Laatste nieuws
Joost Visser
2 minuten leestijd
Nieuws

Capaciteitsorgaan: ‘Minder aiossen, minder studenten’

4 reacties

Komende jaren mogen jaarlijks maximaal 2353 basisartsen instromen in een vervolgopleiding. Omdat nu al een dubbel aantal collega’s op een opleidingsplaats wacht, moet de instroom van studenten geneeskunde  flink omlaag.

Dat adviseert het Capaciteitsorgaan in het Capaciteitsplan 2013, dat vandaag is aangeboden aan minister Schippers van VWS. De komende jaren mogen jaarlijks 2078 tot 2353 basisartsen beginnen aan een erkende medische vervolgopleiding; in 2010 waren dat er nog 2249 tot 2467.
 
Van die ruim tweeduizend in te stromen basisartsen mag  ongeveer de helft  – 1120 tot 1320 – beginnen aan een medisch specialistische vervolgopleiding, bijna 15 procent minder dan in 2010. Dat komt vooral doordat nu – anders dan in 2010 – rekening is gehouden met de instroom van buitenlandse artsen.  Volgens het Capaciteitsorgaan zijn er ‘aanwijzingen’ dat in een aantal medische specialismen het aanbod de vraag overtreft. Als  inderdaad het maximumaantal van 1320 basisartsen tot de vervolgopleiding wordt toegelaten, dreigen overschotten aan zowel medisch specialisten als verpleegkundig specialisten en physician assistents, en zal er weinig terechtkomen van de door de overheid gewenste substitutie.

Volgens het Capaciteitsorgaan is in de huisartsenopleiding plaats voor maximaal 720 basisartsen per jaar, evenveel als in 2010. In de raming wordt ervan uitgegaan dat de huisartsen jaarlijks 0,25 procent aan zorg van de medisch specialisten gaan overnemen. Deze aanname is ‘mogelijk te conservatief’, maar het scenario is opgesteld voordat de consequenties van het Zorgakkoord bekend waren. Omdat de huisarts inmiddels beschikt over ‘ruime mogelijkheden’ tot verticale substitutie, vinden de rekenaars bijstelling van het advies ‘niet aan de orde’.

Bij vier specialismen binnen de hoofdstroom maatschappij en gezondheid – de profielen beleid en advies, forensische geneeskunde en indicatie en advies – signaleert het Capaciteitsorgaan een stagnerende instroom in de opleiding en een daling van het aantal geregistreerde en ook werkzame specialisten. Het aantal toegewezen opleidingsplaatsen voor specialisten ouderengeneeskunde wordt in 2013 voor het eerst in vijf jaar volledig benut, maar het zal nog wel even duren voordat dat leidt tot een groei van het aantal geregistreerde specialisten. Sinds 2012 zijn ook de opleidingsplaatsen voor artsen verstandelijk gehandicapten daadwerkelijk benut. Vanaf 2018 zullen vraag en aanbod hier in evenwicht komen, verwacht het Capaciteitsorgaan. Mogelijk eerder, als de versobering van de AWBZ zou leiden tot een kleinere vraag naar deze artsen.

Het reservoir aan basisartsen met belangstelling voor een vervolgopleiding telde in 2012 4670 wachtenden, dat zijn twee complete instroomjaren aan basisartsen. Daarom adviseert het Capaciteitsorgaan de minister om de instroom in de geneeskundeopleiding zo spoedig mogelijk te verminderen van de huidige 3050 naar 2700 studenten.  Maar het effect daarvan op de grootte van het reservoir aan basisartsen zal pas vanaf 2021 te zien zijn.

Joost Visser


Capaciteitsplan 2013 (aanbiedingsbrief)


Lees ook:




 



Nieuws opleiding huisartsen aios
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Prof.dr. R.L. Diercks

    Orthope, Universitair Medisch centrum Groningen

    Het capaciteitsorgaan, calamiteitsorgaan of incapabiliteitsorgaan?

