Laatste nieuws
Marcel Teunissen
4 minuten leestijd
arbeidsmarkt

Assessment struikelblok voor buitenlandse artsen

Lange wachttijden en hoge kosten staan snelle toelating tot arbeidsmarkt in de weg

2 reacties
getty images
getty images

De assessmentprocedure voor toelating tot de Nederlandse arbeidsmarkt werkt behoorlijk vertragend, zo blijkt uit een enquête onder buitenlandse artsen. De wachttijden kunnen oplopen tot vijf jaar.

Onder buitenlandse artsen met een diploma behaald buiten de Europese Economische Ruimte, bestaat grote onvrede over de assessmentprocedure die zij moeten doorlopen om in Nederland te mogen werken.1

Daarom is een enquête gehouden onder deelnemers aan deze procedure. Via de website ‘Buitenlandse artsen’ en via Facebook hebben we buitenlandse artsen benaderd om een enquête over de assessmentprocedure in te vullen.2 Veel artsen waren hier echter huiverig voor, ondanks de toezegging dat de gegevens anoniem verwerkt zouden worden. Ook heerste er een zeker fatalisme. ‘Het ministerie van VWS doet toch niets met de uitkomsten’, was een veelgehoorde reactie. Toch hebben vijfentwintig buitenlandse artsen de enquête ingevuld. De verzamelde gegevens hadden onder meer betrekking op hun verblijfsstatussen, hun werkervaring in het buitenland, het geld en de tijd die het hun kostte om de Nederlandse taal te leren, de wachttijd tussen het afronden van de beroepsinhoudelijke toets en het ontvangen van de VWS-beschikking gebaseerd op het advies van de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBGV), de aard van de VWS-CBGV-adviezen en de waardering van de assessmentprocedure.

Eindeloze wachtperiodes

De kosten voor het leren van de Nederlandse taal varieerden van 400 tot 8000 euro. De verschillen werden veroorzaakt door de duur van de taalstudie en de beschikbaarheid van subsidie; sommige gemeenten vergoeden alles en andere gemeenten niets. Van de vijfentwintig respondenten hebben er elf twee tot vier jaar nodig gehad om de Nederlandse taal voldoende machtig te worden.

Negen (36%) zouden niet deelgenomen hebben aan de procedure als ze geweten hadden wat deze inhield. Achter dit percentage gaan voornamelijk artsen schuil met een verblijfsstatus als partner van een Nederlandse man of vrouw. Vluchtelingartsen melden dat er van keuze geen sprake is.

Buitenlandse artsen ervaren de eindeloze wachtperiodes als bijzonder storend. Ze hebben voortdurend de indruk dat ze heel veel tijd verliezen en daarmee hun medische kennis. Allereerst met het doorgronden van de procedure. Vervolgens moeten ze zonder enige ondersteuning ontdekken waar ze adequate en betaalbare taalcursussen kunnen volgen. En dan begint de aanmelding bij registerdienst CIBG en de CBGV. Wachttijd voor de algemene kennis- en vaardighedentoets (AKV), wachttijd voor de beroepsinhoudelijke toets (BI-toets), wachttijd voor het krijgen van het CBGV-advies, wachttijd voor het kunnen starten met de supervisie of de aanvullende opleiding, wachttijd tussen de verschillende coschappen.

Recente ervaringen wijzen ook uit dat de examencommissies van de faculteiten geneeskunde de adviezen van de CBGV niet altijd overnemen. Soms krijgen buitenlandse artsen te horen dat er vanwege curriculumherziening geen buitenlandse artsen kunnen worden toegelaten. Of de organisatie is zodanig gewijzigd dat een coschap in verschillende delen is ‘opgeknipt’ en in verschillende jaren wordt verzorgd, wat leidt tot extra vertragingen. Daar komt ook nog bij dat het collegegeld sterk kan variëren. In Maastricht betaalt een buitenlandse arts/student 32.000 euro per jaar. Andere instellingen vragen het wettelijk collegegeld.

Extra kostbaar

Tijdverlies is echter niet het enige probleem. Respondenten meldden ook de hoge kosten. Als gevolg van herkansingen is de assessmentprocedure extra kostbaar. De wachttijden zorgen voor verlenging van de periode zonder inkomsten. Ook missen respondenten studiemateriaal ter voorbereiding op de beroepsinhoudelijke toets (ook al wordt tijdens de CBGV-voorlichting gezegd dat voorbereiding niet nodig is!). Het Compendium Geneeskunde, een vierdelig naslagwerk waarin de 27 belangrijkste vakgebieden uit de geneeskunde beschreven zijn, kan voorzien in de behoefte van buitenlandse artsen om kennis op te frissen.3 De ervaring leert dat het bijna ondoenlijk is om de BI-toets te halen zonder studeren, temeer omdat de resultaten vergeleken worden met die van reguliere vijfde- of zesdejaarsstudenten geneeskunde die alles vers geleerd hebben.

