Bloeddrukverloop voorspelt risico beter

Het verloop van de bloeddruk zou wel eens een betere voorspeller van het risico op hart- en vaatziekten kunnen zijn dan een enkele bloeddrukmeting op middelbare leeftijd. Tussen vroege volwassenheid en middelbare leeftijd stijgt de gemiddelde bloeddruk, maar bij sommige groepen weinig en bij anderen heel veel. Dit blijkt uit een langdurige prospectieve studie van Norrina Allen e.a. die in JAMA verschijnt.

Bij bijna vijfduizend Amerikaanse deelnemers maten zij de bloeddruk op acht momenten, van rond de 25 jaar tot rond de 50 jaar oud. Ze gebruikten het gemiddelde van systolische en diastolische druk om te kijken hoe het verloop van de bloeddruk over de jaren was. Daaruit kwamen vijf groepen, mensen die gemiddeld of hoog startten en wel of niet fors stegen, en mensen die laag startten en relatief laag bleven. Roken en dikker worden waren gerelateerd aan stijgen van de bloeddruk.

Ten tijde van de laatste meting werd bij driekwart van de originele proefpersonen ook gemeten in hoeverre er calcificatie van de kransslagaders was opgetreden. De onderzoekers maakten gebruik van zo’n surrogaateindpunt voor hart- en vaatziekten, omdat de groep nog ‘te jong’ was om een significant verschil in harde eindpunten zoals morbiditeit en sterfte aan te tonen. Na correctie voor medicatie, demografische gegevens en andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten, bleek dat hoe meer de bloeddruk was gestegen, hoe hoger de mate van calcificatie aan het eind van de rit. Wat dit in de praktijk voor consequenties heeft, zal moeten blijken. Vanaf 20 jaar elke vijf jaar bloeddruk meten, grafiekjes maken en surrogaateindpunten behandelen met pillen?

Misschien is het antwoord wel veel saaier: inzetten op behoud van gezond gewicht en niet beginnen met roken. Daar valt nog winst te behalen, zeker gezien de gemiddelde BMI’s van de vijf groepen uit deze studie: aan het eind van de rit zijn ze allemaal hoger dan 25.

Sophie Broersen