Behandeladviezen kanker wisselend opgevolgd

Behandeladviezen voor kanker worden wisselend opgevolgd door artsen. Of adviezen worden opgevolgd, blijkt flink te verschillen per kankersoort, per type behandeling en of het een advies is om wél of juist niet een bepaalde behandeling in te zetten.

Dat blijkt uit een onderzoek door Nivel naar vijftien behandeladviezen voor de behandeling van vijf veelvoorkomende kankersoorten (borstkanker, darmkanker, prostaatkanker, longkanker en melanoom), waarvoor de gegevens van 102.272 patiënten tussen 2007 en 2012 werden geanalyseerd. Het verschil blijkt groot tussen kankersoorten; 99 procent van de behandeladviezen voor melanomen wordt opgevolgd, tegen 53 procent van die voor longkanker. Adviezen om een bepaalde behandeling níet uit te voeren wordt in 98 procent van de gevallen opgevolgd, terwijl het aantal artsen dat een bepaalde behandeling wél uitvoert volgens het advies 75 procent is. Ook het type behandeling maakt verschil; bij chemotherapie wordt 40 procent van de behandeladviezen opgevolgd en bij hormoontherapie 92 procent. Of een behandelrichtlijn al wat ouder was en hoeveel bewijs er is voor de juistheid van het behandeladvies, bleek niet veel verschil te maken. Wel bleken er ook grote verschillen tussen ziekenhuizen te bestaan.

Nivel-onderzoeker Marianne Heins benadrukt op de website van Nivel dat artsen die de behandeladviezen niet opvolgen, niet per definitie slechte zorg geven. Ze noemt het helemaal niet wenselijk dat een behandelvoorschrift bij iedereen wordt opgevolgd, omdat afwijken in individuele gevallen beter kan zijn. Toch vindt ze dat beroepsgroepen verder moeten onderzoeken waarom er verschillen zijn in het opvolgen van adviezen en dat ziekenhuizen informatie moeten krijgen over hoe goed ze verschillende adviezen opvolgen.