    Het capaciteitsorgaan is in het leven geroepen om te voorkomen dat de situatie van 1985-1988 zich zou herhalen: Ook toen bestond een surplus aan “jonge klaren”. De zorgverzekeraar...s, ziekenhuizen en specialisten hebben toen de situatie opengebroken door een afspraak te maken voor “budgetneutrale instroom”. Tegelijk werden de toelatingseisen voor de specialistenopleiding verhoogd, met nationale selectie en beperkte aantallen opleidingsplaatsen.

    Begin jaren 90 was de uitstroom aan klare specialisten door natuurlijk verloop, bevolkingsgroei en vergroting van de zorgvraag weer in evenwicht met de vraag. Er was echter, vanuit de onverminderde uitstroom van de faculteiten, een groot stuwmeer aan basisartsen ontstaan.

    Het duurde tot begin deze eeuw voordat deze artsen, die pas na een AGNIO periode van soms 8 jaar met een specialistenopleiding konden beginnen, klaar waren met hun specialisatie. Gezien hun leeftijd van rond de 40 jaar leverde dat een maatschappelijk verlies van bijna 10 jaar op aan productiviteit per specialist.

    Kortom: Het duurde 15 jaar voordat de maatschappelijke effecten van deze zogenaamde ‘varkenscyclus” over waren.

    Ondanks de instelling van het orgaan kondigt dezelfde situatie zich 20 jaar later wederom aan, versterkt door het toegenomen aantal basisartsen dat per jaar uit de universiteiten komt, de ontwikkeling van functies die de plaats van de arts in de zorgketen overnemen, en het afremmen van de zorgvraag door regelgeving, centralisatie en eigen risico’s.

    Het capaciteitsorgaan vraagt nu, nu het stuwmeer al fors ontwikkeld is, aan de overheid de instroom in de initiële en vervolg- opleidingen drastisch te verminderen.

    De zelfsturing in de workforce capaciteit is door de artsen en zorginstellingen aan een centraal orgaan gegeven. Met als enig resultaat dat dit orgaan na veel rekenwerk met fraaie modellen dezelfde varkenscyclus ziet ontstaan en nog minder kan beïnvloeden.

  • V. Slenter

    directeur Capaciteitsorgaan, UTRECHT

    Vanuit het Capaciteitsorgaan enkele aanvullende detailopmerkingen;
    1) bij de 1.120 tot 1.320 genoemde instroomplaatsen voor medisch specialisten bevinden zich 62 tot 69 instroomplaatsen voor klinisch technische beroepen (klinische chemie, klinische f...ysica, en klinische farmacie), die niet per sé door een basisarts moeten worden ingevuld;
    2) het betreft niet vier specialismen binnen maatschappij en gezondheid, maar 3 profielen binnen maatschappij en gezondheid;
    3) niet genoemd in de verder uitstekende samenvatting (voor het medische gedeelte) is de stagnerende instroom in de opleidingen tot verzekeringsgeneeskunde en bedrijfsarts.

  • M. de Vries

    arts, AMSTERDAM

    Dat is prima te rijmen met de gedachte dat een arts per uur veel te veel geld kost. De overheid stuurt nu eenmaal op 'substitutie' door gespecialiseerd verpleegkundigen etc. Als de werkdruk hoog is (wachtlijsten) en het budget niet toereikend om meer... artsen in dienst te nemen, is daar de (goedkopere!) Nurse Practitioner om het gat te vullen. Het zou overigens niet de eerste keer zijn dat wachtlijsten als excuus worden gebruikt voor hervormingen (lees: bezuinigingen) in de gezondheidszorg.

    Maar dit alles natuurlijk onder het mom van kwaliteitsverbetering (waar men eigenlijk serviceverbetering me bedoelt)

  • N.A.A. van Oosterom

    huisarts, DELFT

    Waarom de luxe eens niet gebruiken om de wachtlijsten weg te werken en weer eens aandacht voor de patient te hebben.
    Overschot en vaak meer dan 4 weken wachttijd valt voor mij niet te rijmen

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.