Laatste nieuws
Mathijs Smit
5 minuten leestijd
werk en inkomen

Bedrijfsartsen in het nauw

5 reacties

Zorgen over overname arbodienst Achmea Vitale

De verkoop van arbodienst Achmea Vitale veroorzaakt veel onrust onder de 260 bedrijfsartsen die er werken. Ze zijn vooral ongerust over de arbeidvoorwaarden bij de koper.

In de namiddag van 17 januari was het Media Plaza van de Jaarbeurs in Utrecht het toneel van een roerige bijeenkomst. Ruim drie uur lang werden honderden medewerkers van arbodienst Achmea Vitale geïnformeerd over de beslissing van het moederconcern om dit bedrijfsonderdeel af te stoten. Een dag eerder had Achmea bekendgemaakt de arbodienstverlener te verkopen aan het ‘Zorg van de Zaak’-netwerk. ‘De opkomst was zeldzaam hoog’, aldus onderhandelaar Wim Brouwer van vakbond De Unie. ‘Van de achthonderd werknemers waren er minstens zeshonderd aanwezig.’

De opkomst weerspiegelt de zorg die leeft onder de werknemers, onder wie zo’n 260 bedrijfsartsen. Dat Achmea al lang met het bedrijfsonderdeel worstelt, was bij de meesten wel bekend. Afgelopen jaren hadden zij de ene na de andere reorganisatieronde meegemaakt. Daarbij waren veel collega’s afgevloeid. Maar de verkoop komt toch als een verrassing. In het meest recente jaarverslag omschreef Achmea haar arbotak juist nog als een ‘goede aanvulling op het verzekeringsbedrijf’.

Hoe anders luidde het persbericht waarmee de grootste verzekeringsgroep van Nederland (premieomzet 2 miljard euro, 20.000 werknemers) de verkoop wereldkundig maakte. Daarin stelt Achmea dat de verkoop ‘uitstekend past in de strategie om zich te concentreren op haar verzekeringsactiviteit’. Volgens de verkoper en de koper is de overname noodzakelijk omdat de markt voor bedrijfsgeneeskunde krimpt. Alleen een combinatie van arbodiensten zou, door schaalgrootte en synergievoordelen, redding kunnen brengen.

Grote verliezen

Afgelopen jaren blijkt Achmea schokkend grote verliezen met Vitale te hebben geleden. In 2010 bedroeg het verlies 16 miljoen euro op een omzet van 106 miljoen euro (ruim 15%). ‘Wij hebben alles gedaan om er een succes van te maken, maar het is niet gelukt’, licht woordvoerder Marco Simmers toe. ‘Daarom denken wij ook dat het bedrijf door een fusie met een branchegenoot betere kansen heeft.’ Die branchegenoot is het ‘Zorg voor de Zaak’-netwerk, een groep arbeidsmarktgerelateerde dienstverleners, waaronder arbodienst MaetisArdyn. Het netwerk, dat onder leiding staat van ondernemer Marius Touwen, telt 875 werknemers. Veel details van de overname zijn niet bekendgemaakt, ook niet tijdens de personeelsbijeenkomst in Utrecht.

De vragen die tijdens de bijeenkomst uit de zaal kwamen, illustreren volgens vakbondsman Brouwer de vele onzekerheden die bij de werknemers leven. ‘Er bestaan vooral zorgen over de arbeidsvoorwaarden. Zo kent Achmea een nette cao, maar ontbreekt die volledig bij de koper. Daarover heerst teleurstelling. Saillant is dat directeur Touwen dit toeschrijft aan de wens van de ondernemingsraad. Mijn ervaring is meestal dat de or in dergelijke gevallen niet anders kan.’ Verder nam Brouwer zorgen waar over het sociaal plan, de pensioenregeling en de overige arbeidsvoorwaarden. ‘De verworvenheden bij Achmea wisselt men in tegen iets ongewis. De koper is een “netwerk”, dat heeft iets heel diffuus. De medewerkers zijn er beducht op dat het allemaal gaat verslechteren.’

