Laatste nieuws
K. Hoogenboezem
6 minuten leestijd

De erfgenaam van de maatschap

Plaats een reactie

Vertegenwoordiging en aansprakelijkheid in een vennootschap



De maatschap ligt op haar sterfbed. De juridische opvolgers zijn vennootschappen met uiteenlopende kenmerken op het gebied van aansprakelijkheid en individuele bevoegdheid.


Op korte termijn, vermoedelijk per 1 januari 2009, worden alle maatschappen ‘automatisch’ omgezet in een zogeheten personenvennootschap.1 Dit heeft ingrijpende gevolgen. Zo zullen de bevoegdheid van de vennoten (de voormalige maten) om voor rekening van de personen­vennootschap verplichtingen aan te gaan en hun aansprakelijkheid voor die verplichtingen veranderen.



Om te beoordelen welke regels op de personenvennootschap, de voormalige maatschap, van toepassing zijn, moet eerst worden vastgesteld of de personenvennootschap geldt als een ‘stille’ of als een ‘openbare’ vennootschap. De vuistregel is dat een vennootschap openbaar is als zij onder gemeenschappelijke naam naar buiten treedt, en dat zij anders stil is. Dit dekt de lading echter niet volledig. Het onderscheid tussen beide typen is helaas niet altijd makkelijk te maken. En dat is lastig omdat het wel erg belangrijk is.



Vertegenwoordiging


Of sprake is van een stille of een openbare vennootschap, heeft allereerst consequenties voor de bevoegdheden van de vennoten. In een stille vennootschap mag een vennoot uitsluitend samen met, of in opdracht van, de andere vennoten de vennootschap vertegenwoordigen en voor rekening van de vennootschap verplichtingen aangaan.



Bij een openbare vennootschap (OV) is iedere vennoot in beginsel juist volledig bevoegd om verplichtingen aan te gaan voor rekening van de OV. De nieuwe wet biedt echter de mogelijkheid om de vennoten te beperken in hun bevoegdheid om de OV te vertegenwoordigen. Deze beperkingen moeten openbaar worden gemaakt in het handelsregister. Door een overgangsregeling kunnen vennoten deze beperkingen tot een halfjaar na inwerking­treding van de wet (vermoedelijk dus tot 1 juli 2009) in het handelsregister laten inschrijven.



Wie geen onbegrensd vertrouwen in zijn mede­vennoten wil stellen, kan de vertegenwoordigingsbevoegdheid beperken. Hierbij kan worden gedacht aan de bepaling dat voor het aangaan van verplichtingen die een belang van 10.000 euro overstijgen, de toestemming van alle (of bijvoorbeeld twee) vennoten vereist is.



De nieuwe wet maakt het ook mogelijk dat een OV niet door een of meer vennoten, maar (uitsluitend) door anderen wordt bestuurd. Met name in grotere OV’s kan deze mogelijkheid voorzien in de behoefte aan professioneel management.



Aansprakelijkheid


Het verschil tussen een stille en een openbare vennootschap heeft daarnaast gevolgen voor de aansprakelijkheid. In een stille vennootschap is elke vennoot voor een gelijk deel aansprakelijk voor de verplichtingen van de vennootschap. Dat komt overeen met wat nu geldt voor een maatschap.


In een OV zijn de vennoten daarentegen hoofdelijk verbonden voor de verplichtingen van de vennootschap. Dat betekent dat een schuldeiser iedere vennoot in de OV kan aanspreken voor de volledige vordering (en zich waarschijnlijk zal wenden tot degene met de diepste zakken).



De aansprakelijkheid van de vennoten is vooral van belang voor artsen die níet werkzaam zijn in een ziekenhuis. De wet bepaalt namelijk dat het ziekenhuis waarbinnen een geneeskundige behandeling plaatsvindt, mede aansprakelijk is voor het eventueel tekortschieten van een arts. Gedupeerde patiënten spreken doorgaans het ziekenhuis aan en niet een individuele arts.



