Laatste nieuws
4 minuten leestijd
Federatienieuws

Campagne Artsen van Nu over deskundigheid

Plaats een reactie

Patiënten maken volop gebruik van hun autonomie. Ze zijn vaak kritisch, goed geïnformeerd en willen meebeslissen over hun behandeling. Maar hoe mondig patiënten ook zijn, ze blijven afhankelijk van de deskundigheid van artsen. Dit stelt hoge eisen aan artsen. Richtlijnen en protocollen vormen een belangrijke meetlat. Wordt hier voldoende naar gehandeld?

Uit een recent KNMG-ledenpanelonderzoek blijkt dat 67 procent van alle respondenten zichzelf ‘steeds op de hoogte van nieuwe richtlijnen voor het eigen vakgebied’ acht. Een gelijk percentage zegt het eigen handelen aan te passen als een protocol is vastgesteld.

Dit verbaast Pieter van den Hombergh, beleidsadviseur van de LHV, niet. ‘Er zijn allerlei kanalen waardoor huisartsen kennis nemen van nieuwe standaarden. Uiteraard via publicaties en nascholing, maar het kan ook zijn dat collega’s of artsen in opleiding, net geschoold in de nieuwste kennis, hen erop wijzen.’ Hij is blij verrast dat bijna driekwart (72%) van de ondervraagde artsen aangeeft gerichte bij- en nascholing te volgen om hun zwakke punten te verbeteren.

‘De meeste artsen volgen vaak bij voorkeur nascholing in onderwerpen waar ze al goed of geïnteresseerd in zijn. Het is de kunst om nascholing te volgen in datgene waar je zwak in bent. De uitdaging is om te faciliteren door bijvoorbeeld een op lacunes gericht aanbod om deskundigheid te bevorderen. Zo vormen kennistoetsen, om te bepalen op welke gebieden een arts nascholing nodig heeft, een goed middel, maar dit is niet simpel te regelen. Ook elkaar binnen toetsgroepen adviseren over na- en bijscholing, is een optie, die nu nog te weinig wordt gebruikt.’

Van den Hombergh raakt hiermee aan één van de thema’s van de bewustwordingscampagne Artsen van NU die vorige maand is gestart. Met quotes als ‘Ik wil elke dag beter worden’ en ‘Ik weet wat ik niet weet’ willen de KNMG en haar federatiepartners de medische beroepsgroep prikkelen om te blijven nadenken over de manier waarop artsen invulling geven aan hun medische professionaliteit. Het thema deskundigheid staat momenteel centraal in de campagne.

Al heeft de farmaceutische industrie minder invloed op de nascholing dan voorheen, toch moeten artsen blijven opletten dat de nascholing die ze volgen onafhankelijk is, meent Van den Hombergh. ‘Organisatie van de nascholing zonder inhoudelijke inbreng leidt al tot significante verandering in voorschrijven en de keuze van de onderwerpen speelt ook een belangrijke rol’, zegt hij.

‘Door ketenzorg en de belangen van de farmaceutische industrie komen niet-farmacotherapeutische onderwerpen als consultvoering, leefstijladvisering, kleine kwalen of zorg voor allochtonen minder aan bod. De deskundigheid van een huisarts ligt in het allround zijn, dat is nog waardevoller dan specialistische kennis.’

De beroepsgroep heeft daarom een morele plicht om brede en onafhankelijke nascholing te bieden, die alle facetten van de huisartsengeneeskunde behandelt , aldus Van den Hombergh. ‘We zijn op de goede weg. De helft van de door huisartsen gevolgde nascholing is immers onafhankelijke nascholing van de beroepsgroep zelf, inclusief de toetsgroepen.’

Geen straf
Ook Harry van Hulsteijn, bestuurslid kwaliteit van de Orde van Medisch Specialisten, benadrukt het belang van adequate bij- en nascholing. ‘De opleiding geneeskunde maakt je deskundig. Door bij- en nascholing blijf je het’, zegt hij. ‘Maar ook door goede intercollegiale toetsing in de maatschap. Collega’s houden elkaar scherp. En door externe kwaliteitsborging, zoals doorlopende patiëntenenquêtes, kwaliteitsvisitaties en IFMS.’

Volgens Van Hulsteijn is het draagvlak groot voor het project Individueel Functioneren Medisch Specialisten (IFMS), dat een traject van evaluatie omvat. ‘Het is geen straf, maar een kwaliteitsverbetering’, meent hij. ‘We zijn vaak al goed, maar het kan altijd beter. Ook een 7 mag best een 8 worden. En een 8 een 9.’ Uit het KNMG-ledenonderzoek blijkt dat medisch specialisten met 52 procent vaker dan gemiddeld (46%) voorstander zijn van toetsing van de individuele competenties van artsen bij (her)registratie. Het zou de invloed van de lopende discussie over en groeiende deelname aan IFMS kunnen zijn.

‘Het is mijn dringende wens dat IFMS voor 2012 een vereiste wordt voor herregistratie’, aldus Van Hulsteijn. ‘IFMS is een belangrijke aanvulling op de kwaliteitsvisitatie van de maatschap. Die kan tenslotte toch nog altijd verhullen dat een individu onvoldoende functioneert.’ Sinds 2006 is deelname aan kwaliteitsvisitatie een eis voor individuele herregistratie van medisch specialisten. Van Hulsteijn ziet nog meer potentieel. ‘Dit jaar komt de commissie Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit (WOK) met een advies om de gegevens van de kwaliteitsvisitaties ter beschikking te stellen aan de raad van bestuur van ziekenhuizen’, vertelt hij. ‘Dat is nog niet overal gebruikelijk, maar wel belangrijk. Er moet dan ook een judicium komen van onvoldoende, voldoende of goed. Dat zou moeten worden gekoppeld aan de accreditatie van ziekenhuizen, om kwaliteitsbeleid nog verder te professionaliseren.’

Aardig en vaardig
De deskundigheid van een arts zit niet alleen in medische kennis en handelen, maar ook in omgang en communicatie. Van het ledenpanel vindt 66 procent dat iedere arts moet worden getoetst op bejegening van patiënten en collega’s. Daarnaast ziet 72 procent het feit dat patiënten steeds beter geïnformeerd zijn als een uitdaging. ‘Patiënten worden zelf steeds deskundiger, dat verandert de consultvoering. Meestal positief, het zijn betere gesprekken ’, meent LHV-beleidsadviseur Van den Hombergh. ‘Ik geloof niet dat beter geïnformeerde patiënten direct gaan twijfelen aan de kennis van de arts. Het patiëntenoordeel berust vooral op hoe aardig ze een arts vinden en hoe goed de service is die hij verleent. Goed luisteren en orde scheppen in de informatie zijn daarbij belangrijk.’

‘Patiënten willen dat een arts veilig, aardig en vaardig is. Alleen dat leidt tot vertrouwen’, vult Van Hulsteijn aan. ‘En veel medici zijn toch geneeskunde gaan studeren vanuit een bepaald ideaal. Je wilt goed zijn en goed blijven, misschien wel beter dan je collega’s. Wie heeft er last van een ondeskundige dokter? De patiënt, zeggen ze altijd. Maar ook de arts zelf. Ieder arts wil scherp zijn en lekker functioneren.’

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.