Laatste nieuws
Sytske van der Meer
6 minuten leestijd
euthanasie

Artsen verwijzen te snel naar Levenseindekliniek

Onterechte huiver voor relatief eenvoudige euthanasieaanvragen

15 reacties
getty images
getty images

Het gebeurt nogal eens dat artsen een euthanasieaanvraag duiden als ‘voltooid leven’, terwijl het om stapeling van ouderdomsklachten gaat. Uit drempelvrees verwijzen zij naar de Levenseindekliniek, wat voor deze categorie meestal niet nodig is, maar wel de wachtlijst daar onnodig lang maakt.

Het aantal aanmeldingen bij de Levenseindekliniek groeit zo hard, dat de stichting voor 2018 dubbel zoveel ambulante teams nodig heeft. In 2016 ging het om 1796 aanvragen, waarvan 24 procent stapeling van ouderdomsklachten. In de eerste helft van 2017 waren dat er rond 1250, waarvan inmiddels een derde stapeling van ouderdomsklachten betrof. Dit terwijl de Levenseindekliniek zich liever wil richten op complexe euthanasieverzoeken. Mensen met een dergelijk verzoek moeten nu langer wachten tot hun aanvraag in behandeling kan worden genomen.

Als we bij de artsen van betreffende patiënten informeren waarom zij niet bereid zijn een euthanasietraject met deze mensen in te gaan, is vaak het antwoord: ‘Ik sta helemaal niet afwijzend tegenover euthanasie, maar dit is voor mij een brug te ver.’ Er lijkt dus drempelvrees te bestaan voor relatief eenvoudige euthanasieaanvragen.

Casus 1

Mevrouw A is 97 jaar oud als ze aangemeld wordt bij de Levenseindekliniek door haar dochter. Ze wil euthanasie in verband met een stapeling van ouderdomsklachten. De eigen huisarts wil de euthanasie niet doen, omdat hij haar lijden ‘niet invoelbaar genoeg vindt’.

Mevrouw is al 37 jaar weduwe en iedereen in haar omgeving van haar generatie is overleden, haar laatste zus een paar weken geleden. Ze heeft een goed contact met haar zoon en schoondochter, haar dochter en kleindochter, die zo vaak mogelijk op bezoek komen. Ze vertelt op humoristische, heldere en duidelijke wijze dat ze het liefst zo snel mogelijk wil overlijden; eigenlijk wilde ze de afgelopen vijf jaar echt al niet meer leven. Ze is bijna blind door maculadegeneratie, bijna doof, heeft reuma en ernstige artrose, blaas- en darmproblemen. Misschien wel haar grootste probleem is de extreme vermoeidheid: ze vertelt dat ze er soms een halfuur tegenaan zit te hikken als ze van haar stoel naar haar bed moet zien te komen. Ze komt alleen nog van haar kamer af om de krant op te halen aan het eind van de gang. Met de lift durft ze niet naar beneden, omdat ze zo slecht ziet.

We hebben drie langdurige gesprekken met mevrouw A. Als we haar, na het bezoek van de SCEN-arts en een telefonisch multidisciplinair overleg met de Levenseindekliniek, vertellen dat wij haar de gevraagde euthanasie gaan verlenen is ze dolblij.

Drie maanden nadat haar dochter haar heeft aangemeld, overlijdt ze door het innemen van een dodelijk drankje, dat ze zonder enige aarzeling opdrinkt in het bijzijn van haar naasten.

Het oordeel van de Toetsingscommissie: er is gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.

Casus 2

Mevrouw B is 91 jaar oud als haar dochter haar aanmeldt bij de Levenseindekliniek. Mevrouw woont zelfstandig samen met haar echtgenoot, eveneens ouder dan 90 jaar. Ze is bijna blind en bijna doof, extreem vermoeid, heeft erg veel last van pijnlijke voeten en is vaak duizelig waardoor ze bang is om te vallen, wat al meerdere keren is gebeurd. Ze ligt vrijwel de hele dag in bed.

