Laatste nieuws
W.J. van ’t Veer
2 minuten leestijd

De dood als drenkeling

Plaats een reactie

Ze hadden hem op de roeidoft van Alexanders bootje gehesen en nu ligt hij daar, blauw, een been over de rand. Een blauwe, druipende gymp. Als ik hem omdraai, gutst het water uit mond en neus, en stijgen alcoholdampen op. Het regent.


Daar sta ik dan, met al doorweekte sokken. Een gevoel van weerzin komt even boven, als ik naar deze dikke man kijk, die misschien nog enig leven in zich herbergt.


Voor hem ben ik uit mijn spreekuur gehaald en hier, vlak voor mijn huis, waar mijn vrouw ligt te slapen, nadert de dood. Die dood geeft hem nu al iets anoniems, dat hij alleen maar lichaam is, dood gewicht dat we op een ladder tillen, omhoog, de kade op. Ik hoor de politiemensen praten, denk dat ze dit vaker meemaken dan ik. Zien zij die dood niet? Wat misschien ook mijn dood kan zijn? De jouwe? De dood als voelbare aanwezigheid verdwijnt op kousenvoeten bij de komst van de ambulanceploeg. Politieblauw mengt met turquoise en geel van de redders.


Een groot, geschoold en geoefend reanimeren. Lichaam en ik omringd door zuurstofflessen, koffers met instrumenten en spuiten. Slang gaat maag in. Dit doen we dagelijks, hoor. Smerig spul komt eruit, water van onze vaart vermengd met lichaamssappen van de drenkeling. Emergency-room-conversatie, ‘Ik breng infuus in’, ‘Ampul adrenaline?’, ‘Ik spuit nu adrenaline’.


Geen hartactie op de monitor, alleen heuveltjes als zichtbaar effect van de hartmassage. Meer affect dan effect. De politiemensen keuvelen. Ik vind het niet erg, het geeft een vertrouwd gevoel dat we allemaal onze manieren hebben om angst op een afstand te houden. Het verzameld dorpspubliek kijkt toe, droog en schijnbaar onaangedaan, van onder de veranda van het cafe. Kinderen met open mond. Ytje loopt weg met vertrokken gezicht, ze had net de brug voor deze man opengedaan. Dit is niets voor haar, weet ik.


Ik denk aan mijn nieuwe broek waarin ik op de natte straat kniel voor de man met de dood in zijn lijf en beweeg het hart tot actie - O Heer, knijp bloed door het lijf - terwijl zuurstof  met slangen zijn strot in wordt geblazen. Zo pompen we en blazen, en we schuiven hem op een brancard de ambulance in, als een brood de oven in, maar dan met draden, monitoren, lopend infuus, beademd en gemasseerd, echt levend dus, om straks op de polikliniek vakkundig dood verklaard te kunnen worden. De turquoise-gelen verzamelen alle verpakkingsmaterialen, catheters, spuiten, naalden: de restanten van ons handelen. Netjes, zo’n sterfplek. Daar gaan we, de dood zielloos achterlatend.

Het is avond. Ik ben in de keuken. Er staat een auto geparkeerd, niet-wetend staal en kunststof op de straatstenen waar we een verdronkene hadden neergelegd. Zijn kajuitboot ligt verweesd aangemeerd. De regen is opgehouden. Alexandra is wakker en ik vertel over de dood voor ons huis. Mensen van de buurt staan stil, wijzen en vertellen elkaar wat ze gezien en gehoord hebben, een onvermijdelijk noodzakelijk herkauwen. Ook ik herkauw en ben moe, doodsmoe.

W.J. van ’t Veer, huisarts


Menaldum


Alle lezersbijdragen "De emoties van de dokter"

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.