Laatste nieuws
bedrijfsgeneeskunde

Bedrijfsarts in Frankrijk

1 reactie

Praktijkgeluiden

Veel op pad, maar ook zinloos keuren

Frankrijk heeft een nijpend tekort aan bedrijfsartsen. Bedrijfsarts Rienk Visser zag daar een uitdaging in. En daar heeft hij geen spijt van: ‘Ik hoef hier geen onhaalbare targets te halen.’

‘Gaat u in Montceau wonen? Weet u het zeker?’ Het is niet de beste manier om nieuwe inwoners van een gemeente te verwelkomen, maar dat is wat de vrouw van bedrijfsarts Rienk Visser te horen kreeg, toen ze bij het lokale gemeentehuis informeerde naar scholen. Het is inderdaad geen mooie stad, Montceau-les-Mines, op zo’n 100 kilometer ten zuiden van Dijon. Een provinciestad, vrij druk verkeer, wat industrie, vervallen huizen en een klein stukje opgeknapt centrum. Montceau is wel de stad waar Visser twee jaar geleden besloot te gaan werken; hij woont samen met zijn vrouw en drie kinderen net buiten de stad. Hij werkt bij een bedrijfsartseninstelling, MT71, die 12.000 ondernemingen uit de regio Saône-et-Loire onder zijn hoede heeft. In de vestiging in Montceau, gehuisvest in een kantoor in een rustige wijk, werken drie artsen, twee verpleegkundigen en vier assistentes. Zij zijn verantwoordelijk voor de 9000 werknemers van 900 bedrijven. Visser werkt inmiddels twee jaar in Frankrijk. We spreken elkaar bij de lunch, waar Visser anderhalf uur de tijd voor heeft, karig in Franse ogen.

Camping-Frans
Hij vertelt dat zijn vertrek naar Frankrijk een samenloop van omstandigheden was: ‘Mijn contract bij een arbodienst liep af, ik las een artikel over bedrijfsartsen die in Frankrijk aan de slag gingen, en er was een beurs voor werken in het buitenland. De indruk die ik kreeg van de werkwijze, beviel me: er is geen concurrentie tussen arbodiensten die onhaalbare beloftes doen over verminderen van verzuim.’ Een schreeuwend tekort aan bedrijfsartsen maakte het voor Visser makkelijk om een baan te vinden. ‘Mijn huidige baas had mijn cv gezien, maar er niets van begrepen. Het was in het Nederlands. Zo lang ik maar gediplomeerd was, was het goed. Ik wierp nog tegen dat ik alleen maar camping-Frans sprak en niets wist van de wetgeving in Frankrijk, maar dat wuifde hij weg: dat kwam allemaal wel als ik hier was.’ Helemaal vanzelf ging het niet – Visser heeft flink moeten studeren op de taal. Maar inmiddels spreekt hij bijna net zo snel als de Fransen zelf en is hij helemaal thuis in het lokale stelsel.

Meer preventie
Om half twee begint Visser aan zijn middagspreekuur. Het Franse systeem verschilt behoorlijk van het Nederlandse, vertelt hij: ‘In Nederland draaien we vooral verzuimspreekuren; niet waar we voor zijn opgeleid eigenlijk. Hier moet een bedrijfsarts minimaal een derde van de tijd aan preventie besteden.’ Visser is nu veel vaker op de werkvloer te vinden dan hij in Nederland gewend was. Dat maakt het werk dan vast leuker dan in Nederland? Nee, dat ook weer niet. Visser: ‘Ik werkte in Nederland ook met plezier, en er zijn aspecten aan het systeem hier die me niet aanstaan. Wij mogen bijvoorbeeld geen contact opnemen met een werk-nemer die ziek thuis zit. Als die persoon ziek wordt, gaat hij naar de huisarts of behandelend specialist, en krijgt daar een formulier, waarmee het arbeidscontract voor bepaalde tijd wordt verbroken. Pas wanneer de werknemer weer aan de slag gaat, komen wij in beeld. Binnen een paar dagen moeten wij dan beoordelen of de persoon weer aan de slag kan gaan, of dat er aanpassingen nodig zijn.’ Visser is verder sceptisch over de zogenaamde visites d’embauche – aanvangskeuringen – en de visites periodiques. Bij aanvang van elk contract, hoe kort ook, hoe weinig uren ook, is een medische keuring verplicht. En elke twee jaar moet een herkeuring plaatsvinden. ‘Dat is al een verbetering, want tot vorig jaar moest het elk jaar.’ Het is een overblijfsel uit de jaren veertig van de vorige eeuw, toen tuberculose nog veel voorkwam en opsporing ervan van groot belang was bij tegengaan van verspreiding. Tegenwoordig zijn die keuringen zelden zinvol, vindt Visser, en hij doet ze dan ook lang niet altijd. ‘Het is toch ook onzinnig om een 18-jarige te keuren die een paar maanden vakken gaat vullen bij de Leclerc?’