Persoonlijke ervaringen

Kortom, de opmerking in een eerdere studie (2008) dat de hele procedure binnen negen maanden doorlopen kan worden tot en met opname in het BIG-register, wijkt heel sterk af van de persoonlijke ervaringen zoals die uit de enquête naar voren komen.4 De ondoorzichtige procedure, de ‘jungle’ aan taalinstituten en de opeenstapeling van wachttijden dragen bij aan procedures die soms meer dan vijf jaar duren.5

Een groot aantal respondenten ziet weinig heil in het onderzoek. De bereidheid bij het ministerie van VWS en de CBGV tot verbetering van de procedure wordt laag ingeschat. Velen denken dat de procedure bewust op deze afschrikwekkende wijze en met vele obstakels is georganiseerd. Daarnaast werkt het ministerie traag. De door minister Schippers voorgestelde verbeteringen, aan de Tweede Kamer voorgelegd bij brief van 18 november 2014, zijn tot op heden niet geëffectueerd.6

De condities waaronder buitenlandse artsen moeten worstelen, doen sterk denken aan de periode halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw. Toen was het toelatingsbeleid van de acht medische faculteiten zo chaotisch dat buitenlandse artsen gingen shoppen. Dat leidde tot de instelling van de Commissie Instroom Buitenlandse Artsen, een commissie die de toelating regelde van ongeveer duizend buitenlandse artsen in de periode 1996 tot en met 2006.

Buitenlandse artsen zouden hier zo snel mogelijk hun beroep moeten kunnen uitoefenen. Maar volgens de respondenten van de enquête is die doelstelling in het geheel niet bereikt.

auteurs

Paul Herfs, senior onderzoeker European Research Centre on Migration and Ethnic Relations, Universiteit Utrecht

Marcel Teunissen, onderzoeker en docent dermatologie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam

Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteurs.

contact

p.g.p.herfs@uu.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

voetnoten

1. De assessmentprocedure voor artsen, opgeleid buiten de Europese Economische Ruimte, is in 2005 ingevoerd. Na succesvolle toetsing van kennis en vaardigheden, eventueel gevolgd door een aanvullende opleiding aan een medische faculteit, kunnen zij ingeschreven worden in het BIG-register. Deze procedure draagt bij aan de kwaliteitsborging van in Nederland werkzame artsen.

2. Met dank aan mw. G. Gonzalez en mw. S. Joseph voor hun ondersteuning bij het ontwikkelen en verspreiden van de enquête onder buitenlandse artsen.

3. Snijders R & Smit V (2016): Compendium Geneeskunde. Rotterdam.

4. Cate TJ ten, Kooij LR (2008): Artsen met een buitenlands diploma in de Nederlandse patiëntenzorg: de nieuwe assessmentprocedure. In: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. 152, 15. 899-902.

5. Kramer J. (2017): Verspild talent; vluchtelingartsen. In: Arts en Auto. Jaargang 83, 6: 18-21.

6. Kenmerk 687745-129238-MEVA.

download dit artikel in pdf

arbeidsmarkt opinie CIBG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • J.W.A. Langendijk

    arts np, en als vrijwilliger begeleider 'nieuwkomers' in mijn gemeente, Bitgummole

    De resultaten van deze enquête bevestigen mijn bestaande vermoedens. De meest zorgelijke uitkomst vind ik de huiver van potentiële geënquêteerden om aan deze enquête deel te nemen: enerzijds omdat ze de beloofde anonimiteit niet vertrouwden, dus bang... zijn dat hun antwoorden hun toch al geringe kans op toelating tot de Nederlandse arbeidsmarkt verder zullen verkleinen, en anderzijds omdat ze niet verwachten dat onze overheid iets met het resultaat zal doen. Zeker als blijkt dat dit gebrek aan vertrouwen berust op hun ervaringen met de Nederlandse overheid is dat buitengewoon zorgelijk, en zou het een nader onderzoek naar de non-respondenten rechtvaardigen.

  • anoniem

    , huisarts

    Taal is één vereiste die een arts machtig moet zijn om hier het vak te kunnen uitoefenen. Kennis van de Nederlandse cultuur is een andere vereiste. In mijn ervaring heeft niet elke arts uit het buitenland de juiste attitude. Niet alleen richting pati...enten, maar ook niet richting (vrouwelijke) collega's. Ik heb in mijn loopbaan meerdere keren bemerkt dat sommige artsen uit regio's in het Midden-Oosten niet konden omgaan met gelijkheid man-vrouw in het artsenvak. Of zich autoritair opstelden richting in hun ogen "ondergeschikten". En taal was in mijn ervaring vaak ook een probleem. Je moet de Nederlandse taal echt tot in de finesses beheersen voor een vak als huisarts of psychiater. Maar ook voor bijvoorbeeld cardioloog of chirurg. Als iemand de taal niet op topnivo beheerst leidt dat makkelijk tot miscommunicatie en misschien wel fouten.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.