Onderhandelaar Brigitte Sprokholt van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) herkent de zorgen. Bijna honderd artsen bij Achmea Vitale zijn aangesloten bij de belangenvereniging. En een deel daarvan onderhoudt inmiddels nauw contact met de LAD. Ook zij wijst op de onduidelijkheden rond de bedrijfsgroep van Touwen. ‘Omdat de ondernemingen uit dat netwerk allemaal weer anders met arbeidsvoorwaarden omgaan, is het onduidelijk wat straks precies gaat gelden voor onze leden bij Vitale.’

Een nette cao
ontbreekt bij de koper

Tot de gevoeligste thema’s rekent Sprokholt het pensioen. ‘Dat is tegenwoordig sowieso een hot issue. Achmea heeft een eigen pensioenfonds, maar daar kunnen de werknemers niet blijven.’ En een voor haar arts-leden specifieke zorg is de leaseauto, waarmee zij klanten bezoeken. De LAD-onderhandelaar heeft haar leden gevraagd om hun ‘pijnpunten’ aan te geven, zodat zij in de onderhandelingen de arbeidsvoorwaarden die voor hen van belang zijn zoveel mogelijk kan behouden.

Roerige markt

De problemen bij Achmea Vitale staan niet op zich. De markt voor arbodienstverlening is al jaren buitengewoon roerig. In de jaren negentig begon de overheid de sector onder druk te zetten om de naar Europese maatstaven hoge verzuimpercentages omlaag te krijgen. Een deel van de kosten van arbeidsverzuim verschoven daarbij naar de werknemers en werkgevers, die bij ziekte bijvoorbeeld langer loon moesten doorbetalen. Met de liberalisering van de markt voor bedrijfsgeneeskunde, die tot dan toe vooral vanuit de werkgevers was georganiseerd, traden ook nieuwe aanbieders toe. Die concurrentie zou moeten leiden tot hogere effectiviteit tegen lagere kosten.

Mede als gevolg van de verwachte marktgroei nam het aantal werkzame, geregistreerde bedrijfsartsen in Nederland de afgelopen tien jaar fors toe. Volgens een vorig jaar verschenen rapport van onderzoeksinstituut Nivel groeide de beroepsgroep tussen 2000 en 2010 van 1400 tot bijna 2000 artsen. Het merendeel van hen (63%) werkt bij een arbodienst, waarvan de grootste Arbo Unie, 365/ArboNed, Achmea Vitale en MaetisArdyn zijn. Bijna 10 procent werkt rechtstreeks bij een grote onderneming, een klein kwart werkt als zelfstandige.

Maar door de toetreding van nieuwe aanbieders en doordat bedrijven sinds 2005 niet meer wettelijk verplicht bij een arbodienst aangesloten zijn, bevinden de bedrijfsartsen zich al jaren in een krimpende vechtmarkt. Een van de trends is dat klanten een deel van de handelingen rond verzuim en preventie zelf gaan regelen, en voor de rest maatwerk eisen. Vooral de grote, wat loggere spelers hebben hieronder geleden. Zo verloor Arbo Unie, tot dusverre marktleider met een geschat marktaandeel van 24 procent, de afgelopen jaren tientallen miljoenen euro omzet. Het bedrijf heeft daardoor honderden werknemers moeten ontslaan, onder wie veel bedrijfsartsen.

Behoefte

Voorzitter Pieter van Rodenburg van de Nederlandse Vereniging van Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB), zelf bedrijfsarts, ziet de verkoop van Achmea Vitale dan ook als exemplarisch voor problemen van de hele sector. Hij wijt die problemen vooral aan de marktwerking die de overheid heeft ingevoerd. ‘Door te werken met aanbestedingen moeten alle aanbieders zo laag mogelijk inschrijven. Dat leidt tot krimp in de sector, en de uitstroom van bedrijfsartsen bij arbodiensten.’