Voor medici die niet binnen een ziekenhuis werken, kunnen beroepsfouten echter grote financiële gevolgen hebben, terwijl een medicus in een OV door de nieuwe wet in beginsel volledig (mede)aansprakelijk is voor de fouten van zijn medevennoten. Hij kan die aansprakelijkheid slechts ontlopen als hij kan bewijzen dat de tekortkoming in de behandeling hem niet is toe te rekenen. Lukt dat echter niet, dan moet hij (of zijn verzekeraar) maar zien dat hij het bedrag waarvoor hij aansprakelijk wordt gehouden, weer terugkrijgt van (de verzekeraar van) de vennoot die de fout heeft gemaakt. Het risico dat een medicus die een beroepsfout heeft gemaakt de patiënt niet kan betalen, wordt in die zin dus verlegd naar de vennoten van deze medicus.



Het is bovendien niet toegestaan het aansprakelijkheidsrisico te beperken door een uitsluiting of beperking van de aansprakelijkheid op te nemen in de geneeskundige behandelingsovereenkomst (de overeenkomst met de patiënt). Ook de hoofdelijke aansprakelijkheid van de medevennoten mag niet worden uitgesloten. En evenmin kan de aansprakelijkheid voor het handelen van werknemers van de OV worden uitgesloten.



Voor een samenwerkingsverband dat volgens de nieuwe wet is te kwalificeren als een OV, geldt dus dat de aansprakelijkheidsregels ­ingrijpend veranderen. Om de risico’s hiervan te beperken, kunnen de betrokken artsen besluiten dat de overeenkomsten met patiënten niet door de OV worden gesloten, maar op naam van de individuele vennoten zelf. Verplichtingen die zij op eigen naam aangaan, zijn immers geen verplichtingen van de OV en dus zijn de andere vennoten dan ook niet hoofdelijk aansprakelijk voor deze verplichtingen.



Een andere optie is verdergaan als een stille vennootschap. Maar ook dan moeten de vennoten de overeenkomsten met patiënten op eigen naam aangaan.


Een OV heeft, net als nu een maatschap, in beginsel geen rechtspersoonlijkheid. Het is in de kern gewoon een samenwerkingsovereenkomst. En dat heeft een aantal nadelen. Een ervan is dat bij toe- en uittreding van vennoten ingewikkelde regelingen nodig zijn. Zo moeten uittredende vennoten hun aanspraken op de bezittingen van de maatschap overdragen. De wet stelt eisen aan de overdracht van allerlei zaken. Aan al deze eisen moet worden voldaan.



Toetredende vennoten moeten zich inkopen en – zo nodig – verplichtingen van de maatschap aanvaarden. In sommige gevallen, als niets is geregeld over uittreding, moet de maatschap zelfs volledig worden ontbonden en moet een nieuwe maatschap worden gevormd.


De nieuwe wet kan aan een OV rechtspersoonlijkheid toekennen. Hierdoor ontstaat een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid (de OVR).


Vennoten die hiervoor kiezen, moeten dit bij een notaris vastleggen.



De OVR wordt ‘zelfstandig drager van rechten en verplichtingen’. Dit betekent dat de goederen van de OV niet langer aan alle afzonderlijke vennoten gedeeltelijk toebehoren, zoals in een maatschap, maar volledig aan de OVR. De OVR is eigenaar van de goederen, de OVR sluit de huurovereenkomst voor de bedrijfsruimte en de OVR heeft het personeel in dienst. Toetreding tot de vennootschap kan eenvoudig door een aandeel in de OVR te nemen. Uittreden kan door het aandeel in de OVR over te dragen. Geen complicaties dus meer met overdracht van alle afzonderlijke rechten en plichten. Indien gewenst, kan de OVR ook weer worden omgezet in een OV.



