Bewoners van instellingen steeds ouder en zorgbehoevender

Bewoners van verpleeghuizen hebben steeds vaker een zeer hoge leeftijd en hun zorgbehoefte is groot. Dat blijkt uit een rapport dat onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deze week publiceerden. De studie is gebaseerd op de data uit het onderzoek ‘Ouderen in Instellingen’, waarin 1601 verpleeg- en verzorgingshuisbewoners of hun vertegenwoordigers tussen 2015 en 2016 zijn geïnterviewd. Volgens een van de onderzoekers, Debbie Verbeek, ‘waren deze actuele en representatieve cijfers eerder niet voorhanden’.

De scheidslijn tussen de verpleeg- en verzorgingshuizen vervaagt. Alleen degenen met de zwaarste zorgbehoefte krijgen toegang tot een instelling.

De meeste instellingsbewoners zijn ouder dan 85 jaar. Meer dan 40 procent van de bewoners is ouder dan 95 jaar en 73 procent is vrouw. Laagopgeleiden zijn in de meerderheid (80%). De instellingspopulatie kampt met ernstige gezondheidsklachten: geheugenklachten (bijna driekwart), ernstige tot zeer ernstige lichamelijke beperkingen (81%), twee tot meer dan vijf chronische aandoeningen (85%). Als gevolg hiervan slikt 94 procent van de ouderen geneesmiddelen, veelal pijnstillers (45%). Twee derde krijgt wekelijks bezoek, vooral van hun partner en kinderen. Ongeveer 15 procent krijgt zelden of nooit visite. Informele hulp krijgen ouderen van familie (73%), vrienden (12%), vrijwilligers (38%). Een kwart van de bewoners komt zelden of nooit buiten. Twee derde komt dagelijks (30%) of een keer per week buiten (34%). Bijna de helft gaf aan vaker naar buiten te willen, maar dit niet te kunnen door gezondheidsproblemen of gebrek aan gezelschap.

De onderzoekers concluderen dat door verscherpte toegangsregels de zorgbehoefte van degenen die naar een verpleeghuis verhuizen steeds groter is.

Lees ook: