Laatste nieuws
jan hein van dierendonck
2 minuten leestijd

Cellen, schedels en politiek

Plaats een reactie

Berlijn heeft veel aan deze kleine workaholic te danken. Riolering, ziekenhuisorganisatie, hygiëne op scholen, voedselinspectie, verpleegsteropleidingen: 43 jaar lang, tot aan zijn dood in 1902, spande Rudolf Virchow zich als gemeenteraadslid in om de openbare gezondheid te verbeteren. Zijn ogen waren geopend toen hij als 26-jarig onderzoekscommissielid het door een tyfusepidemie geteisterde Opper-Silezië had bezocht. In het daaropvolgende ‘revolutiejaar’ startte hij het tijdschrift ‘Geneeskundige Hervorming’. ‘Geneeskunde is een sociale wetenschap en politiek is geneeskunde op grote schaal.’

Virchow wordt in 1821 geboren in het Pruisische Schivelbein (tegenwoordig het Poolse Swidwin). Titel van zijn eindexamenopstel: ‘Een leven van zwoegen en werken is geen last doch een zegen’. In 1839 laat hij zich inschrijven aan de universiteit van Berlijn, bij een afdeling waar Johannes Müller, Europa’s grootste fysioloog doceert. Virchow wordt assistent in het Charité-ziekenhuis, bekwaamt zich in het lab van patholoog-anatoom Froriep in microscopie en ontdekt binnen drie jaar wat hij noemt ‘leukemie’, ‘trombose’ en ‘embolie’.

In 1846 volgt hij Froriep op en begint een vakblad dat onder de naam ‘Virchows Archiv’ nog immer bestaat. Credo: ziekte staat niet los van gezond weefsel, maar is ontspoorde gezondheid. Wetenschappelijke geneeskunde dient die ontsporingen te duiden en op te heffen middels nauwgezette observaties en (dier)experimenteel onderzoek.

Vanwege zijn liberale stellingname wordt Virchow als hoogleraar pathologie naar Würzburg ‘verbannen’, sticht een gezin, hervormt het onderwijs en werkt zijn stelling uit dat cellen de bouwstenen zijn van het leven.

In 1856 lokt een nieuwe leerstoel hem terug naar Berlijn. De collegecyclus die hij houdt verschijnt in boekvorm als Cellularpathologie. Het markeert een keerpunt in de geneeskunde – al is flauw dat hij ex-collega Robert Remak niet eert als ontdekker van de celdeling.

In de Frans-Pruisische oorlog (1870-1871) runt hij met zijn oudste zoons de eerste ‘hospitaaltrein’ naar het front. Vervolgens stort hij zich op de antropologie, een discipline die hij met 1180 publicaties zal verrijken.

Zijn speurtocht naar de herkomst van rassen, culturen en oude beschavingen leidt vanzelf naar de etnologie en archeologie. Hij is medestichter van het Museum für Etnologie Berlin en vergezelt Schliemann bij zijn Trojaanse opgravingen.

Overigens blijft Virchow tot zijn dood volhouden dat in het Neanderthal gevonden fossielen een afwijkende homo sapiens betreffen. Na 1902 kan in Duitsland eindelijk een objectieve discussie over evolutie beginnen.

Jan Hein van Dierendonck, tekst en beeld

Klik hier voor alle bijdragen in de rubriek Spraakmakers

<strong>PDF van dit artikel</strong>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.