Bruins: extra toetsing EU-arts niet nodig

Dat sommige EU-landen geen waarschuwingssysteem over zorgverleners gebruiken, vormt geen aanleiding om extra eisen te stellen aan die zorgverleners als zij in Nederland willen werken. Dat vindt minister voor Medische Zorg Bruno Bruins.

In 2016 werd een Europees waarschuwingssysteem in gebruik genomen, dat de lidstaten verplicht moeten gebruiken om elkaar te informeren over bevoegdheidsbeperkende maatregelen die zijn opgelegd aan zorgverleners in gereglementeerde zorgberoepen, zoals artsen. Op die manier moet worden voorkomen dat zorgverleners die hun beroep in eigen land niet meer of slechts gedeeltelijk mogen uitoefenen, in een ander EU-land volledig aan de slag gaan. NRC berichtte begin dit jaar dat tien van de 28 EU-lidstaten het systeem nooit hebben gebruikt.

Minister Bruins bevestigt dit in een brief aan de Tweede Kamer: tot februari hebben Bulgarije, Cyprus, Estland, Griekenland, Letland, Luxemburg, Malta, Slovenië, Slowakije en Tsjechië nog geen meldingen gedaan via dit waarschuwingsmechanisme. Bruins meent dat het niet-melden van die landen te maken heeft met de manier waarop daar de regels voor zorgberoepen zijn ingericht. Volgens hem kennen niet alle landen een centraal register zoals het BIG-register, in combinatie met tuchtrecht, zoals Nederland. Er zijn landen waar een regionale autoriteit in plaats van een nationale autoriteit bepaalt wie een gereglementeerd zorgberoep mag uitvoeren, en landen waar niet een tuchtrechter maar een strafrechter bevoegdheidsbeperkende maatregelen mag opleggen.

SP-Kamerlid Maarten Hijink wilde weten of de minister hogere eisen aan zorgverleners uit die niet-meldende landen wil stellen. Bruins ziet geen mogelijkheid om andere eisen te stellen dan nu al gebeurt wat betreft vakbekwaamheid en taalvaardigheid. Volgens hem zou dat in strijd met internationaal recht zijn, en het weigeren van alle zorgverleners uit dergelijke landen ‘disproportioneel en onrechtmatig’.

VVD-Kamerlid Leendert de Lange wilde weten wat Bruins kan doen om de werking van het waarschuwingsmechanisme te verbeteren. Bruins zegt dat hij andere lidstaten zal wijzen op de manier waarop in Nederland wordt gewerkt, en het belang van het Europese systeem te zullen benadrukken. KNMG-voorzitter René Héman pleitte er eerder voor dat lidstaten de afspreken beter moeten naleven en dat de Europese Commissie hierop moet toezien.

De Europese Commissie komt naar verwachting binnen enkele maanden met een evaluatie van de werking van het systeem.