Laatste nieuws
Achter het nieuws

BIG en de paarse krokodil

De feiten op een rij over het vermelden van het BIG-nummer

10 reacties

Vanaf 1 april moeten artsen hun BIG-nummer bij hun naam vermelden. Artsen zitten daar op zijn zachtst gezegd niet op te wachten. Negen vragen over deze nieuwe verplichting.

1. Wat ging eraan vooraf?

Op 12 februari zette de beheerder van het BIG-register, het CIBG, het nieuwsbericht ‘Laat uw BIG-nummer zien’ online. Artsenfederatie KNMG kreeg een week later van het CIBG tijdens een overleg het verzoek dit onder artsen bekend te maken. Not amused trok de KNMG aan de bel. Want de plicht om te vermelden pakte ‘veel omvangrijker’ uit waardoor invoering op 1 april 2019 te vroeg zou zijn. De Federatie Medisch Specialisten sloot daarbij aan met het bericht ‘De dokter wil geen nummer zijn’ dat de roep om aanpassingen en uitstel bevatte.

Een deel van de achterban had via social media al laten weten deze verplichting überhaupt geen goed idee te vinden. De aankondiging leidde tot wilde associaties zoals met het oormerken van dieren en met de nummertatoeages uit Hitlers kampen. De verontwaardiging over het paarsekrokodilgehalte van de maatregel was groot. ‘Echt, mensen hebben geen idee wat er gaande is in de zorg en dat al dat continue geregistreer en regels echt (!) iedereen demotiveert. Dit is weer zo’n druppel. De zoveelste. Genoeg’, verwoordde longarts Sander de Hosson dat ressentiment.

2. Wat verandert er eigenlijk?

De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) gaat op de schop op onderdelen als tuchtrecht en de vermelding van het BIG-nummer. De nieuwe wet bepaalt dat beroepsbeoefenaren hun BIG-nummer moeten voeren, maar beschrijft niet precies in welke gevallen. Dat wordt geregeld in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), die ook het moment aankondigt waarop de wet in werking treedt.

3. Wat zegt die AMvB precies?

De AMvB is nog niet gepubliceerd. Daarmee staat de datum van 1 april die al overal rondzingt, nog niet officieel vast. De KNMG roept de toezegging van minister Bruins aan de Kamer in herinnering dat bij de totstandkoming van de AMvB ‘de verschillende beroepsverenigingen – waaronder de KNMG – en brancheorganisaties worden betrokken’. Dat was voor de KNMG ook de reden om af te wachten tot het ministerie zich zou melden. Maar het enige wat de KNMG heeft gehoord naast het verzoek van het CIBG om artsen te informeren, was ‘de mededeling dat de AMvB nog niet was gepubliceerd’, aldus een KNMG-woordvoerder.

4. Wat houdt de verplichting volgens het CIBG dan in?

De strekking van het bericht op de CIBG-website is dat vanaf april de 360 duizend BIG-geregistreerden hun nummer moeten vermelden waar nu nog alleen hun naam en specialisme staan. Waar is dat dan? ‘Websites en andere digitale media, briefpapier, e-mailondertekening, facturen en bordjes in wachtkamers’, aldus het CIBG. In de Twitterstorm die uitbrak nadat de KNMG het persbericht had uitgebracht, voegde het ministerie van VWS via een tweet nog toe: ‘(…) social media, zoals Twitter of een andere app. Het gaat dus om het communiceren als arts, ongeacht hoe dat gebeurt.’

5. Is er een overgangsregeling?

De verplichting moet ‘zo snel als mogelijk’ worden uitgevoerd, stelt het CIBG. De instantie schat in dat vermelden van het BIG-nummer op websites, social media en in de mail ‘eenvoudig en snel’ is geregeld als het één BIG-geregistreerde zorgverlener betreft. Grote instellingen moeten een plan hebben om zo snel mogelijk hun facturen en websites aan te passen. Schrale troost: voorraden voorbedrukt briefpapier mogen worden opgebruikt.

6. Waarom wil de overheid die verplichting?

Het was een idee van degenen die de Wet BIG evalueerden, lichtte minister Bruno Bruins vorig jaar aan de Tweede Kamer toe. Beroepsbeoefenaren moesten beter vindbaar worden in het register, want dat liep niet soepel. ‘In de praktijk blijkt dat het BIG-register het makkelijkst doorzoekbaar is met het BIG-nummer van een beroepsbeoefenaar’, aldus Bruins. De zoekfunctie van de BIG-site is weliswaar aangepakt en een uitleg speciaal voor patiënten is toegevoegd. Maar het gaat toch mis als een arts de achternaam van de partner voert maar daarmee niet is ingeschreven, of als zzp’er in meerdere plaatsen werkt, maar in het register staat met zijn woonplaats. De KNMG onderschrijft deze verandering overigens met het oog op transparantie.

7. En als artsen dat nou eens weigeren?

Burgerlijke ongehoorzaamheid was een veelgehoorde reactie en de oproep daartoe door psychiater Remke van Staveren kreeg op LinkedIn veel adhesie. Uit het CIBG-bericht valt op te maken dat de handhaving al wel is belegd: de inspectie zal erop gaan toezien en kan een bestuurlijke boete opleggen. Maar diezelfde inspectie hulde zich afgelopen week in stilzwijgen over het moment waarop en hoe ze gaan handhaven.

8. Is er nog iets te veranderen aan de situatie?

Ja, stelt de woordvoerder van de KNMG, want ‘de AMvB (de officiële publicatie over de wijze waarop het BIG-nummer vermeld moet worden) is nog niet gepubliceerd’. Minister Hugo de Jonge – verantwoordelijk voor regeldruk – kreeg afgelopen week een brief van vijftien vertegenwoordigers van artsen en tandartsen, verpleegkundigen, ziekenhuizen en umc’s, gehandicaptenzorg, psychologen, verloskundigen en apothekers, physician assistants en zorgondernemers. Initiatiefnemer KNMG liet hiermee weten dat de verplichting voor zorgverleners om hun BIG-nummer overal bij hun naam te vermelden, geen administratieve lasten mocht meebrengen.

9. En hoe reageert het ministerie van VWS?

Het ministerie heeft een gesprek met de KNMG en andere vertegenwoordigers toegezegd. Er is nog geen datum. Maandagochtend is er op het ministerie overleg geweest over de kwestie. Maar bij het ter perse gaan van dit nummer, had de afdeling Voorlichting nog geen antwoord op de vraag welke koers VWS wil varen. 

lees ook blogs over dit onderwerp download dit artikel
Achter het nieuws bureaucratie
  • Eva Nyst

    Eva Nyst werd geboren in Australië en groeide op in Middelburg. Ze studeerde filosofie en theologie aan de Universiteit van Amsterdam en werkte twee jaar als journalist bij De Volkskrant. Van 2001 tot 2022 was ze in dienst bij Medisch Contact. Sindsdien is zij werkzaam bij de KNMG als beleidsadviseur.  

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.