Laatste nieuws
Evelien Jagtman
9 minuten leestijd
Lezersverhalen

Anders leren kijken

Plaats een reactie

Twee vrouwen en hun eigen kliniek, met dank aan hun loopbaancoach

Eva Robertson heeft samen met Emmy van Woerden een gynaecologische kliniek opgezet in de Bijlmer. Voordat ze dit initiatief gestalte hebben gegeven, zijn ze bijgestaan door een loopbaancoach.

beeld: HermanvanGestel.com

Op tafel staat een dampende pot thee met dikke stukken speculaas. Buiten regent het. Er hangt een gezellige sfeer in de Zuidoost Kliniek. Aan de wand hangen foto’s van vrouwen met donker getinte gezichten, sommigen met uitbundig gekleurde kleding. De foto’s zijn gemaakt tijdens de opening van de kliniek, aan het begin van de zomer van 2008. Ze vormen een mooie afspiegeling van de populatie van de praktijk, die midden in de Bijlmer ligt. Terwijl Eva Robertson aan de houten tafel aanschuift, schenkt Emmy van Woerden de thee in – op zijn Engels: met een wolkje melk.
De beide gynaecologen kennen elkaar van de opleiding, maar daarna gingen ze elk hun eigen weg. Hun droom, een eigen kliniek, bracht hen weer bij elkaar. We zitten bij elkaar aan het eind van een lange werkdag. Met de trots die van hun gezichten afstraalt, zou je de hele kliniek kunnen verlichten.

Uitdaging


Van Woerden en Robertson bezochten ieder apart een loopbaancoach voordat ze met elkaar in zee gingen. De ene doorliep een persoonlijk traject bij Elsbeth de Wilde, de ander kwam met een gerichte vraag bij Ina Vader. Van Woerden werkte al dertien jaar in het Diaconessenhuis Leiden. Ze vertelt dat ze de uitdaging in haar werk begon te missen. Ze wilde de klantvriendelijkheid in het ziekenhuis verbeteren, maar liep tegen de logheid van zo’n grote organisatie aan: ‘Je kunt zelf je zaken wel op orde hebben, maar als dat een deur verderop niet zo is, dan stagneert het traject. Dat is frustrerend.’


Om van bovenaf veranderingen teweeg te brengen, deed ze een managementopleiding en nam ze zitting in het stafbestuur van het ziekenhuis. Toch lukte het niet om echt in de organisatie door te dringen. ‘Maar wat dan? Je bent zo specialistisch opgeleid dat het lastig is om de mogelijkheden te zien die buiten je vakgebied liggen. Voor je het weet, ga je alleen nog bedenken wat je níet kunt, terwijl je wel je capaciteiten hebt.’


Ze kwam er zelf niet uit en besloot naar een coach te gaan. Die liet haar eerst op kaartjes schrijven wat haar wensen nou eigenlijk waren. Op één van de kaartjes schreef ze: een kliniek in Italië. ‘Ik ben dol op Italië’, vertelt Van Woerden. ‘Het leek me heerlijk om daar iets voor mezelf te beginnen, maar dat was nog een vaag idee.’ Coach De Wilde daagde haar uit te doen alsof het een écht plan was en te bedenken welke stappen ervoor nodig waren om die droom te laten uitkomen. Dat leidde bij Van Woerden tot een andere manier van denken, een houdingsverandering: ‘Ik kon wel een heleboel verzinnen’, vertelt ze, ‘maar nu ging ik het ook echt doen.’

Kracht
Intussen zat Eva Robertson bij haar coach Ina Vader. Zij wist wel wat ze wilde, een kliniek in de Bijlmer. Maar ze had vragen over de aanpak: Waar moest ze beginnen? Ze wilde graag van alles doen en alles weten, maar het was te veel. Volgens Robertson ontbreekt het in de medicijnenstudie aan het ontwikkelen van managementvaardigheden. ‘Vanuit je professionele achtergrond heb je een bepaald idee. Waar je tegenaan loopt, is het gebrek aan bedrijfskundige ervaring.’ Coach Vader liet haar inzien dat je niet alles hoeft te weten, zolang je maar de juiste mensen om je heen verzamelt. Volgens Robertson is dat wat een coach doet: ‘Die laat zien wat jouw kracht is en hoe je die kunt aanvullen met een team mensen om je heen. Jouw ondernemerskwaliteiten maken dat je die mensen bij elkaar houdt. En zelf kun je dan voor een deel lekker dokter zijn.’

