Laatste nieuws

Baas over eigen geld

Plaats een reactie

Werk en inkomen

Populariteit artsen-bv is afhankelijk van wetgeving


De keuze van vrijgevestigd medisch specialisten voor de bv als rechtsvorm heeft met marktwerking weinig te maken. Met fiscale voordelen des te meer.

Voor veel artsen staat de besloten vennootschap (bv) gelijk aan winst maken. En winst is in de zorg een vies woord. Toch zijn er van oudsher honderden, zoniet duizenden medisch specialisten die hun praktijk in een bv hebben ondergebracht. De Rotterdamse internist Rob Groenendijk heeft bijvoorbeeld al meer dan twintig jaar een bv. ‘Toen ik mij in de eerste helft van de jaren tachtig vestigde, was de afweging simpel. Als je inkomen hoger lag dan 180.000 gulden, was de bv fiscaal interessant.’


Groenendijk legt uit dat de inkomsten van een artsen-bv in tweeën worden gesplitst. Van een deel keert de directeur-grootaandeelhouder zichzelf een salaris uit. De fiscus heeft daarvoor een minimumbedrag van 38.000 euro vastgesteld. Daarover is inkomstenbelasting tegen het gebruikelijke (progressieve) tarief verschuldigd. Het overige is het winstaandeel van de bv en daarover moet vennootschaps- en dividendbelasting worden betaald. Samen is dat minder dan wanneer alles als inkomen geldt en tegen het hoogste tarief wordt belast.


Voor Groenendijk is het grote voordeel dat je met een besloten vennootschap je geld in eigen beheer kunt houden. ‘Mijn salaris ligt veel lager dan mijn inkomen. De rest zit als reserve in de bv. Ik kan dat beleggen of investeren. Of mezelf of mijn kinderen een lening verstrekken. Zo heb ik onlangs voor mijn zoon een huis gekocht zonder hypotheek, maar met een lening uit de bv. Een ander voordeel is dat je je eigen pensioenvoorziening kunt regelen en dat je een aantal extra aftrekmogelijkheden hebt.’

Bedrijfsleven


Maar de rechtsvorm heeft ook nadelen, aldus Groenendijk. ‘Je hebt een hogere accountantsrekening, je moet je inschrijven bij de Kamer van Koophandel en je moet elk jaar je stukken deponeren. Bovendien moet je bij de oprichting een startkapitaal inbrengen. Voor mij was dat destijds 40.000 gulden.’ Inmiddels is dat bedrag vastgesteld op 18.000 euro.


Hoewel de fiscale voordelen evident zijn, is de populariteit van de bv niet zo groot. De Orde van Medisch Specialisten schat dat hooguit 15 procent van de vrijgevestigde specialisten een bv heeft. Groenendijk herkent dat. ‘Toen ik het deed, was ik een van de weinige artsen met een bv. Waarschijnlijk heeft het er mee te maken dat ik de enige arts ben in mijn familie. De rest zit allemaal in het bedrijfsleven, waar de bv eerder regel dan uitzondering is.’


Toch speelt niet alleen cultuur een rol. ‘Zo’n bv heeft alleen zin als je niet je hele inkomen opvreet. Na aftrek van het salaris, de pensioenreservering en de aansprakelijkheidsverzekering moet er wel kapitaal overblijven. Dat ik een bv heb, heeft ook met mijn instelling te maken. Ik vind het raar om je hele inkomen op te eten.’


Daarnaast vereist een bv ook een langetermijnvisie. Aan de rechtsvorm zijn immers hogere kosten verbonden. En als in de eerste jaren ook nog het goodwillbedrag moet worden afgeschreven, blijft er van het belastingvoordeel niets over. De pluspunten doen zich pas na enkele jaren gelden.


De Rotterdamse internist vindt het moeilijk te beoordelen of het nu nog verstandig is een bv op te richten. ‘Als je meer binnenkrijgt dan je uitgeeft, zou ik denken van wel. Maar de afweging heeft ook te maken met de gevoelswaarde die je aan de bv toekent. Voor sommige mensen kleeft er meteen een duister imago aan een bv.’

Levensloopregeling


Op aanraden van zijn accountant startte de 40-jarige Andrew Liem, die in Doetinchem werkt als anesthesioloog, in 2005 LiemBrothers bv. Liem meent dat deze rechtsvorm een goed vehikel is om vermogen mee op te bouwen. Het is volgens hem al rendabel als het winstaandeel (het geld dat overblijft na het uitkeren van het salaris en de aftrek van kosten als pensioen­premies en de aansprakelijkheidsverzekering) structureel groter is dan 50.000 euro.


‘Met een bv kun je je vermogen beter reguleren dan wanneer je vrijgevestigd bent. Je hebt de pensioenopbouw in eigen hand en je geniet bepaalde voordelen. Zo kan ik als werk­nemer van mijn eigen bv deelnemen in een levensloopregeling en zelf bepalen wanneer ik daarvoor dagen en geld opneem. Ook vergoedt de bv eenzesde deel van de kosten van kinderopvang. Bovendien is het via legale fiscale regelgeving mogelijk om het in de bv opgebouwde vermogen nagenoeg belastingvrij te genieten na het beëindigen van de werkzaamheden. Daarvoor moet het geld worden ondergebracht bij een moedermaatschappij in het buitenland, die het geld vervolgens via een trustfonds uitkeert. Zelf heb ik dat nog niet op die manier geregeld, maar ik overweeg het zeker.’