Haar huisarts vindt haar verzoek om levensbeëindiging invoelbaar, maar ze heeft deze praktijk net overgenomen en nadat ze er lang over nagedacht heeft en er meerdere keren over heeft gesproken met mevrouw en haar naasten, heeft ze besloten dat dit niet de eerste euthanasie in haar pasgestarte praktijk moet zijn. Ze heeft wel alvast een ouderenpsychiater om een consultatie gevraagd in verband met een depressie in het verleden (mevrouw gebruikt al vele jaren antidepressiva) en een nog steeds aanwezige angststoornis. Deze psychiater schrijft in haar verslag dat er weinig mogelijkheden zijn om de situatie van mevrouw te verbeteren. Een lagere dosering citalopram en alprazolam zou de vermoeidheid en duizeligheid kunnen verminderen, maar de depressieve en angstklachten doen toenemen.

Het team van de Levenseindekliniek spreekt driemaal uitgebreid met mevrouw, haar echtgenoot en drie kinderen. Zij weet ons al snel te overtuigen van de ondraaglijkheid en uitzichtloosheid van haar lijden. Na bezoek van de SCEN-arts en een telefonisch multidisciplinair overleg met de Levenseindekliniek overlijdt mevrouw door euthanasie, exact drie maanden na de aanmelding. Het oordeel van de Toetsingscommissie is: zorgvuldig.

Er zijn weinig mogelijkheden om de situatie te verbeteren

Casus 3

De heer C, 95 jaar, wordt bij de Levenseindekliniek aangemeld door zijn zoon. Hij is bijna blind en vrijwel doof, extreem vermoeid en benauwd door hartfalen. Hij heeft een verblijfskatheter vanwege urineretentie, die hem veel last bezorgt. Hij heeft regelmatig urineweginfecties waardoor hij meerdere keren in een delier is geraakt, wat gepaard ging met angst en verwardheid. Na elk delier werd hij cognitief een stukje slechter. Een halfjaar geleden is zijn echtgenote, die dement was, overleden. Hij heeft een geadopteerde zoon die vlakbij woont en dagelijks op bezoek komt.

Hij kan geen sociale contacten meer aangaan door zijn slechte gehoor en slechte visus. Hij zit het grootste deel van de dag op zijn kamer te wachten tot zijn zoon langskomt.

Zijn huisarts, die al meerdere malen euthanasie heeft gepleegd, vindt het verzoek van de heer C te complex.

Tijdens de eerste twee gesprekken die wij met hem voeren, wordt het ons niet volledig duidelijk of hij een actuele doodswens heeft. Hij wil graag overlijden, maar wordt een beetje kribbig van ‘alle gedoe eromheen’. Bovendien heeft zijn zoon de neiging om antwoord te geven in de plaats van zijn vader. Het derde gesprek voeren wij zonder zijn zoon, maar wel met een verpleegkundige van zijn afdeling, die hij vertrouwt. Na dat gesprek zijn wij ervan overtuigd dat het een vrijwillig en weloverwogen verzoek betreft. Tijdens het vierde gesprek, waarbij zoon en schoondochter aanwezig zijn, wordt dat nogmaals bevestigd.

De SCEN-arts spreekt hem alleen in het bijzijn van de verpleegkundige en is er eveneens van overtuigd dat zijn verzoek aan de wettelijke criteria voldoet. Na het multidisciplinaire overleg met de Levenseindekliniek overlijdt de heer C door euthanasie, zes weken na aanmelding. De euthanasie wordt door de Toetsingscommissie als zorgvuldig beoordeeld.

Sociaal isolement

Beschreven zijn de eerste drie patiënten die ik euthanasie heb verleend in mijn functie als arts voor de Levenseindekliniek. Alle drie hadden ze een zodanige stapeling van klachten en beperkingen dat ze in een sociaal isolement geraakt waren en er niets meer was wat hun leven nog enigszins de moeite waard kon maken.