Kennismaken
‘Ik weet niet of ik deze stap had gezet als ik niet naar een coach was geweest’, zegt Van Woerden, ‘dat blijft speculeren.’ Wat ze wel opvallend vond, was dat na een paar gesprekken haar blik zo op het idee van een kliniek was gericht, dat ze andere signalen begon op te pikken. ‘Opeens’ hoorde ze Robertson tijdens een congres over een eigen kliniek praten. Lachend wijst ze schuin met haar hoofd naar het woord ‘kliniek’, dat nog boven tafel ‘hangt’ om te verduidelijken hoezeer ze daarop gespitst was. Voordat de vrouwen besloten om samen te werken, brachten ze een soort kennismakingstijd door. Ook daar kwam coach Ina Vader bij kijken. Samen met haar onderzochten ze hun kwaliteiten. Zo kregen ze duidelijker voor ogen waar ze elkaar konden aanvullen. ‘We zijn wel in heel veel dingen hetzelfde’ vertellen de vrouwen. Beiden zijn ze ondernemende types. ‘We vinden ook dezelfde dingen mooi’, zegt Van Woerden. Ze wijst op de bruine tas die in de hoek staat: ‘Daar waren we allebei meteen weg van.’ Maar, overlappende kwaliteiten zijn niet altijd even handig: ‘Twee kapiteins op één schip – dat kan gaan botsen.’

Kaartjes


De Wilde vertelt later via de telefoon dat ze het niet vreemd vindt dat Van Woerden dertien jaar lang doorzette in het Diaconessen­huis Leiden. ‘Ik zie veel vrouwen’, zegt De Wilde, ‘die zichzelf vastzetten in een negatieve spiraal. Ze denken niet in mogelijk­heden, maar in beperkingen. Als coach probeer ik dat te doorbreken.’ Een manier om dat te doen is de ‘kaartjesmethode’. Daarmee tracht De Wilde iemand een denkstrategie aan te leren. Positief denken is daar een onderdeel van. Op de kaartjes mogen geen ‘negatieve’ wensen worden geschreven. ‘Ik wil geen stress’ kun je ook zien als ‘Ik wil rust’. Als duidelijk is wat iemand wil, kijkt ze samen met haar klant in hoeverre de wens al is vervuld of welke   stappen iemand moet ondernemen om het doel dichterbij te brengen. 


‘Coaching is net als beeldende kunst’, zegt Ina Vader. ‘Je probeert iemand buiten haar eigen kaders te laten denken. Het moet niet vanzelfsprekend zijn.’


Ze leert iemand allereerst om vragen te stellen over de eigen normen en waarden. Voordat je iets kunt veranderen, moet je je daarvan bewust zijn. Als je vindt dat je alleen een ‘goede’ dokter bent als je fulltime werkt, voelt een vrouw die als parttimer werkt, zich dus altijd tekortschieten. Terwijl dat volgens Vader helemaal niet zo hoeft te zijn. ‘Continuïteit in de zorg hoeft niet vanuit één persoon te komen, dat kun je ook als organisatie beter regelen.’ Een voorbeeld van zo’n intern verankerd idee is volgens Vader ook dat vrouwen vinden dat je onaardig bent als je duidelijk laat zien wat je wilt. ‘Vrouwen geven daarom vaak hints, in plaats van te zeggen waar het op staat.’ Die hints worden volgens haar door mannen vaak niet opgepikt. ‘En dan heeft iemand die wel duidelijkheid verschaft voorrang.’

Loungebank
‘Zal ik de kliniek nog even laten zien?’, zegt Robertson. Terwijl ze opstaat, vertelt ze dat alles precies zo is zoals Van Woerden en zij het wilden. Een kliniek voor vrouwen en door vrouwen. De gynaecologen leveren poliklinische zorg, zoals plaatsing van een spiraaltje en colposcopisch onderzoek. ‘We doen geen dingen die ergens anders niet kunnen’, benadrukt ze. Maar omdat de organisatie klein is, kunnen ze wel snel en slagvaardig handelen. De kliniek vult het gat tussen de huisarts en het ziekenhuis. Patiënten die door de huisarts zijn verwezen, kunnen vlug worden gerust­gesteld of doorgestuurd. De klant is koning en dat zie je ook terug in de inrichting. De wachtruimte is ruim en licht. Robertson opent de deur van de ‘uitrustkamer’. Daar staat een grote, comfortabel ogende stoel met een stapel tijdschriften. ‘De loungebank is besteld’, zegt Robertson en ze wijst op de plek waar de patiënten straks op hun gemak kunnen bijkomen. De locatie in de Bijlmer was voor Robertson een hele logische keuze: ‘Ik heb hier altijd gewoond en ik vind het heerlijk hier.’ Terug aan de houten tafel wijst ze nog een keer op de foto’s van de opening: ‘Allemaal prachtvrouwen’ volgens haar. Voor Van Woerden is het dan geen Italië geworden, maar wel een ‘ander stukje buitenland’.