Dat terwijl de vraag naar arbodienstverlening niet terugloopt, meent de NVAB-voorzitter. ‘Integendeel, de behoeften bij bedrijven zijn groot. Dat blijkt onder andere uit het succes van de vrijgevestigde bedrijfsartsen. Om nog maar te zwijgen van de mensen die van arbozorg verstoken blijven, zoals de 700.000 zelfstandigen zonder personeel. Marktwerking heeft er niet toe geleid dat zorg daar terechtkomt waar die moet zijn.’

De NVAB-voorzitter maakt zich zorgen, ‘omdat wij verwachten dat de krimp nog wel even doorzet, en het huidige kabinet geen aanstalten maakt om zó te sturen dat de behoeftes wel gedekt worden.’

Mathijs Smit


Achtergrondinformatie

Nivel-rapport: Capaciteitsraming voor bedrijfsartsen 2012-2022/2028.

H.N. Plomp, G. van der Wal en A.N.H. Weel, Marktwerking in de sociale zekerheid en Arbo-dienstverlening. Ned Tijdschr Geneeskd. 1999; 143: 1374-8.

Door de toetreding van nieuwe aanbieders bevinden de bedrijfsartsen zich al jaren in een krimpende vechtmarkt. Beeld: iStockphoto
Door de toetreding van nieuwe aanbieders bevinden de bedrijfsartsen zich al jaren in een krimpende vechtmarkt. Beeld: iStockphoto
Eerdere MC-artikelen over dit onderwerp: <strong>Klik hier voor een PDF van dit artikel</strong>
werk en inkomen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • P.L.S. Karper

    bedrijfsarts, PIJNACKER

    Beste Mathijs,

    Bij het lezen van jouw stuk (“Bedrijfsartsen in het nauw”, MC van 3 februari) bekroop ons een onaangenaam gevoel. Waarover moeten wij ons nu ongerust maken? Wij vinden nuancering bij jouw artikel op zijn plaats, en ook gewenst voor ee...n meer realistisch beeld.

    Natuurlijk volgden wij in groten getale en met veel belangstelling de bijeenkomst van 17 januari 2012. Met name de openheid van onze directie en de benaderbaarheid van Marius Touwen verrasten ons aangenaam. In plaats van achter de schermen verder te onderhandelen hebben zij besloten ons als medewerkers in een vroeg stadium in te lichten. Dat kunnen wij alleen maar waarderen. Om nu te spreken over veel onrust gaat ons te ver. Wij kunnen ons veel meer vinden in kritisch volgen.

    Jouw artikel loopt alleen maar over van verhalen rond onze arbeidsvoorwaarden, waarbij “de medewerkers er beducht op zijn dat het allemaal gaat verslechteren”. Achmea is een prima werkgever en er zullen door de overgang zeker zaken veranderen, maar zijn onze collega’s bij het “Zorg van de Zaak-netwerk” zo slecht af? Is een cao altijd beter dan een met de ondernemingsraad afgesloten regeling? Zijn onze vertegenwoordigers in de medezeggenschap niet capabel genoeg om onze belangen te borgen? De vertegenwoordiger van De Unie, dhr. Brouwer weet het allemaal al en spreekt hier weinig vertrouwen in uit.

    Waarom volsta je er mee om in jouw artikel kwalificerende opmerkingen te maken over het “Zorg van de Zaak-netwerk” als “iets ongewis”, waarin een “nette cao” ontbreekt, een “netwerk” dat “iets heel diffuus heeft”; het lijkt wel een samenzwering. Waarom spreek je niet over de voordelen in de samenwerkingsverbanden die er zijn binnen het “Zorg van de Zaak-netwerk”? Eerlijk gezegd hadden wij als bedrijfsarts niet een heel grote affiniteit met de grote verzekeraar Achmea. Op een enkele uitzondering na bouwden wij maar heel beperkt contacten op binnen Achmea. En velen van ons hebben ons altijd een vreemde eend in de bijt gevonden; en andersom is dat ook zeker het geval.
    Daarnaast blijft in je artikel onvermeld dat de ‘schokkend grote verliezen’ van Achmea Vitale juist grotendeels het gevolg waren van onze band met Achmea: verplichte dure IT, huisvesting en afdracht aan de Holding.