Euthanasie bij stapeling van ouderdomsklachten hoort bij de eigen huisarts thuis

Onderzoeker en docent ethiek Els van Wijngaarden laat in haar boek Voltooid leven. Over leven en willen sterven zien dat in alle verhalen van de door haar geïnterviewde personen de volgende vijf thema’s een rol spelen:

•Een diep gevoel van existentiële eenzaamheid.

•Het gevoel er niet meer toe te doen.

•Een groeiend onvermogen om zich te uiten op een wijze die kenmerkend voor de persoon was.

•Geestelijke en lichamelijke moeheid van het leven.

•Een innerlijke afkeer en weerzin ten aanzien van (gevreesde) afhankelijkheid.

Bij alle patiënten die ik tot nu toe gesproken en geholpen heb, spelen al deze factoren een rol en is er sprake van meer dan voldoende medische grondslag. Bij een aantal patiënten wijst ons onderzoek uit dat het leven nog wel de moeite waard blijkt, en hebben we de zorg weer aan de eigen huisarts kunnen overdragen.

Drempelvrees overwinnen

De enorme terughoudendheid om het verzoek om levensbeëindiging bij ouderen te honoreren heeft vaak als reden dat het verzoek ten onrechte wordt gekenmerkt als een verzoek bij voltooid leven, ondanks dat er meer dan voldoende medische grondslag is.

Bij de Levenseindekliniek zijn wij van mening dat een verzoek om levensbeëindiging bij ouderen met stapeling van ouderdomsklachten niet meer tot de complexe euthanasie behoort en dus bij de eigen arts thuishoort. Dat wil uiteraard niet zeggen dat wij het niet meer doen, maar wij hopen de toenemende vraag te kunnen beperken. De Levenseindekliniek heeft een expertisecentrum: expertisecentrumeuthansie.nl. Hier kunnen artsen met al hun vragen over euthanasie terecht. En consulenten euthanasie kunnen artsen helpen hun drempelvrees te overwinnen, door middel van begeleiding en advies.

auteur

Sytske van der Meer SCEN-arts, arts Levenseindekliniek

Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteur.

contact

sytske.vandermeer@gmail.com

cc: redactie@medischcontact.nl


download dit artikel in pdf

euthanasie levenseinde levenseindekliniek ouderen voltooid leven
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • dr. R. van Westrhenen

    Psychiater & klinisch Farmacoloog, Amsterdam

    Met veel genoegen lees ik altijd Medisch Contact. Graag wil ik u wijzen op een onjuistheid in dit artikel over Euthanasie, casus 2, p. 21 ..’een lagere dosering citalopram en alprazolam zou de vermoeidheid en duizeligheid kunnen verminderen, maar de ...depressieve en angstklachten doen toenemen.’
    Dit is precies andersom en ik denk dat dit een vergissing is van uw kant. Citalopram kan depressieve klachten en angst doen afnemen, alprazolam dempt angst en deze middelen kunnen vermoeidheid en duizeligheid helaas doen toenemen.
    In deze tijd waarin er veel discussie is over psychotrope medicatie zou ik het als lid zeer op prijs stellen als u een erratum plaatst zodat er niet nog meer misverstanden ontstaan.

