Ansco Dokkum
Plaats een reactieNaam: | Ansco Jan Heeble Dokkum (9 mei 1904 - 30 december 1985) |
Sport: | Roeien, zeilen |
OS: | 1928, 1936 |
Erelijst: | geen medailles |
In 1928 vinden de Olympische Spelen voor het eerst plaats in Nederland. In het Olympisch Stadion in Amsterdam nemen 2869 sporters, onder wie 274 vrouwen, het tegen elkaar op. Ansco Dokkum maakt deel uit van de Nederlandse roeiploeg en doet mee aan de vier zonder stuurman. De roeiwedstrijd vindt plaats in het kanaal van Sloten. In de eerste ronde wordt Dokkums team uitgeschakeld door Italië en in de herkansing door Duitsland.
Acht jaar later, in 1936 doet Ansco Dokkum als zeiler mee aan de Olympische Spelen in Berlijn. Deze spelen zijn al in 1931 door het Internationaal Olympisch Comité aan Duitsland toegewezen. De eerste protesten begonnen toen Adolf Hitler in 1933 werd gekozen tot rijkskanselier en snel daarna de Jodenvervolging in Duitsland begon. Er gingen stemmen op om de Spelen te verplaatsen, maar die werden afgewezen door het IOC. Een aantal Nederlandse sporters weigert naar Berlijn te reizen om deel te nemen. Maar een groter aantal gaat uiteindelijk toch. Met het schip ‘DeRuyter’, een zogeheten ‘Draak’, strijdt Ansco Dokkum voor het goud. Helaas eindigt zijn team op de achtste plaats.
Ondanks deze teleurstellingen wordt Ansco voorgoed gegrepen door het Olympisch virus. Naast zijn werk als kno-arts in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam – hij is een van de weinige niet-katholieke medewerkers – blijft hij actief in de sportwereld. Dit leidt ertoe dat hij in de aanloop naar de Spelen in Mexico in 1968 wordt gevraagd als chef de mission. In juli 1968 vertelt hij in De Telegraaf over zijn fascinatie voor de Olympische Spelen: ‘En waarom doen ze het, om het geld? Neen, om de persoonlijke voldoening, de eer. Dat zoiets bestaat in deze materialistische wereld, dat vind ik geweldig. Dat heeft me al die jaren in de Olympische Spelen gegrepen. Al die jongelui gericht op dat ene doel: een sportieve topprestatie leveren. Jammer dat er altijd weer politieke kwesties in het geding worden gebracht, maar dat doen de mensen eromheen, nooit de sportjongens zelf. Die hebben één kleur en die spreken één taal.’
Simone Paauw
Lees ook het portret van Simon Bon die in 1928 bij Ansco Dokkum in de boot zat
- Er zijn nog geen reacties