij heel het gedoe vorig jaar, wat ik eigenlijk graag zo wil houden.’

De schade voor betrokkenen kan groter blijken

De schade voor betrokkenen uit Poldermans’ kring kan ook groter blijken dan imagoschade alleen. Zo verweet de onderzoekscommissie in haar eerste rapport de afdelingshoofden en senior onderzoekers die met de wetenschapper samenwerkten, dat zij hem niet stelselmatig kritisch hebben ‘getoetst, aangesproken en gecorrigeerd’. Ook coauteurs hebben mogelijk iets uit te leggen. De commissie zegt aanwijzingen te hebben dat ‘de manier waarop binnen de groep van Poldermans auteurschappen werden toegekend niet overeenkomen met de richtlijnen.’ Het is dus niet uitgesloten dat de affaire-Poldermans ook voor andere wetenschappers nog een staartje zal krijgen.

Download dit artikel (PDF)
functioneren disfunctioneren fraude
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W.A. van den Brink

    Neurochirurg, ZWOLLE

    In mijn tijd als arts-assisten en "junior-specialist" neurochirurgie kwam ik op de heelkunde en neurochirurgie IC Don Poldermans regelmatig tegen. Ik heb niets dan goede herinneringen aan deze uitstekende collega. Hij had altijd tijd voor en goed adv...ies bij probleem patiënten en een goed gevoel voor humor. Ik vind het onvoorstelbaar dat deze beschuldigingen zijn geuit, en kennelijk zorgvuldig gecontroleerd en waar bevonden. Ik ben al lang weg uit het voormalig Dijkzigt, twijfel zal ik houden, maar ik hoop dat collega Poldermans een goede toekomst kan vinden.

  • A. Ramaker

    arts, EZINGE

    O Nederland, VERNEDERLAND !! (naar: René Diekstra )

    Tekenend is dat niemand zich geroepen voelt, het op te nemen voor Don Poldermans...blijkbaar bang voor eigen hachje.

  • J. Muskens

    Student, Nijmegen

    Makkelijke reactie. Misschien zat deze man ook gewoon fout en is niets negatiefs zeggen in dit geval al bijna hetzelfde als het voor hem opnemen?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.