    Als jouw artikel het nu ook had gehad over de kansen die het biedt om in een groter samenwerkingsverband de markt op te gaan, dan had het toegevoegde waarde gehad. Een groot samenwerkingsverband waarin wij ons sterk kunnen maken voor een goede dienstverlening en mooie producten kunnen ontwikkelen om nog betere zorg te bieden aan iedereen. Want dat is een afweging die de meesten van ons ook maken; en waarmee voor velen onder de streep een positief gevoel overblijft. Wij kunnen ons zo voorstellen dat in deze denktank van Marius Touwen mooie dingen kunnen ontstaan, omdat de ondernemer Touwen het ook in zich heeft om met passie en visie te praten over de inhoud waar de bedrijven in zijn netwerk voor staan. Dat geldt ook voor de detachering van arboprofessionals naar andere bedrijven binnen het Netwerk. Dat is helemaal geen reden voor zorg, dat biedt een nieuw perspectief. En daaraan bestaat ook bij ons veel behoefte, juist nu!

    Waarom juist nu? Omdat, door de huidige concurrentie tussen arbodiensten en arbodienstverleners in een krimpende markt. wordt bijgedragen aan de versplintering van kennis en vaardigheden. Binnen deze markt is het lastig je doel als bedrijfsarts of arbozorgverlener voor ogen te houden: namelijk zorg bieden aan werkend Nederland op de best mogelijke wijze. Inbegrepen belangrijke en groeiende groepen die nu op onverantwoorde en oneigenlijke gronden van deze zorg verstoken blijven: de verloren groep van 700.000 ZZP-ers, Wajongers enz.. Hier is nog veel te winnen bij het oplossen van de echte problemen die zich rond ons werk in de samenleving voordoen!

    Nog niet zo lang geleden werd de groep van bedrijfsartsen in Medisch Contact al “weggezet” met een “stoffig imago”; nu zitten wij kennelijk “in het nauw”. Alsof wij ons allemaal weer Calimero mogen voelen? Alsof de arbodienst alleen uit bedrijfartsen zou bestaan? Jammer dat wij als medewerkers van arbodiensten nu weer in een negatief daglicht komen te staan. Alsof wij ons alleen maar druk maken over ons geld en niet over de aard, de kwaliteit en het bereik van de dienstverlening die wij graag willen verzorgen.

    Op dat punt sluiten wij ons graag aan bij de relevante opmerkingen die NVAB-voorzitter Pieter Rodenburg daarover in jouw artikel maakt: onze zorg komt nu niet altijd daar terecht waar die moet zijn. Wij denken dat wij ons als arbozorg dienstverleners daarover met recht meer druk moeten maken. Hoe kunnen wij anders met kans op succes de grote uitdagingen die zich in onze maatschappij aandienen oppakken? Het zou wel eens kunnen blijken dat wij hiervoor beter zullen zijn toegerust in het netwerk van Marius Touwen.
    Natuurlijk is de komende periode spannend en onzeker, maar wij richten ons liever op kansen en mogelijkheden, dan op beperkingen en bedreigingen. Daar zijn we tenslotte professional voor!

    Henriette Christiaansen, Marlies Prengers, Peter Karper
    Bedrijfsartsen Achmea Vitale