  • Sytske van der Meer

    SCEN-arts, arts Levenseindekliniek, Enschede

    Inderdaad doet de term “eenvoudige euthanasie” geen enkel recht aan de casus die ik beschrijf in mijn artikel. Deze woordkeus was niet handig en ik betreur het zeer dat hierdoor mijn doel: duidelijk maken dat angst voor de toetsingscommissie in dit... soort casus onterecht is, ondersneeuwt.
    Volgens mij wordt door de beschrijving van de drie patiënten duidelijk dat hun lijden ernstig en uitzichtloos is, en dat dat op grond is van medische aandoeningen en niet op grond van “voltooid leven problematiek”. De term “voltooid leven” of “klaar met leven” schept onnodige verwarring en onzekerheid.
    Wij respecteren en begrijpen de bezwaren van de huisarts die verwijst naar de levenseindekliniek, willen niemand onder druk zetten, doen dat in de praktijk ook niet. Wij vinden niet dat, als een euthanasieverzoek voldoet aan de wettelijke criteria, u dat verzoek dan ook per definitie “zomaar moet honoreren”. Maar niemand vraagt ook “zomaar” om euthanasie. Aan het verzoek zijn soms jaren voorafgegaan van geleidelijke achteruitgang en steeds meer kwaliteit van leven inleveren. En de eigen huisarts heeft dat proces meestal meegemaakt, kent deze persoon als iemand die de regie over zijn leven had en die nu volledig kwijt is. Wij moeten deze persoon nog leren kennen en dat kost tijd. Tijdens het traject dat wij met de patiënt doormaken hebben wij doorgaans uitstekend contact met de eigen huisarts, en werken ook met hem samen. En soms komen wij samen met de patiënt tot de conclusie dat hij toch nog wel verder kan en geven wij de zorg terug.
    De vraag om euthanasie bij stapeling van ouderdomsaandoeningen is de laatste jaren enorm toegenomen en zal alleen nog maar verder toenemen. De levenseindekliniek kan deze toename niet als enige oplossen. Dit artikel was een poging om samen met u een oplossing voor dit probleem te zoeken, niet om u ergens van te beschuldigen of iets van u te eisen, integendeel.

  • KNMG

    , Utrecht

    In reactie op Steven Pleiter (reactie 27-1): niet de kop van het artikel in Medisch Contact, maar onze moeite in het algemeen met de term ‘relatief eenvoudige euthanasie’ vormde de aanleiding voor de column van René Héman. Deze term wordt ook in de p...ublieke media gebruikt en schept, mogelijk onbedoeld, een beeld dat er ‘eenvoudige’ euthanasieverzoeken zijn. Een beeld dat in onze ogen al helemaal niet past bij de situatie waar Van der Meer in haar artikel op doelt: de stapeling van ouderdomsklachten. Daarom pleiten wij ervoor deze onderscheidende term te vermijden. Los daarvan streven de Levenseindekliniek en de KNMG beiden naar hetzelfde: euthanasie liefst laten plaatsvinden in de vertrouwde behandelrelatie – al is dat nu eenmaal niet altijd mogelijk.

  • Michiel Marlet

    arts, Warnsveld

    Collega van der Meer vindt tijdens haar onderzoek bij een aantal van haar euthanasie vragende patiënten dat het leven nog wel de moeite waard is. Zij heeft de zorg weer overgedragen aan de huisarts. Diezelfde ervaring heb ik ook. Het samen met de pa...tiënt doornemen van het levensverhaal en van daaruit inventariseren van het lijden, geeft nog al eens mogelijkheden om het lijden te verlichten. Zelden zijn het medische interventies die het lijden kunnen verzachten en het leven weer leefbaar maken, meestal gaat het om sociale interventies! Een euthanasieverzoek zie ik, als ex huisarts en ex SCEN arts, als een hulpvraag met een vraag achter de vraag. Uitgebreid onderzoek in een samenwerking van huisarts en POHGGZ kunnen veel (oud) leed opleveren en de leefbare alternatieven voor euthanasie aan het licht brengen.

  • martijn termaat

    huisarts, groningen


    Zoals al eerder in commentaren genoemd wordt in het artikel volledig voorbij gegaan aan andere aspecten dan de wettelijke kaders, die maken dat wij soms wel en soms niet kunnen en willen voldoen aan een euthanasiewens van een patiënt
    .
    Voor mij ...is stapeling van ouderdomsklachten iets wat bij het leven hoort. Iets waar ik mijn patiënt zeker in wil bijstaan, maar niet in de vorm van euthanasie, hoezeer dat wettelijk ook zou mogen. Deze grens, die voor mij persoonlijk zo bestaat, is niet hard en mogelijk dat ik ooit een patiënt tref waarbij ik deze grens over ga.

    Helaas heb ook ik een negatieve ervaring met de levenseindekliniek gehad. Een patiënt die ik weloverwogen euthanasie weigerde heeft via de kliniek wel euthanasie gekregen. De betreffende arts vond het nodig ons en de familie mee te geven niet te begrijpen waarom de eigen huisarts dat niet heeft willen doen.

