CT-scan even goed als conventionele angiografie
Plaats een reactieMet een 64-slice-CT-scanner is de aanwezigheid en ernst van coronaire hartziekten nauwkeurig te bepalen. Dat is de conclusie van een groot internationaal onderzoek waarin de methode is vergeleken met conventionele coronaire angiografie. De niet-invasieve CT-scan kan angiografie echter nog niet vervangen, melden de onderzoekers in NEJM van 27 november.
Het onderzoek onder leiding van João Lima van de Johns Hopkins University School of Medicine werd uitgevoerd in negen ziekenhuizen in zeven landen, waaronder Nederland. Totaal 291 patiënten, ouder dan 40 jaar en met een verdenking op symptomatische coronaire hartziekte verwezen voor conventionele coronaire angiografie, zijn met beide methoden onderzocht.
Met conventionele angiografie werd bij 56 procent van de patiënten een obstructie van 50 procent of meer gevonden. De diagnostische precisie van de 64-slice cardiale CT-angiografie was 93 procent van die waarmee conventionele angiografie patiënten met een stenose van een dergelijke omvang of groter identificeerde.
De positief voorspellende waarde van de 64-slice-CT-scan was 91 procent; de negatief voorspellende waarde 83 procent. Dat betekent dat CT-angiografie conventionele angiografie nog niet kan vervangen. Verder bleken beide methoden ongeveer even effectief in het voorspellen of patiënten een revascularisatie moeten ondergaan (binnen 30 dagen na conventionele angiografie).
Volgens de onderzoekers is verder onderzoek nodig om de precieze rol van de diagnostische methode bij patiënten met een verdenking op coronaire hartziekte te bepalen.
In een commentaar waarschuwt Rita Redberg van de University of California voor het gebruik van nieuwe technieken zonder dat goed is uitgezocht of ze daadwerkelijk voordeel opleveren. Zonder dit bewijs is een CT-scan van het hart volgens haar slechts een mooi plaatje. Hoewel de studie van Lima c.s. wel meer data heeft opgeleverd over de diagnostische waarde van 64-slice-CT-angiografie, wordt ermee niet duidelijk of de methode voor (bepaalde) patiënten ook voordelen heeft wat betreft de uiteindelijke behandelresultaten. TvV
NEJM 2008: 359: 2309-11 en 2324-36
- Er zijn nog geen reacties