Laatste nieuws
2 minuten leestijd

De desillusies van een chirurg

Plaats een reactie

De medische wereld reageerde geschokt toen Maurits de Brauw, gespecialiseerd chirurg in het Academisch Ziekenhuis in Maastricht er in september de brui aan gaf. Niet minder onthutst waren de reacties van relatieve buitenstaanders op zijn verhalen in de media over de teloorgang van de gezondheidszorg. Is het werkelijk zo erg?

Ja, zo erg is het, antwoordt De Brauw in een onlangs verschenen ‘pamflet’, een amper vijftig pagina’s tellend betoog waarin hij de redenen voor zijn vertrek nog eens uiteenzet. De wereld van de gezondheidszorg, zo luidt zijn diagnose, is die van de budgettering, van het beperken van het aanbod aan zorg. Ten nadele van de patiënt, die daardoor maanden moet wachten op een niet-spoedeisende operatie.

De Brauw is cynisch geworden, schrijft hij zelf, afstandelijk. En hij heeft zijn conclusies getrokken. Liever vertrekken dan blijven voortmodderen in deze misère. Zes jaar studie, een half jaar buitenlandse stage, vier jaar promotie-onderzoek, zes jaar opleiding en twee jaren vervolgopleiding ten spijt.

In kort bestek weet De Brauw soms haarfijn te schetsen wat er mis is. Hoe het uitstellen van een operatie voor extra, onnodige, complicaties van het ziektebeeld zorgt. Hoe een snellere kijkoperatie geen reële optie is, omdat het ziekenhuis de hogere kosten daarvan niet vergoed krijgt. Hoe de instelling zich met een kortere opnameduur in het eigen vlees snijdt, omdat dat gevolgen heeft voor het budget. Hoe artsen op de polikliniek de wachtlijsten steeds weer met nieuwe patiënten zien groeien, omdat veel eerste-polikliniekbezoeken het budget opkrikken.

In drie bladzijden (‘Wat dan?’) schetst De Brauw een theoretisch beeld van een mogelijke toekomst, waarin het aanbod-gestuurde stelsel zal zijn vervangen door een waarin de patiënt en zijn zorgvraag centraal staan. Tussen de minder haalbare voorstellen - De Brauw wil volksgezondheid als ‘project’ over- hevelen naar Economische Zaken - staan er zeker enkele die het overwegen waard zijn. En dat gebeurt dan ook: de strakke ziekenhuisbudgettering verdwijnt, zorgaanbieders en verzekeraars krijgen meer vrijheid van handelen. Het zwakke van het pamflet is dat De Brauw dat in zijn sombere visie niet lijkt te willen zien.

Of deze ontwikkeling een eind zal maken aan het bestaan van de wachtlijsten, wordt niet duidelijk. Het lijkt de schrijver niet meer zo te interesseren. Hij verkiest, schrijft hij, zijn superspecialisme niet in te wisselen voor het werk als chirurg in een kleiner, niet-academisch ziekenhuis: ‘Het moet mogelijk zijn mijn energie op een andere wijze in te zetten.’

Dat is jammer. Want als er straks geld genoeg is om de wachtlijsten weg te werken, zijn er voldoende artsen en verpleegkundigen nodig om het werk te doen. Zijn die er niet, dan is dat pas echt een drama. Ook dat zou De Brauw een zorg moeten zijn.  JV

Maurits de Brauw. De wachtlijst en andere gezondheidszorgen. Pamflet. Amsterdam: Uitgeverij G.A. van Oorschot, 2001. ISBN 90 282 0974 3,

47 pag., f 19,90

Media en cultuur
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.