Laatste nieuws
Fenneke van der Aa
7 minuten leestijd

De opgewekte huisartsen

Plaats een reactie

‘Wil jij mijn praktijk overnemen?’ Met die vraag klopte huisarts Bart van Bergen vorig jaar aan bij zijn dochter Nienke. Zij was net bevallen van haar derde kind en had krap tweeënhalf jaar ervaring als huisarts. Na drie nachten niet slapen zei ze ‘ja’ en daarmee volgt ze in de voetsporen van haar vader: met een jong gezin een eigen praktijk runnen. Gelukkig heeft Zandvoort genoeg humor en zand om de nodige verlichting te brengen.

In 1983 zag Bart van Bergen een vacature in de Volkskrant staan: welke huisarts wil in de nieuwbouwwijk Nieuw Noord in Zandvoort een praktijk oprichten? Samen met een studiegenoot ging hij praten met de groep bewoners die de advertentie had geplaatst en het klikte – volgens eigen zeggen mede door zijn charmante Nijmeegse accent. Zo richtte Bart samen met deze oud-studiegenoot Huisartsenpraktijk Nieuw Noord op en verhuisde hij vanuit Nijmegen met vrouw en twee jonge kinderen naar Zandvoort. ‘Dat was een extreem heftige tijd’, bekent Bart nu. ‘Heel spannend, want we gingen een onzekere toekomst tegemoet. Met een nieuwe praktijk, nul patiënten en nul inkomen. We zijn toen zwaar de schulden ingegaan. Tegelijkertijd werden we tegengewerkt door de plaatselijke huisartsen. “Binnen een jaar ben je failliet en afgebrand”, zeiden ze. En tegen patiën­ten die naar ons wilden overstappen, was het: “Zij redden het toch niet en over een jaar sta je weer hier voor de deur. Dan weet ik niet of ik nog plek voor je heb.” Toch is er nooit een moment van twijfel bij mij geweest. We zouden het wél redden.’

Vol goede moed nam het gezin Van Bergen zijn intrek boven de praktijk. En terwijl daar het aantal patiënten jaarlijks ­toenam, van vierhonderd in het eerste jaar, zevenhonderd in het tweede jaar naar duizend in het derde jaar, zorgde Bart voor de kinderen. Ook vond hij neveninkomsten – ‘om het hoofd boven water te houden’ – als docent aan de dokters­assistenteopleiding in Haarlem. Zijn vrouw Juul werkte ondertussen in de jeugdhulpverlening. ‘Het was een avontuurlijke, maar ook waardevolle tijd’, blikt hij terug. ‘En rond 1990 was het duidelijk: het was gelukt! Inmiddels zijn ook de banden met collega’s uit het dorp prima en is Nieuw Noord uitgegroeid tot een volwaardige praktijk met 2.100 patiënten.’

Intervisie op vakantie

Nienke van Bergen was drie jaar toen ze meeverhuisde van Nijmegen naar Zandvoort. ‘Als kind wist ik wel dat papa het zwaar had. Dan ging weer de diensttelefoon en dan stonden ze weer voor de deur. Ik wilde altijd al arts worden, toch weerhielden dat gerinkel thuis en bezoek aan het privéadres mij niet. Misschien zag ik de werkdruk ook niet. Wat ik wel merkte, was dat papa vakanties nodig had. Die drie, vier weken kamperen in de zomervakantie waren heilig en daar leefde hij enorm naartoe.’

‘Klopt’, geeft Bart toe. ‘Toen we begonnen, moesten we 24­uurszorg verlenen met zijn tweeën. Dat betekent dat je om de nacht en om het weekend die diensttelefoon moest oppakken. En als je collega drie weken op vakantie was, dan had je drie weken lang non­stop dienst, 24 uur per dag. Dat vraagt echt veel van je. Daarom was ik zo blij wanneer het mijn beurt was!’ Het gezin Van Bergen ging vaak kamperen met een andere bevriende huisarts en zijn gezin. ‘Daardoor deden we eigenlijk aan intervisie op vakantie. Vakanties waren dus mijn grote inhaalslag.’

Een praktijk in een badplaats als Zandvoort brengt ook de nodige voordelen met zich mee. Zo ging Bart na een praktijkdag graag tien kilometer hardlopen op het strand. ‘Even een frisse neus halen.’ En later, toen het gezin naar Haarlem verhuisde, fietste hij naar de praktijk via de prachtige Kennemerduinen. Ook dochter Nienke geniet nu van de ligging van de praktijk. ‘Zodra ik het zand zie, krijg ik een vakantiegevoel. Daarom ga ik graag richting boulevard na een dag in de praktijk.’ Toch voelt de huisarts geen behoefte terug te verhuizen naar Zandvoort. ‘Ik ervaar dat vakantiegevoel ook in Amsterdam; we wonen in een huurwoonboot en dat voelt zo vrij, wonen op het water. We zijn momenteel bezig onze eigen woonboot te bouwen via het project Schoonschip. Volgend jaar hebben we een superecologische woonboot die helemaal zelfvoorzienend is!’

Het volledige gezin Van Bergen met aanhang op de Veluwe, waar Bart en Juul sinds kort een huisje hebben.