De eerste patiënt die hij ziet, is chauffeur op een kleine vrachtwagen, die zijn kuitbeen brak. Nu gaat hij weer aan de slag, Visser vraagt hoe het gaat met uitladen, hoeveel uren hij werkt, et cetera. Tussendoor verbaast hij zich over de langdurige behandeling en immobilisatie die de man heeft ondergaan. Maar hij ziet geen reden waarom hij niet gewoon aan het werk zou kunnen.

Schouderklachten
De volgende patiënte komt op verzoek van Visser. Een kleine, obese vrouw, die repetitief werk doet bij een fabriek waar professionele keukenapparatuur wordt gemaakt. Ze moest boven haar macht werken, en kreeg forse schouderklachten, waar ze zelfs voor is geopereerd. Acht maanden zat ze thuis, totdat de médecin conseil (medisch adviseur) van de sécurité social bepaalde dat mevrouw weer fulltime aan de slag kon. Met aanpassing van de werkplek en afwisseling van werkzaamheden leek dat te gaan. Visser wil weten hoe het nu gaat. De vrouw vertelt dat ze sinds twee weken last heeft van de andere schouder. Na twee weken ging ze naar de dokter, maar die schreef geen arrêt de travail, een briefje waarin staat dat zij met ziekteverlof kan, voor haar. Visser, die zijn Nederlands doorspekt met Franse termen: ‘Dat is eigenlijk vreemd. Die vrouw heeft zo lang thuis gezeten, daar moet je toch voorzichtig mee zijn. Maar ik denk dat die dokter iets te horen heeft gekregen van de secu, dat hij deze vrouw te lang thuis heeft laten zitten, waardoor hij nu huiverig is om weer een arrêt af te geven.’

Dan komt een vrouw voor een visite d’embauche, een aanvangskeuring. Ze heeft een flinke medische voorgeschiedenis, met onder meer poliomyelitis waar ze een misvormde hand aan heeft overgehouden. Maar dat zal haar niet hinderen bij de 20 uur administratief werk die ze zal gaan doen in het garagebedrijf van haar neven. Goedgekeurd dus.

Dan volgt pauze, tijd voor Visser om administratie te doen, bedrijfsrapporten opgesteld door assistenten na te kijken en vergaderingen te plannen. Later op de middag ziet hij nog één patiënt. Om zes uur is de dag meestal klaar. Het leven is goed hier, zegt Visser: ‘Ik heb geen auto van de zaak, en krijg ook niet meer betaald dan in Nederland, maar ik betaal weinig belasting, heb de vrijheid om mijn tijd zelf in te richten. Ik hoef geen onhaalbare targets te halen, of aan verzuimbeloftes te voldoen die niet waar te maken zijn.’


