Laatste nieuws
2 minuten leestijd
Praktijkperikel

Brood smeren

Plaats een reactie

Echtpaar, beiden halverwege de tachtig. Geen kinderen, neef en nicht die af en toe langskomen. Wonen in een klein huisje, met af en toe wat (Wmo-)thuiszorg. Hij heeft twee keer een beroerte gehad en is ‘een tikkeltje dement’. Zij is prima in orde. Maar… zij gaat acuut dood.



De neef en nicht zien het niet zitten dat oom alleen blijft wonen en dringen sterk aan op een crisisopname. Als huisarts denk ik dat het in het belang van die meneer is om op zo’n moment te worden overgeplaatst naar een verpleeg- of verzorgingshuis. Ik spreek met de wijkverpleegkundige af dat meneer een aantal weken intensieve ondersteuning krijgt en dat we dan verder kijken. Ik doe wel alvast een vooraanmelding van een ‘mogelijk op til zijnde crisis’ bij het Riagg.



Dan komt het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) in zicht. De indicatiesteller meent, op afstand en via de telefoon, dat het aantal gevraagde uren wat te veel is en dat het klaarmaken van de maaltijden vanuit de Wmo dient te worden betaald. Kortom, het aantal in te zetten uren wordt fors teruggebracht.


Boos bel ik zelf deze CIZ-mevrouw en vraag of ze snapt dat we met het bezweren van een crisis bezig zijn en niet met het ‘smeren van brood’. Ze begrijpt niet dat de maaltijden een middel zijn om bij die meneer binnen te komen en structuur te geven, om bij te sturen, om risico’s in te schatten. Nee, de wijkverpleegkundige krijgt níet de gevraagde uren. Via de gemeente en de Wmo moesten we maar een indicatie voor ‘brood smeren’ aanvragen.



Dit gebeurt er nu als financiële schotten, als bureaucratische instanties, zonder enige betrokkenheid met de dagelijkse praktijk leidend zijn in de zorg.


Echtpaar, beiden halverwege de tachtig. Geen kinderen, neef en nicht die af en toe langskomen. Wonen in een klein huisje, met af en toe wat (Wmo-)thuiszorg. Hij heeft twee keer een beroerte gehad en is ‘een tikkeltje dement’. Zij is prima in orde. Maar… zij gaat acuut dood.



De neef en nicht zien het niet zitten dat oom alleen blijft wonen en dringen sterk aan op een crisisopname. Als huisarts denk ik dat het in het belang van die meneer is om op zo’n moment te worden overgeplaatst naar een verpleeg- of verzorgingshuis. Ik spreek met de wijkverpleegkundige af dat meneer een aantal weken intensieve ondersteuning krijgt en dat we dan verder kijken. Ik doe wel alvast een vooraanmelding van een ‘mogelijk op til zijnde crisis’ bij het Riagg.



Dan komt het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) in zicht. De indicatiesteller meent, op afstand en via de telefoon, dat het aantal gevraagde uren wat te veel is en dat het klaarmaken van de maaltijden vanuit de Wmo dient te worden betaald. Kortom, het aantal in te zetten uren wordt fors teruggebracht.


Boos bel ik zelf deze CIZ-mevrouw en vraag of ze snapt dat we met het bezweren van een crisis bezig zijn en niet met het ‘smeren van brood’.



Ze begrijpt niet dat de maaltijden een middel zijn om bij die meneer binnen te komen en structuur te geven, om bij te sturen, om risico’s in te schatten. Nee, de wijkverpleegkundige krijgt níet de gevraagde uren. Via de gemeente en de Wmo moesten we maar een indicatie voor ‘brood smeren’ aanvragen.



Dit gebeurt er nu als financiële schotten, als bureaucratische instanties, zonder enige betrokkenheid met de dagelijkse praktijk leidend zijn in de zorg.

Praktijkperikel thuiszorg
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.