Laatste nieuws
Frans Meulenberg
3 minuten leestijd
Ziektebeelden

De anekdote als zelfbescherming

Plaats een reactie

Van een mensenleven resteren hooguit een hoopje as en een aantal anekdotes. Anekdotes zijn brokstukken uit verhalen, die langzaam maar zeker de vorm aannemen van een kleine geschiedenis. Verhalen die door de jaren heen een eigen mythe worden, omgevormd tot liedjes op een trouwpartij en tot ‘sterk verhaal’ op verjaardagspartijtjes, eventueel nogmaals gerecycled bij een gouden huwelijksfeest, om - uiteindelijk - in de vorm van een grafrede of grafschrift hun definitieve beslag te krijgen. Dat laatste natuurlijk ‘in samenvatting’.



Mondelinge overlevering is de oervorm van geschiedschrijving. En hoewel door de contouren van het verhaal de ‘betrekkelijke onnozelheid van het brokstuk’ zichtbaar blijft (ik citeer Nicolaas Matsier in de roman Het gesloten huis), poetst de verteller zo’n brokstuk op tot hoogglans door allerlei trucs, zoals het plaatsen van humoristische accenten. Hij trekt aldus een rookgordijn op tussen de werkelijkheid en het verhaal dat daarop is gebaseerd, met als gevolg dat de anekdotische versie uiteindelijk de werkelijkheid vervangt.



Neem de geboorte van de vader van de jonge, vrouwelijke verteller in de debuutroman Vienna van Eva Menasse. Diens moeder - de oma van de verteller dus - is al boven de veertig als zij dit kind verwacht. Zij wil dit derde kind niet: ‘Ze had met breinaalden en hete baden en door van de tafel te springen geprobeerd het kwijt te raken. Daar vertelde ze later graag over.’ Zou het waar zijn? Of dikt ze de werkelijkheid aan. De vertelster: ‘Maar mijn vader ontweek de breinaalden en klampte zich vast bij het springen, zo moet het geweest zijn, zeiden mijn familieleden later altijd, en dan knikten ze erbij. Over de hete baden werd niets gezegd.’ Deze verhalen doen tientallen jaren de ronde.



Vienna is een familie-epos, handelend over drie generaties Oostenrijkers van joodse afkomst. De hier aangehaalde zinnen onthullen de thematiek van het boek: een familie die alsmaar weer poogt de eigen geschiedenis ‘vorm’ te geven, bij voorkeur in kleurrijke verhalen. Een familie die feitelijk op zoek is naar die eigen gemeenschappelijke geschiedenis. Of die bestaat? Dat is nog maar de vraag, want waar de oudere generatie het Hitler-tijdperk meemaakte, is de jongere generatie op zoek naar een eigen identiteit, juist los van die gemeenschappelijke voorgeschiedenis. Eva Menasse toont haarscherp dat de behoefte aan sterke verhalen niet louter een zucht naar vrolijkheid is of een luchtig tijdverdrijf, nee, het is een middel om de angst te bezweren, om de werkelijke ervaring draaglijk te maken. De gestripte, naakte werkelijkheid is namelijk intrinsiek traumatisch. Een grap ‘werkt’ dan beter dan de waarheid. De roman is buitengewoon humoristisch, maar die humor is een flinterdunne laag die poogt de diepere tragiek te verhullen. Ik ken geen luchtiger roman over zulke zwaarwichtige thema’s.



Anekdotiek als zelfbeschermend mechanisme duikt overal op, zowel in de ‘grote’ geschiedenis (is de onthulling van een Nazi-aanhanger na de oorlog een ontdekking of is het nestbevuiling?) als in de ‘kleine’ geschiedenissen, zoals de roodvonk van de vader op achtjarige leeftijd. Als hij een keer in bed plast, wordt hij voor straf op de po tussen de kleine kinderen gezet, waar hij uren zit en zijn blote voeten ijskoud worden. Totdat ‘honderd jaar’ later de nachtzuster hem hoofdschuddend op bed legt en zijn kleine voeten warmt. Indringend is het overlijden van het mooie zusje Katzi aan tuberculose in de eerste wereldoorlog, en het overleven van diezelfde tbc door de vader, tientallen jaren later, dankzij penicilline. In die passages toont de roman zijn meerwaarde voor artsen: natuurlijk is het vertellen van een anekdote een veelvoorkomend verschijnsel in de spreekkamer (‘Dokter, een nicht van mij heeft...’), maar ook artsen beheersen deze techniek (‘Ik had laatst een patiënt die...’). Hoe verhouden die twee vormen zich tot elkaar? Welke conventies hebben ze gemeen en welke niet? Het zou een aparte studie ver­dienen (zie ook het artikel ‘Anecdotes and Empiricism’, British Journal of General Practice 1995: 571-2). De anekdote is namelijk het bindmiddel van het levensverhaal.



Terug naar de roman Vienna. Roddel en achterklap, daarvan leeft de familie. Of, in de woorden van een van hen: van het ‘manisch mythologiseren’. De aangetrouwde familieleden wordt het soms te veel: ‘Als het begon, als de oude familieverhalen voor de duizendste keer in herinnering geroepen, doorgekauwd en opnieuw geïnterpreteerd werden, vluchtten de aangetrouwde vrouwen theatraal voor een tijdje naar de keuken, omdat ze het zogenaamd “niet meer konden aanhoren”.’ Maar zelfs zij keren snel terug naar de woonkamer om te genieten van het ‘meerstemmige pointevuurwerk’ dat ‘het vluchtige samenzijn met een korte, maar krachtige wortel in het verleden verankerde’.



Hoewel de familie, voor de keuze gesteld, altijd kiest voor een pointe in plaats van voor eventueel goede smaak, is er één uitzondering: het sterfbed van jonge, mooie Katzi met de gouden haren, in een sanatorium. Over haar bestaat geen sterk verhaal, alsof de peilloosheid van individueel leed een enkele keer alsnog tot gepaste zwijgzaamheid leidt. Eva Menasse: ‘Misschien was dat de grootste eer die haar bewezen kon worden: dat er over haar geen anekdotes circuleerden.’



Frans Meulenberg, onderzoeker aan de afdeling Medische Ethiek, Erasmus MC, Rotterdam



Klik hier voor het PDF-bestand van dit artikel

Ziektebeelden
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.