Jonge specialisten kunnen hier wel aan de slag

Niet alleen bedrijfs- en huisartsen kunnen makkelijk aan de slag in Frankrijk. Steeds vaker vinden specialisten de weg naar het zuiden. Zeker jonge klaren die in Nederland moeite hebben een vaste baan te vinden. Zo ook radioloog Marion van Vliet (38 jaar), die haar opleiding in oktober 2012 afrondde en in Nederland tot nu toe geen werk vond. Samen met haar echtgenoot, die neuroloog is, en hun twee kinderen van 3 en 1 jaar, vertrekken ze deze zomer naar Nevers (Bourgondië), waar ze allebei in een ziekenhuis aan de slag kunnen. Van Vliet: ‘Het is momenteel erg moeilijk voor jonge radiologen om werk te vinden. Maatschappen zijn zo onzeker over de toekomst dat ze vertrekkende maten vaak niet vervangen. Ik kon ook niet in mijn opleidingsziekenhuis aanblijven als chef de clinique. Dat was voor de aiossen vóór mij altijd een optie, zodat ze de tijd hadden om elders een baan te vinden. Fellowplekken zijn er ook bijna niet. Daarnaast is de toekomstprognose erg slecht. De meest recente schatting van de junior Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR) is dat er in 2018 tweehonderd werkloze radiologen zullen zijn.’ Zonde van de opleiding, vonden zowel zij als haar man, die wel een baan heeft. Ze keken over de grens en kwamen uit bij Frankrijk. Van Vliet: ‘Zonder al te veel moeite vonden we twee ziekenhuizen waar we allebei aan de slag konden. In een kliniek in Normandië werden we door de directeur ontvangen, die een vijfgangendiner voor ons had georganiseerd en de crèche voor de kinderen al had geregeld. Zo graag wilden ze ons hebben.’ De keuze viel echter op een plek in Bourgondië. Van Vliet: ‘Mijn man gaat in Nevers als tweede neuroloog aan de slag in een ziekenhuis met duizend bedden. Hij kan daar echt wat bijdragen aan het verbeteren van de zorg. Zonder dat hij overigens een op de twee diensten hoeft te doen; buiten kantooruren overleggen de dienstdoende artsen met neurologen in een ander ziekenhuis. Voor mij is in het ziekenhuis alle moderne apparatuur aanwezig die nodig is om goede diagnostiek te kunnen verrichten. Verder denken we dat de werksfeer wat gemoedelijker is dan in Nederland, en dat de patiënten minder eisend zijn.’ De specialisten gaan allebei fulltime werken, wat niet betekent dat ze er financieel op vooruitgaan: ‘We gaan met zijn tweeën niet meer verdienen dan mijn man nu in zijn eentje verdient.’ Toch ziet Van Vliet het positief in: ‘Het is uiteindelijk misschien wel het beste wat ons kon overkomen. Maar het is jammer dat het moet omdat er geen plek is in Nederland.’


Sophie Broersen, journalist Medisch Contact

Contact: s.broersen@medischcontact.nl


Lees ook:

En meer afleveringen in de reeks:

Praktijkgeluiden
In de reportagereeks Praktijkgeluiden zet Medisch Contact steeds een ander artsenvak in de schijnwerpers. De praktische bezigheden van alledag komen aan bod, maar ook de problemen die een arts tegenkomt. Deze week lopen we mee met een Nederlandse bedrijfsarts in de Franse regio Saône-et-Loire.

Twee weken geleden waren we bij de Nederlandse huisarts Geert van Haendel, die 50 km ten noorden van Montceau-les-Mines werkt, in het stadje Épinac. Lees: Rustig dokteren in de Bourgogne

<b>Download dit artikel (PDF)</b>
werk bedrijfsgeneeskunde radiologie buitenland arbeidsmarkt frankrijk jonge klaren
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • S.J.A. Verbeek

    Bedrijfsarts, COULLONS France

    Nu al werken er 10 Nederlandse bedrijfsartsen in Frankrijk, eind dit jaar mogelijk 13. De meesten zien elkaar een paar maal per jaar in een intervisiegroep van "gallobataafse genezerikken".
    De NSPOH organiseert elk jaar een "summerschool" in Frankrij...k waarin een vijftiental bedrijfs- en verzekeringsartsen kennismaken met het Franse systeem.
    Aan andere specialisten is ook behoefte, met name in gebieden met lage artsendichtheid, dus buiten de grote steden en de Middellandse zeekust.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.