Anesthesiologen intuberen beter dan kinderartsen
Plaats een reactieDe zorg voor ernstig zieke kinderen in Nederland kan nog wel wat beter. Dat concludeert kinderarts in opleiding Sam Janneke van Sambeeck die 1 november aan de Maastrichtse universiteit is gepromoveerd.
Ze bestudeerde voor haar dissertatie de werkafspraken, verantwoordelijkheden, specifieke vaardigheden en klinische observaties bij de zorg voor neonaten en kinderen. Op basis daarvan pleit ze voor de instelling van een multidisciplinaire commissie ‘vitaal bedreigde neonaat en kind’. Die commissie zou in elk ziekenhuis hetzelfde mandaat moeten krijgen als de al bestaande reanimatiecommissie, dus met een eigen budget en begroting.
Ze keek meer specifiek naar de endotracheale intubatie van neonaten en kinderen. Van oudsher ligt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de kinderarts. Maar, zo laat ze zien, 29 procent van de kinderartsen overschat zijn neonatale intubatievaardigheden, terwijl 33 procent van de anesthesiologen zijn vaardigheden op dit gebied juist onderschat. Omdat ze relatief weinig intubaties bij kinderen uitvoeren, voelen anesthesiologen zich soms ten onrechte onvoldoende vaardig, aldus Van Sambeeck. Ze pleit voor nationale en lokale afspraken over wie intubeert en voor meer trainingen van anesthesiologen en arts-assistenten anesthesiologie.
De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde neemt de adviezen ter harte. Met de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) zijn de eerste stappen gezet om landelijke en regionale samenwerkingsafspraken te ontwikkelen. De NVA heeft het maken van lokale afspraken over de opvang van acuut zieke kinderen opgenomen in de beroepsnormen voor anesthesiologen.
Sam Janneke van Sambeeck - Organisation, intubation skills and monitoring in the acute care of critically ill children in Dutch general hospitals, proefschrift Universiteit van Maastricht.
Lees ook:- Er zijn nog geen reacties