Angstig zwanger slecht voor kind

De Barker-hypothese, ook wel bekend als de fetal programming hypothesis, gaat ervan uit dat de emoties van de vrouw tijdens de zwangerschap het biologische systeem van het ongeboren kind ‘programmeren’. Mogelijk zijn kinderen daardoor vatbaarder voor fysiologische aanpassingsproblemen of andere stoornissen. Zo kan angst van de moeder tijdens de zwangerschap bij kinderen leiden tot concentratieproblemen, hyperactiviteit, afreageren van emoties op de omgeving en angststoornissen. Dat rapporteren onderzoekers van de Katholieke Universiteit van Leuven in het juli/augustus-nummer van Child Development.

Aan de studie namen 71 vrouwen deel, die in verwachting waren van hun eerste kind. De mate van angst tijdens de zwangerschap bepaalden de onderzoekers aan de hand van enquêtes. Op het moment dat de kinderen 8 of 9 jaar oud waren, vulden hun moeder, een leerkracht en een onpartijdige observant, opnieuw een vragenlijst in om bij de kinderen de mate van concentratieproblemen, hyperactiviteit, afreageren van emoties op de omgeving en angststoornissen vast te stellen. Deze gedragsstoornissen bij kinderen van 8 of 9 jaar oud bleken geassocieerd met angstgevoelens van de moeder tussen week 12 en 22 van de zwangerschap. << CD