    Er lijkt een kloof te ontstaan tussen artsen die euthanasie normaal en haast onvermijdbaar vinden als het kan en mag en artsen die niet alleen wet- en regelgeving laten meespelen, maar ook andere overwegingen. Ik hoop dat we respect voor elkaars omgaan met het nooit eenvoudige en altijd emotionele onderwerp euthanasie zullen blijven houden.





  • I.F. Van Lingen

    Huisarts, Nijverdal

    Voorop wil ik stellen dat ik euthanasie verzoeken uitvoer, dat ik gesprekken erover met mijn patiënten al in een vroeg stadium aanga. En dat ik ook bereid ben te luisteren naar minder duidelijke verhalen.

    Echter dit stuk schiet mij volkomen in he...t verkeerde keelgat. Het feit of een behandelend arts wil voldoen aan een verzoek om euthanasie is niet aan de patiënt om te bepalen, en al helemaal niet aan een arts van de levenseinde kliniek. Ik bepaal het in mijn situatie. Want ik ben degene die daarna door moet leven met het feit dat ik een mens gedood heb.

    Als ik aangeef dat ik iets niet kan, dan is dat aan mij. Niemand heeft daar iets over te zeggen. Het verlenen van euthanasie is een gunst. Geen plicht.

    En dag de levenseinde kliniek wachtlijsten heeft is echt niet mijn probleem. Opeens moet ik denken aan het briljante verhaal van Vonnegut.
    “Welcome to the monkeyhouse”

  • Maaike Willemsen

    Huisarts, Heerenveen

    Steven de Pleiter zegt:
    Waar het om gaat, is dat we er vanuit de Levenseindekliniek fervent voorstander van zijn dat casus die duidelijk aan de wettelijke zorgvuldigheidscriteria voldoen – in het artikel aangeduid als ‘relatief eenvoudige euthanasie...aanvragen’ - door de eigen arts worden opgepakt. 

    Ik begrijp wel dat de levenseinde kliniek dat wenst, maar omdat het aan de zorgvuldigheidseisen voldoet betekent dat toch niet automatisch dat ik het daarom dus maar moet doen?
    En volgens mij zijn er veel huisartsen die er zo over denken.

  • C.G.H. Blok

    huisarts, Harlingen

    Bij alle patiënten was sprake van voltooid leven problematiek. Wanneer het leven nog wel de moeite waard was, dan ging de euthanasie niet door.
    Moeten we dan hieruit opmaken dat het probleem van een voltooid leven voorop stond, en de ouderdomskwale...n toch van secundair belang waren? Hoe kan het dan, dat deze ouderdomskwalen wel de medische grondslag vormen?
    En hoe moeten we omgaan met een sociaal isolement als reden voor een euthanasie? Is levensbeëindiging hiervoor de enige oplossing?
    Het blijkt dat er nog huisartsen bestaan die deze vragen niet zo eenvoudig vinden. Ik hoop dat dat zo zal blijven.

  • Maaike Willemsen

    Huisarts, Heerenveen

    Ik sluit mij aan bij col Bastiaans. Het respect voor de mening van de huisarts ontbreekt in het artikel. De voorbeelden die gegeven worden zouden inkoppers moeten zijn? Ik vind het ingewikkelde kwesties waar veel tijd voor nodig is om goed te onderzo...eken voordat er een antwoord op de vraag kan komen. De ervaring van de gemiddelde huisarts met verzoek tot euthanasie bij stapeling ouderdomskwalen is gering. Zelf heb ik ervaring met de overname van de levenseindekliniek van zo'n casus. Ik heb alle gesprekken bijgewoond en heb respect voor hun werk. Ook deze hoogbejaarde mevrouw werd door hen geholpen maar alsnog had ik moeite met het verzoek onder deze omstandigheden. Lastig om goed te verwoorden waarom. Het team van de levenseinde kliniek begreep mijn twijfels niet. Voor hen leek het gesneden koek; 'Dit mag in Nederland dus waarom zou je dat niet doen? ' was de reactie. Wellicht dat de werknemers bij de levenseinde kliniek verder zijn in hun meningsvorming over welke casuïstiek invoelbare/ logische euthanasie verzoeken zijn. Daarbij gesteund in hun ervaringen en het multidisciplinaire overleg wat blijkbaar altijd plaatsvind. Dat zou mij ook hebben kunnen helpen. Ik liep er op vast of ik er wel goed aan deed en of dit verzoek wel binnen de juridische kaders viel etc. omdat ik geen ervaring had met deze categorie. Mijn collega 's in de HOED deelden mijn mening en twijfels. Ik lag er wakker van voordat ik de levenseindekliniek inschakelde of ik er geen gedoe mee zou krijgen achteraf. Mag dit wel? Moet ik straks voor de commissie verschijnen? Etc. Daarnaast was er vanuit de familie druk, waarom doe je moeilijk? Dit mag gewoon? Zeker omdat je nog en jonge huisarts bent (5 jaar praktijkhouder)? En er is ook haast bij!

