Bezwaar tegen de wet aanscherping kwaliteitsstandaarden 

De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, GGZ Nederland, MIND, het Nederlands Instituut van Psychologen, de Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland hebben, naast anderen, bezwaar ingediend tegen de voorgenomen Wet aanscherping toetsing voorgedragen kwaliteitsstandaarden.

Ze vrezen dat het wetsvoorstel gevolgen zal hebben voor alle professionele standaarden en kwaliteitsstandaarden. Dit zal volgens hen tot ongewenste effecten leiden. 

Ministers Hugo de Jonge (VWS) en Bruno Bruins (Medische Zorg) willen dat het kabinet weer bepaalt hoeveel geld er wordt uitgetrokken voor de zorg. Directe aanleiding was het vorig jaar door het Zorginstituut Nederland opgestelde kwaliteitskader voor de verpleeghuiszorg, met daarin onder andere normen voor personeelsaantallen. Hierdoor verplichtte de overheid zich – tot kennelijke verrassing van de Tweede Kamer – om per 2021 jaarlijks 2,1 miljard euro extra in deze zorg te steken. 

Met de voorgestelde aangescherpte toetsing komt het kabinet terug op het eerder ingenomen standpunt dat de vrijheid van medisch handelen op grond van wetenschappelijke of vakinhoudelijke gronden niet door politieke beïnvloeding mag worden gestuurd. En dat nu is tegen het zere been van onder meer de NVvP en andere tegenstanders. Zij vinden dat het medisch handelen ‘onnodig ingrijpend wordt ingeperkt’. Het is ‘aan de professies en aan het veld’ wat de professionele standaard is en alle normen en regels die daar – expliciet en impliciet – onder vallen, stellen zij. Zij dringen erop aan om de ‘herdefiniëring van de professionele standaard' uit het wetsvoorstel te halen. 

De Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland zijn tegen het hele wetsvoorstel, ‘dus ook tegen het aangescherpte wetsvoorstel’. De andere partijen die bezwaar maken – onder meer de verenigde psychiaters en psychologen – vinden dat het wetsvoorstel zich moet beperken ‘tot waar het voor is bedoeld’, namelijk het invoeren van een financiële toets voor enkele kwaliteitsstandaarden met ‘substantiële financieel verstrekkende gevolgen’. Ook menen zij dat het een omvangrijke administratieve lastendruk met zich mee zal brengen.