  • R.U. Melchers

    bedrijfsarts, HOUTEN

    Met die gesuggereerde behoefte aan bedrijfsartsen zou het best eens mee kunnen vallen.
    Die enorme groei van het aantal bedrijfsartsen sinds de invoering van de arbowet in 1994 wordt verklaard door de verplichte aansluiting van werkgevers bij arbodien...sten (1) en het verleggen van de oordelende rol in verzuimzaken van de verzekeringsartsen van het UWV naar bedrijfsartsen (2).
    In 2005 is die verplichte aansluiting bij een arbodienst afgeschaft omdat het niet in overeenstemming is met Europese regels (1). En in de tweede plaats begon de bedoeling van de arbowet door te dringen: de regering wil de toename van het aantal arbeidsongeschikten (bijna een miljoen WAO-ers in 1990!) beteugelen door de verantwoordelijkheid van het verzuim te leggen bij de werkgevers. Het begon door te dringen dat het betrekken van een bedrijfsarts bij verzuim helemaal niet nodig is. Sterker: Dat het betrekken van een bedrijfsarts een verzuimkwestie eerder cpompliceert dan oplost...! Wel wil de wetgever dat er een casemanager in een verzuimkwestie aangesteld wordt die onder andere de taak heeft zo nodig een bedrijfsarts erbij te betrekken. Zie de Wet Verbetering Poortwachter uit 2002.
    In de praktijk van modern verzuimbeleid wordt een bedrijfsarts met een vraag betrokken: Verklaart ziekte het verzuim. Of: Welke arbeidsmogelijkheden heeft de werknemer ondanks zijn ziekte. Er wordt niet van hem verwacht dat hij zelf het initiatief voor een afspraak neemt.
    Aan de preventieve kant van het arbobeleid liggen niet veel kansen meer voor bedrijfsartsen. In de eerste plaats is de bedrijfsarts vaak een slecht rolmodel en in de tweede plaats moet hij veel concurrentie dulden van deskundigen waar veel meer kennis is en die bovendien goedkoper zijn. Ik noem ergonomen, arbeids- en organisatiedeskundigen en veiligheidskundigen. En ten derde... is het met de arbeidsomstandigheden in Nederland prima gesteld...! Lees bijvoorbeeld ArboInfo118: Werktevredenheid. Internationaal vergeleken op www.ArboInfo.eu

  • R.U. Melchers

    bedrijfsarts, HOUTEN

    Met die gesuggereerde behoefte aan bedrijfsartsen zou het best eens mee kunnen vallen.
    Die enorme groei van het aantal bedrijfsartsen sinds de invoering van de arbowet in 1994 wordt verklaard door de verplichte aansluiting van werkgevers bij arbodien...sten (1) en het verleggen van de oordelende rol in verzuimzaken van de verzekeringsartsen van het UWV naar bedrijfsartsen (2).
    In 2005 is die verplichte aansluiting bij een arbodienst afgeschaft omdat het niet in overeenstemming is met Europese regels (1). En in de tweede plaats begon de bedoeling van de arbowet door te dringen: de regering wil de toename van het aantal arbeidsongeschikten (bijna een miljoen WAO-ers in 1990!) beteugelen door de verantwoordelijkheid van het verzuim te leggen bij de werkgevers. Het begon door te dringen dat het betrekken van een bedrijfsarts bij verzuim helemaal niet nodig is. Sterker: Dat het betrekken van een bedrijfsarts een verzuimkwestie eerder cpompliceert dan oplost...! Wel wil de wetgever dat er een casemanager in een verzuimkwestie aangesteld wordt die onder andere de taak heeft zo nodig een bedrijfsarts erbij te betrekken. Onnodig te memoreren dat eeen casemanager NOOIT de oordelende bedrijfsrts kan zijn. Zie de Wet Verbetering Poortwachter uit 2002.
    In de praktijk van modern verzuimbeleid wordt een bedrijfsarts met een vraag betrokken: Verklaart ziekte het verzuim. Of: Welke arbeidsmogelijkheden heeft de werknemer ondanks zijn ziekte. Er wordt niet van hem verwacht dat hij zelf het initiatief voor een afspraak neemt.
    Aan de preventieve kant van het arbobeleid liggen niet veel kansen meer voor bedrijfsartsen. In de eerste plaats is de bedrijfsarts vaak een slecht rolmodel en in de tweede plaats moet hij veel concurrentie dulden van deskundigen waar veel meer kennis is en die bovendien goedkoper zijn. Ik noem ergonomen, arbeids- en organisatiedeskundigen en veiligheidskundigen. En ten derde... is het met de arbeidsomstandigheden in Nederland prima gesteld...! Lees bijvoorbeeld Ar