    Al met al ben ik er nog steeds niet over uit wat ik de volgende keer zal doen.

  • Ton Vink

    Filosofisch consulent, Velp

    Hierbij een reactie vanuit de praktijk van zelfeuthanasie. Ja, ook ik merk dat een huisarts die meent niet aan de zorgvuldigheidseisen te kunnen voldoen doorverwijst naar de Levenseindekliniek. Vervolgens krijgt de patiënt daar te horen dat er voor h...et eerste gesprek een wachtlijst is van 8 tot 12 weken. En vervolgens belt de familie ondergetekende. Voor de leeftijdscategorie waar Sytske van der Meer naar verwijst betekent mijn bijdrage doorgaans gedegen informatie over het proces van stoppen met eten en drinken (waar veel onwetendheid over bestaat). Je kunt je ook afvragen of deze vorm van zelfeuthanasie niet de voorkeur verdient boven artseneuthanasie. Het is inderdaad niet handig te spreken over (relatief) ‘eenvoudige euthanasieaanvragen’. En verder is het een hardnekkig misverstand (ook bij de Levenseindekliniek) dat er wettelijke criteria (de zorgvuldigheidseisen) zijn waaraan het euthanasieverzoek of de patiënt moet voldoen; die criteria/eisen gelden voor de arts. Ton Vink, filosofisch consulent, www.ninewells.nl.

  • Frans Brons

    voormalig SCEN-arts, Den Haag

    Het gebruik van de term 'relatief eenvoudige euthanasievragen' is niet zo badinerend bedoeld als in sommige reacties verondersteld wordt. Bedoeld wordt ongetwijfeld 'niet extreem gecompliceerd'. Als SCEN-arts heb ik bij aanvragen van de Levenseindekl...iniek altijd getracht de behandelend (huis-)arts te benaderen. Uit nieuwsgierigheid heb ik altijd ook gevraagd waarom zij de Levenseindekliniek hadden ingeschakeld. De antwoorden waren vaak integer en begrijpelijk, maar soms ook niet.
    Redenen als 'Ik ben nog te jong' of 'Ik heb mijn quotum dit jaar al bereikt' of 'ik doe alleen terminalen' kwamen meermalen langs. Ik kan mij voorstellen dat dit géén indicaties zijn voor verwijzing naar de overbelaste Levenseindekliniek.
    Dat sommige artsen zich zélf overbelast voelen bij hun tiende of twaalfde euthanasieverzoek in één jaar is echter ook wel begrijpelijk.

  • Steven Pleiter

    Raad van Bestuur Levenseindekliniek, Den Haag

    Eenvoudig en niet makkelijk

    ‘Bij de behandelend arts lijkt drempelvrees te bestaan voor relatief eenvoudige euthanasieaanvragen’, schrijft Sytske van der Meer in haar opiniërend artikel. De redactie haalt de zin uit de inleiding en maakt er een k...op van: ‘Onterechte huiver voor relatief eenvoudige euthanasieaanvragen.’ Een kop die de aandacht trekt.

