De oorsprong van de wereld

Douwe de Vries, huisarts in Amsterdam, schrijft wekelijks over ervaringen van artsen en patiënten met gewenste en ongewenste intimiteit.

Ik heb een uitstrijkje gemaakt en ook een kweekje, want patiënte klaagde over af-scheiding en ik zag een wat geïrriteerde portio. Terwijl ik aan mijn bureau de naam op het glaasje schrijf, de formulieren invul en een en ander in envelopjes stop en zij zich aankleedt - ze heeft haar panty en schoenen mee naar de stoel aan mijn bureau genomen! - vraagt ze: ‘En wat vind je, heb ik een mooie kut?’ Ik heb er niet op gelet en heb er geen oordeel over. ‘Het leek op de oorsprong van de wereld van Courbet’, denk ik naderhand. Dat had ik moeten zeggen. Maar ik stamel iets over dat ik niet zó kijk en er niets van kan zeggen. Ik voel een blos over mijn gezicht trekken. Ze heeft me tuk. Onbeschaamdheid heeft mij van mijn stuk gebracht. Wanneer bij een volgend consult mijn assistente haar aankondigt, voel ik een lichte rilling van afschuw. Een beetje misselijk begin ik aan het gesprek.