Beter baren (3)
Plaats een reactieHulde voor de strekking van het artikel (MC 3/2008: 96) van Visser en Steegers. De auteurs menen dat er al een beroepsgroep (bedoeld zijn de gynaecologen) is die de uitwendige versie bij stuitligging beheerst.
Dit behoeft nuancering: in het vorige decennium werd de uitwendige versie in verscheidene gynaecologische opleidingsklinieken niet meer onderwezen.1 Pas na de Term Breech Trial (2000) ontstond er hernieuwde belangstelling. Desondanks werd er in 2004 in hooguit 95 procent van de Nederlandse klinieken een uitwendige versie verricht. En slechts in 28 procent van de vakgroepen werd de versie door alle gynaecologen verricht. In twee klinieken zelfs alléén door tweedelijns verloskundigen.2 Ook binnen de beroepsgroep is er dus nog plaats voor een inhaalslag.
Overigens werd al in 1990 gepleit voor optimale verloskunde: niet alleen de gynaecoloog, maar ook de anesthesioloog, het OK-team en de kinderarts zouden buiten kantooruren in het ziekenhuis paraat moeten zijn. Helaas zijn de gynaecologen nu in de landelijke pers de kop van Jut: Meer sterfte bij de geboorte s nachts (NRC 19 januari 2008). De boodschap moet zijn dat het hele team 24 uur in het ziekenhuis paraat moet zijn.
Arnhem, januari 2008
dr. A.T.M.Verhoeven,
dr. J.P. de Leeuw, vrouwenartsen en organisatoren cursus stuitligging en schouderdystocie
Literatuur
1. Smalbraak HB, bew. Verhoeven ATM, Uitwendige versie bij stuitligging, Opkomst en neergang in 31 jaar. Ned Tijdschr Obst Gyn 2007; 120: 06:3-6. 2. Feitsma AH, Middeldorp JM, Oepkes D. De uitwendige versie bij de à terme stuit; een inventariserend onderzoek. Ned Tijdschr Obst Gyn. 2007; 120; 02: 4-7.
- Er zijn nog geen reacties