Overigens is een veelgemaakte vergissing dat rechtspersoonlijkheid betekent dat de vennoten in een OVR beperkt aansprakelijk zijn. Dat is niet het geval. De vennoten in een OVR zijn volledig aansprakelijk voor de schulden. Dat is een belangrijk verschil met de houders van aandelen in een bv.



Complicaties


Op dit moment bestaan veel zogeheten kostenmaatschappen. De betrokken maten zijn als zorgaanbieders volledig zelfstandige onder­nemers, maar delen kosten zoals huur, receptie, schoonmaak, apparatuur en dergelijke. Onder de nieuwe wet worden deze maatschappen in beginsel beschouwd als een stille vennoot­schap, zodat geen sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid noch van vertegenwoordigingsproblemen.



Het is echter niet altijd duidelijk of een stille vennootschap niet toch een OV is, met alle gevolgen van dien. Een voorbeeld. Twee huisartsen delen de receptie, een wachtkamer en de schoonmaak, maar opereren verder volledig zelfstandig (een kostenmaatschap). In dit geval is sprake van een stille vennootschap.



Maar wat als boven de toegang tot de wachtkamer en de receptie een bordje hangt met ‘Huisartsenpost West’? Is er door dit bordje sprake van een OV? De vennootschap moet worden gekwalificeerd als een OV als sprake is van:


- een vennootschap;


- het uitoefenen van een beroep of bedrijf of het verrichten van beroeps- of bedrijfshandelingen;


- er op een voor derden duidelijk kenbare wijze naar buiten wordt getreden;


- onder een gezamenlijke naam.



Brengt de gezamenlijke naam boven de deur mee dat sprake is van een OV en dat de artsen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade door een medische fout? Waarschijnlijk zal een rechter oordelen dat de gezamenlijke naam niet op de ondernemingen van de beide artsen als zorgaanbieders betrekking heeft, maar slechts op de receptie, de wachtkamer en de schoonmaak. Met de wachtkamer treden zij echter niet naar buiten, zodat van een OV, en dus van hoofdelijke aansprakelijkheid voor medische fouten, geen sprake is.



Briefpapier


De vraag is echter waar de grens precies ligt. In de praktijk zijn allerlei varianten denkbaar. Liggen de zaken bijvoorbeeld anders indien boven de deur staat ‘Huisartsenpost West’, en de namen van de artsen zijn vermeld? Treden de artsen dan wel gezamenlijk met hun onderneming naar buiten? En wat als ze niet alleen een wachtkamer delen, maar ook een logo en briefpapier? Voor het antwoord op deze vragen moet het oordeel van de rechter worden afgewacht. Tot die tijd is de exacte grens tussen openbare en stille vennootschappen, en dus die tussen gedeelde en hoofdelijke aansprakelijkheid, niet helder.


Om ongewenste risico’s op dit punt te vermijden adviseren we om niet zomaar onder gezamenlijke naam naar buiten te treden.



Krijn Hoogenboezem, advocaat, Boekel De Nerée, praktijkgroep Zorg


Correspondentieadres:

krijn.hoogenboezem@boekeldeneree.nl

; c.c.:

redactie@medischcontact.nl

 


Geen belangenverstrengeling gemeld.



  


PDF van dit artikel



Actuele stand van zaken:


Eind november heeft de Eerste Kamer tegen de verwachting in niet ingestemd met de Wet personenvennootschapen. Dat betekent dat de maatschap vooralsnog blijft bestaan (

MC 47/2008: 1939

).



Referenties


1. De maatschap kent inmiddels een langdurig sterfbed. Reeds op kerstavond 2002 is het wetsvoorstel personenvennootschappen ingediend bij de Tweede Kamer.


2. Beperkingen mogelijk door opname in de vennootschapsakte en inschrijving in het handelsregister.


3. Beperkingen mogelijk door opname in de statuten en inschrijving in het handelsregister.


4. Tweede Kamer, 19-5-2008, 31065, nr. 10.

aansprakelijkheid
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.