De trechter van Dunning (8)
Plaats een reactie
Namens de Stichting Nederlands Gender Centrum reageer ik op het artikel Dunning herzien van dr. J.H. Mulder (MC 9/2001: 329).
Het artikel bevat een aantal discriminerende termen waar het gaat over de chirurgische en cosmetische zorg voor transseksuele patiÎnten. Van een medicus mag toch worden verwacht dat hij de standaard medische terminologie voor de behandeling van transseksuelen hanteert. Het doet bijzonder vreemd aan dat Mulder het woord ombouwen gebruikt voor een ingreep die al sinds jaar en dag geslachtsaanpassing heet, en waarbij het lichaam wordt aangepast aan de sinds de vroege jeugd bestaande
- en niet te veranderen - genderidentiteit van de betrokkene. Maar kennelijk is dr. Mulder niet op de hoogte van de moderne inzichten in de etiologie van transseksualiteit. Mede door Nederlandse inspanningen is duidelijk geworden dat transseksualiteit moet worden opgevat als een geslachtelijke differentiatiestoornis die dezelfde zorg en aandacht verdient als andere serieuze aandoeningen.
Als kwantitatief gegeven noemt de auteur kosten 50 miljoen gulden per jaar voor de benodigde chirurgische zorg. Dit bedrag is feitelijk onjuist. Dat de werkelijke kosten voor de 70 tot 80 transseksuelen die jaarlijks in Nederland een operatie ondergaan veel en veel lager liggen, moge duidelijk zijn. Overigens is niet te hopen dat de vergoeding voor epilatie (genoemd wordt een bedrag van 0,6 miljoen gulden per jaar) naar het derde compartiment (aanvullend pakket) verhuist. Om deze kosten te vergelijken met die voor tien verpleegkundigen is opnieuw subjectief en tendentieus. Voor andere verstrekkingen worden dergelijke vergelijkingen niet gemaakt.
Amstelveen, april 2001
- Er zijn nog geen reacties