Spaarzaam


Ook Liem concludeert dat de bv-constructie geen zin heeft als je weinig of niks overhoudt. Onder oudere artsen is het animo voor een spaarzaam leven kennelijk beperkt. De jongste generatie staat volgens hem meer open voor de bv. Daarbij speelt de veranderende regelgeving rondom maatschappen een rol. De maatschapvorm komt - waarschijnlijk per 1 januari 2008 - te vervallen en gaat dan over in de openbare of besloten vennootschap. Waar in een maatschap de maten voor gelijke delen civiel aansprakelijk zijn, zijn de deelnemers in een openbare vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor het totale schuldbedrag. Dat kan problemen opleveren als bijvoorbeeld één maat medisch apparatuur bestelt, maar bij de betaling in gebreke blijft. Het is mogelijk om in de statuten van de openbare vennootschap de aansprakelijkheid tot een bepaald bedrag te beperken, maar voor specialisten-bv’s is dat eigenlijk niet nodig. ‘Met een bv ben je onder de nieuwe wet gedekt. Aandeelhouders zijn alleen aansprakelijk tot het bedrag waarvoor zij in de bv deelnemen, in casu 18.000 euro.’ Daarbij past een kanttekening. Ook in een bv blijf je aansprakelijk voor claims op de vennootschap en ook de medische aansprakelijkheid blijft intact.


Of Liem gelijk krijgt met zijn voorspelling dat de bv interessanter wordt, hangt ook af van de uitwerking van een aantal fiscale maatregelen die vorig jaar op de valreep werden goedgekeurd. Zo is onder meer vastgesteld dat de vennootschaps­belasting omlaag gaat. Winst uit een bv van meer dan 60.000 euro wordt vanaf dit jaar belast tegen 25,5 procent, 4,1 procent minder dan vorig jaar. Vrijgevestigde specialisten kunnen echter ook een belastingvoordeel tegemoet zien. Er komt voor deze ondernemers een inkomensvrijstelling van 10 procent over de winst uit de ondernemening. Per saldo is het belastingverschil tussen artsen die wel of niet in een bv zitten daardoor kleiner geworden. De Orde erkent dat binnen een bv een aantal zaken  heel goed kan worden geregeld. Specialisten doen er echter verstandig aan zich goed te laten voorlichten voordat zij zich in een bv-avontuur storten.

Limburgse huisartsen stappen in bv

Een meerderheid van de huisartsen in het oostelijke deel van Zuid-Limburg participeert sinds vorige maand in een gezamenlijke huisartsen-bv. Van de 130 huisartsen in de regio tussen Heerlen en de Belgische grens hebben er 103 een aandeel van 1.000 euro gekocht in de holding Huisartsen Oostelijk Zuid-Limburg bv (HOZL). Onder deze holding hangen vier werkmaatschappijen die respectievelijk activiteiten uitvoeren op het gebied van chronische zorg, eerstelijnsdiagnostiek, avond-, nacht- en weekeinddiensten en facilitaire diensten. De holding zal medisch-inhoudelijk worden aangestuurd door een nog op te richten Medische Staf Huisartsen.


De keuze voor een bv is niet uit fiscale overwegingen gemaakt. Volgens huisarts en medisch directeur Frank Soomers is de gekozen constructie de beste om het doel van het samenwerkingsverband te bereiken. ‘De bv is bestendiger. De werk­maatschappij voor chronische zorg heeft nu bij­voorbeeld voor een aantal jaar een diabetes-DBC afgesproken met de zorgverzekeraars. Op basis daarvan worden mensen aangenomen en plannen gemaakt. Stel dat we dat contract na afloop kwijtraken, dan heeft dat alleen consequenties voor die ene werkmaatschappij en niet voor de andere drie. Als we ons hadden verenigd in een coöperatie of een stichting waren we in het onderhavige voorbeeld allemaal de klos geweest.’


Voor de huisartsen maakt het in hun dagelijkse praktijk niet uit dat zij nu aandeelhouder zijn in een bv. ‘Iedere huisarts blijft gewoon zijn eigen praktijk voeren. Alleen de inkomsten uit de diabetes-DBC worden via de holding verdeeld.’


Het grote voordeel is volgens Soomers dat de huisartsen nu een duidelijke partij zijn in de onderhandelingen met zorgverzekeraars en het preferente ziekenhuis in de regio, het Atrium Medisch Centrum Parkstad. ‘Individueel hadden we te weinig praktijkondersteuning voor diabetes­zorg, via de diabetes-DBC hebben we extra ondersteuning kunnen regelen. En in het contact met het ziekenhuis kunnen we duidelijk maken wat de huisartsen te bieden hebben, waardoor de grens tussen de eerste en tweede lijn vervaagt.’ 

Klik hier voor de pdf van dit artikel.

Diabetes inkomen marktwerking in de zorg
  • Robert Crommentuyn

    Robert Crommentuyn is als adjunct-hoofdredacteur verantwoordelijk voor de totstandkoming van het weekblad Medisch Contact, de bijlagenreeks Thema, het lifestylemagazine Geniet en het studentenmagazine Arts in Spe.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.