  • Vivian Noordzij

    geregistreerd bedrijfsarts, Nima, bedrij, Capelle aan den IJssel

    Terwijl er in het Astri rapport wordt geconcludeerd dat er meer bedrijfsartsen moeten komen, wordt in dit artikel duidelijk dat er een overschot is aan bedrijfsartsen. Maar is dat ook zo? De laatste jaren is de arbodienstverlening verpauperd. De laat...ste jaren te veel gemanaged door niet-bedrijfsartsen binnen de arbodiensten. Er zijn te veel non-bedrijfsartsen die aan het roer willen staan en de kwaliteit en omzet willen bewaken van de bedrijfsgeneeskundige diensten. Bovendien zijn onze belangrijkste concurrenten zijn niet de arbodiensten, maar collega’s die de bedrijfsartsen imiteren (interne concurrenten). Zij doen zich voor alsof zij dezelfde kwaliteit leveren als de geregistreerde bedrijfsartsen. Die collega’s zijn Arbo-verpleegkundigen, casemanagers, adviseurs voor arbeid en gezondheid, arbeidsdeskundigen, arbo-artsen. Deze collega’s vinden zelf, dat zij de medische belasting ook in kaart te kunnen brengen en het poortwachter traject kunnen begeleiden met dezelfde kwaliteit als de geregistreerde bedrijfsartsen. Werkgevers en werknemers weten vaak het verschil niet en kopen deze collega’s in, vaak tegen een paar euro’s minder. De kwaliteit is echter niet hetzelfde. Bedrijfsartsen moeten zichzelf meer promoten bij werkgevers en werknemers. Onze bracheorganisaties hebben de niet-bedrijfsartsen in het leven geroepen toen er een schreeuwend tekort was aan bedrijfsartsen. Wij moeten duidelijk maken wat ons onderscheid van die interne concurrenten. Wat de bedrijfsarts onderscheid van de interne concurrenten is dat bedrijfsartsen staan voor kwalitatief goede bedrijfsgezondheidszorg. Wij kunnen niet lijdzaam toezien hoe collega’s boventallig worden verklaard. Werkgevers en werknemers: Koop kwaliteit in, en ga met een geregistreerde bedrijfsarts in zee! Zo onze werkgelegenheid beschermd worden, de behoefte aan de geregistreerde bedrijfsarts neemt toe en collega’s kunnen weer in opleiding. Het is tijd om het kaf van het koren te scheiden.

  • algra

    zelfstandig bedrijfsarts, rotterdam

    Nog heel veel vraagtekens

    De case in het kort: moederconcern stoot dochterbedrijf af, omdat het te weinig rendeert en verkoopt het door aan branchegenoot/concurrent. Opvallend.

    Personeel, waaronder veel bedrijfsartsen ( 260, is 13 % van de totale b...edrijfsartsen populatie ) is van de leg, want maken zich grote zorgen over hun arbeidsvoorwaarden. Begrijpelijk.

    Basisingrediënt in deze case is de onduidelijkheid. Te veel vragen blijven nog onbeantwoord: waarom werkte eerdere bedrijfsstrategie niet, waar komen die (structurele ?)verliezen vandaan en waarom leverde eerdere verbeteracties geen/onvoldoende resultaat op ? De te beantwoorden hamvraag is: waarom zou ‘het’ bij branchegenoot/concurrent op eens beter gaan lopen ?

    De overname lijkt een voorbode van een grotere transformatie te zijn in de arbobranche. Terecht, want de arbosector/bedrijfsgezondheidszorg/bedrijfsartsen heeft zich onvoldoende aangepast aan de sterk veranderende omstandigheden. Innovatie is bittere noodzaak, want veel diensten en producten zijn verouderd, over hun houdbaarheidsgrens en aan vervanging toe.

    Toch zijn er innovatieve lichtpuntjes aan de horizon te ontwaren, zoals bijvoorbeeld De Nieuwe Bedrijfsarts beweging die voor een geheel andere insteek kiest als de standaard bedrijfsarts, te volgen op de weblog De Nieuwe Bedrijfsarts

    Dolf Algra
    De Nieuwe Bedrijfsarts

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.