De juf op consult

Een fijne thuisbasis was voor Bart essentieel om ontspanning toe te laten. Maar als je boven de praktijk woont, kan dat gevoel wegzakken zodra je één stap buiten zet. Zo kon Bart, terwijl hij zijn kinderen naar school bracht, gemakkelijk consulten op straat doen: ‘Dan had ik vier pukkels bekeken, drie plasjes ontvangen voor zwangerschapstesten en twee voor een mogelijke blaasontsteking. Bij wijze van spreken natuurlijk. Wij hebben dertien jaar boven de praktijk gewoond. Daardoor raak je enorm betrokken bij de wijk en andersom: elke scheet van de dokter wordt ook opgevangen. Je wordt gezien als altijd benaderbaar en dat brengt een bepaalde onvrijheid.’

Precies daarom vindt ook Nienke het fijn om op afstand te wonen. ‘Dat halfuurtje in de auto is een van de zeldzame momenten op de dag dat ik echt even helemaal alleen ben. Daar kan ik enorm van genieten. Daarnaast ben ik hier opgegroeid en heb ik een persoonlijke band met veel patiënten. Bij sommigen heb ik nog in de klas gezeten. Mijn oude oppas is een patiënt van me. Mijn oude juf ook. En onlangs zei iemand nog dat zij ooit Jip en Janneke aan mij had voorgelezen, maar dat het geen zin had omdat ik alles al uit mijn hoofd kende. Dat soort grappige anekdoten krijg ik wel vaker te horen. Maar dat maakt het ook heftiger. Daarom heb ik ook eerst één dag per week in de praktijk gewerkt, om te kijken of ik het wel leuk vond. Kan ik dit wel? Of komt het te dichtbij? Gelukkig gaat het echt heel goed. Ik ben professioneel genoeg om zaken te scheiden en na drie jaar ben je ook wel gewend dat je je oude oppas ziet.’

Cabaret op de praktijk

Voor Bart is het belangrijk dat de patiënten de praktijk opgewekter verlaten dan ze binnenkomen. ‘Humor was voor mij heel belangrijk als huisarts. Zo vond ik ook ontspanning tijdens mijn werk: je moet kunnen lachen in de wandelgangen, met je assistenten. Er mag een beetje cabaret in de praktijk zijn. Je kunt als arts best een bepaalde lichtvoetigheid uitstralen. De mensen zijn al zwaarmoedig genoeg en daar mag je iets tegenover zetten. Met meegaan in de zwaarte draag je ook niet altijd bij aan de oplossing. Ik wil natuurlijk mijn werk goed doen, maar ik wil ook plezier erin houden en zelfs plezier maken met mijn patiënten. Dat betekent niet dat ik mijn werk niet serieus neem.’ Voor Bart was het serieus zijn waar nodig en een kwinkslag waar het kan. En het lachen is hem nooit vergaan. ‘Ook heb ik nooit gedacht: en nu trek ik het niet meer. Er staat te veel tegenover. Eén minuut voor haar euthanasie bijvoorbeeld wilde een patiënte mij enorm bedanken omdat ik zo’n goede dokter voor haar geweest was. Daarna vluchtte ik naar de gang om even te slikken en weer terug. “Zullen we het dan maar doen?” Dat is eigenlijk alleen maar fantastisch. De heftigheid van het vak is mij nooit gaan tegenstaan.’

Over Nienke maakt hij zich ook geen zorgen, al heeft ze – en dat geeft ze grif toe – niet dezelfde cabareteske gaven als haar vader. ‘Ik heb haar aangeraden om hiernaast opleider te worden, wat ze ook wil doen zodra ze genoeg ervaring heeft. En om veel aan intervisie te doen. Want in je eentje de struggle van zo’n praktijk aangaan, raad ik niet aan. We hebben allemaal een kerkhofje als arts. Dat kan ze wel aan. Maar delen op meerdere niveaus is essentieel.’

‘Voor nu is het belangrijk dat ik meer zelfverzekerdheid krijg, niet bang moet zijn om fouten te maken’, zegt Nienke. ‘Maar dat is ervaring opbouwen. Gelukkig kan ik altijd bij mijn vader aankloppen. Hij was vroeger mijn hockeycoach en nu mijn coach als arts. Met hem kan ik sparren; hij is mijn steun.’ Die nieuwe rol past goed bij de recent gepensioneerde arts. ‘Dat contact met jonge artsen als huisartsenopleider was mijn beste tijd als huisarts, want een welkome verademing in contrast met het solist zijn. Dat kan ik nu toch een beetje doorzetten!’ l

Nienke, Milan, Bart en Joshua
Nienke, Milan, Bart en Joshua

Bart van Bergen (1952) studeerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen en startte in 1983 Huisartsenpraktijk Nieuw Noord in Zandvoort. Daarnaast was hij werkzaam als opleider bij het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam en leidde hij doktersassistenten op. Sinds afgelopen augustus is hij met pensioen. Bart is getrouwd met Juul van der Steur. Na 33 jaar in de jeugdhulpverlening verzorgt ze nu met haar bedrijf Sense Babymassage cursussen en workshops. Samen hebben ze vier dochters, van wie Nienke de oudste is. Daarna volgen Anne (33), Sabien (28) en Roos (26).

Nienke van Bergen (1980) studeerde huisartsengeneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 2013 werkt ze als huisarts. Eerst verdeelde ze haar tijd over verschillende praktijken en werkte één dag per week in de praktijk van haar vader. Per januari 2016 nam ze de praktijk van hem over. Nienke woont in Amsterdam met bouwtechnoloog Matthijs Bourdrez, die met zijn bedrijf Solar Sedum werkt aan duurzame daken. Samen hebben ze drie kinderen: Milan (8), Joshua (5) en Miro (1).

pdf

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.