    Hoofdredacteur Hans van Santen van Medisch Contact reageert in hetzelfde nummer met een column op het woord ‘eenvoudig’. Ook KNMG-voorzitter René Héman geeft zijn mening op de website van de KNMG. ‘Ik geloof niet dat er eenvoudige euthanasievragen bestaan’, schrijft hij. Op Twitter barst vervolgens een discussie los, waarbij het dan wel gaat over het inwilligen van de euthanasie door de arts dan wel over het aanvragen van euthanasie door de patiënt.

    Het is jammer dat de zin van het artikel van Sytske van der Meer uit zijn verband is getrokken en dat over de essentie van het artikel nauwelijks wordt gesproken. Waar het om gaat, is dat we er vanuit de Levenseindekliniek fervent voorstander van zijn dat casus die duidelijk aan de wettelijke zorgvuldigheidscriteria voldoen – in het artikel aangeduid als ‘relatief eenvoudige euthanasieaanvragen’ - door de eigen arts worden opgepakt. Daarover zijn we het met René Héman volledig eens. Sytske van der Meer laat met voorbeelden zien om wat voor soort casus het naar haar mening gaat.
    Dat een euthanasieaanvraag voor de patiënt en een euthanasieverlening voor de arts niet makkelijk is, mag duidelijk zijn. Daar weten we bij de Levenseindekliniek alles van.

  • P.J.E. van Rijn

    voormalig huisarts , Rheden

    De NVSH vervulde in haar tijd een revolutionaire rol. Maar zíj heeft zich tenminste bijtijds terecht opgeheven, toen zij eenmaal het succes van pil en abortus had bereikt. Ook voor de NVVE betekent dit dat zij zich had moeten opheffen op het toppun...t van haar succes ,namelijk het bereiken van de euthanasiewet, die naar behoren functioneert, en niet door had moeten gaan als de fundamentalistische club die zij nu is .En zo is het nu ook gesteld met de Levenseindekliniek . Ook zíj kan zich nu met een gerust hart opheffen , nu zij zelf constateert dat `stapeling van ouderdomsklachten niet meer tot de complexe euthanasie behoort en dus bij de eigen huisarts thuishoort. ` Omdat euthanasie bij patiënten met volledige dementie juridisch én ethisch nu eenmaal niet is toegestaan en de voltooid leven kwestie niet over patiënten gaat en daarom dus per definitie geen zaak voor de arts is, is haar bestaansrecht hiermee dus vervallen .

  • Rene Bastiaans

    specialist ouderen geneeskunde, Purmerend

    Goede middag

    ik ben enorm geschrokken van dit stukje opinie
    Hoe is het mogelijk dat men euthanasie eenvoudig gaat noemen. En hoe kun je dan het oordeel hebben dat dat dan maar bij een ander thuis hoort.
    Ik snap ook wel dat het succes van de lev...enseinde kliniek wat harder gaat dan gepland. Maar deze in mijn ogen veroordelende houding is niet gerechtvaardigd. Laat een ieder in zijn of haar waarde. U vind deze drie vragen een rechtvaardigde grond voor euthanasie. En dat is prima, maar laat Uw collega's ook hun mening behouden. Met het daarbij behorende respect. En dat mis ik hier echt heel erg!

  • René Héman

    voorzitter KNMG, Utrecht

    De dood is altijd aangrijpend. Voor de patiënt en diens naasten natuurlijk, maar ook voor de dokter zelf. Zelfs als je als arts vaak geconfronteerd wordt met de dood, went het niet. Misschien krijg je leer op je huid, maar een olifantshuid wordt het ...nooit. ‘Artsen verwijzen, ook bij relatief eenvoudige euthanasieaanvragen, steeds vaker door naar de Levenseindekliniek’, lees ik hierboven. De woorden ‘eenvoudige’ en ‘euthanasievragen’ passen niet bij elkaar. Ik geloof niet dat eenvoudige euthanasievragen bestaan.
    Mijn volledige reactie op dit artikel: https://www.knmg.nl/actualiteit-opinie/columns/column/eenvoudige-euthanasie.htm

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.