Cervicogene hoofdpijn onderzocht
Plaats een reactieCervicogene hoofdpijn (CEH) zou worden veroorzaakt door afwijkingen in de halswervelkolom. Binnen de medische wetenschap is deze diagnose echter niet geheel onomstreden. Veel neurologen zien CEH nog als een vorm van migraine of spanningshoofdpijn. In het proefschrift Cervicogene hoofdpijn tracht J. van Suijlekom de wetenschappelijke onderbouwing van de diagnose CEH te vergroten. Van Suijlekom promoveerde op 23 mei aan de Universiteit Maastricht.
In de studie werden 24 patiënten met migraine (zonder aura), spanningshoofdpijn en cervicogene hoofdpijn door zes artsen onderzocht. Ze namen een anamnese af met behulp van een vragenlijst en verrichtten een lichamelijk onderzoek van het hoofd en de nek. Uit de vergelijking kwam naar voren dat de betrouwbaarheid van de diagnose CEH gelijk is aan die van de diagnosen spanningshoofdpijn en migraine. Van Suijlekom stelde eveneens vast dat CEH-patiënten een significant verlaagde kwaliteit van leven rapporteren in vergelijking met gezonde Nederlanders.
De belangrijkste behandelmethode van CEH bestaat uit het uitvoeren van een zenuwblokkade met een radiofrequente lesie. In een prospectieve studie bij vijftien CEH-patiënten bleek dit een redelijk succesvolle behandelwijze. Twaalf patiënten (80 procent) had na negen maanden beduidend minder hoofdpijnklachten. Overigens nam het gunstige effect in de tijd af: na anderhalf jaar was het aantal patiënten met beduidend minder klachten gereduceerd tot negen. Van Suijlekom concludeert dat CEH een gevalideerd diagnostisch concept is. Wel is het van belang dat de diagnostiek en behandeling van de aandoening verder wordt gestandaardiseerd.
- Er zijn nog geen reacties