In de knel


Naast het werk hebben de vrouwen nóg een heel leven: beiden hebben kinderen en een partner. Problemen in de werk-privé­balans hebben ze nooit gehad. Volgens coach Vader zijn deze vrouwen daar wel een uitzondering op. Ze ziet veel vrouwen die het niet kunnen bolwerken: de zorg thuis én het werk. Volgens haar resulteert de druk die vrouwen voelen er nog veel te vaak in dat ze hun carrière opgeven. Ook De Wilde ziet dat vrouwen het bijltje er sneller bij neergooien. ‘Ze hebben vaak meerdere ijzers in het vuur’, zegt ze. ‘Als de ene weg te zwaar is, kiezen zew dus maar een andere.’ Mannen geven minder snel op, omdat werken iets is wat erbij hoort. ‘Vrouwen zien werk vaak als iets extra’s, iets wat leuk moet zijn’, legt Vader uit. ‘Voor mannen is het meer een noodzaak en daardoor haken ze minder snel af.’


Dat vrouwen in de knel raken, komt volgens haar door verschillende dingen. Allereerst solliciteren ze naar een fulltime baan, omdat ze er anders niet tussenkomen. Later moeten ze dan vechten om dat weer terug te schroeven. Daarnaast is er natuurlijk het thuisfront. Daar moeten vrouwen onderhandelen over de zorgtaken. Ze hoort nog vaak dat mannen er niks voor voelen om die taken op zich te nemen. Van Woerden heeft vier kinderen. Ze kreeg ze al voor de opleiding. Haar partner werkt fulltime. ‘Het was wel druk toen ze nog klein waren’, zegt Van Woerden. Maar ze heeft het gered. ‘Ik deed de boodschappen bij Albert Heijn via de computer. In het weekend verzon ik het menu voor de hele week en dat vond ik nog leuk ook.’ De boel thuis goed organiseren, is ook volgens Vader één van de dingen die helpen om de druk wat van de ketel te halen. Maar vrouwen moeten hun normen vaak ook bijstellen. ‘Ze willen het op alle fronten goed doen’, zegt ze, ‘op het werk, als moeder, als vriendin en ga zo maar door. Dat moet je kunnen loslaten. Je moet niet elke periode van je leven alles voor de volle honderd procent willen doen. Het is echt niet erg als je kind een keer met twee verschillende sokken naar school gaat.’ Robertson heeft ook nog wel een tip: ‘Begin aan kinderen zodra je eraan toe bent’, zegt ze. Haar kinderen zijn nu haar steun en toeverlaat. Ze helpen haar met allerlei klusjes. Terwijl ze dit vertelt, drukt er iemand op de bel. Door de ruit van de deur zien we een jongeman in de stromende regen staan: één van haar zonen. Hij komt iets afleveren.

Onpartijdig
Wat de vrouwen van de coaches hebben geleerd, klinkt allemaal zo makkelijk en logisch. ‘Dat klopt’, zegt Van Woerden. Maar toch bedenk je volgens haar zelf de oplossing niet. ‘Je loopt ergens over te denken en mee te worstelen, en je komt gewoon niet uit een bepaald proces’, zegt ze. ‘Iemand anders moet daar van bovenaf even naar kijken met een andere blik. Die ziet dan nieuwe moge­lijkheden en dan gaat het opeens wel door.’ Een collega of een partner kan volgens Van Woerden en Robertson niet hetzelfde doen als een coach. Robertson: ‘Een coach is onpartijdig. Een coach geeft ook geen advies, maar leert je om de juiste vragen te stellen. Het gaat er niet om dat je al die vragen kunt beantwoorden, maar het wordt dan wel helder waar je je op moet richten. Hoe wil je samenwerken bijvoorbeeld? Het kan allemaal wel goed voelen, maar dan moet je het nog vertalen in concrete plannen.’ MC


Vier vragen over coaching

1. Wanneer ga je naar een coach?
Bij een coach kun je terecht met al je loopbaanvragen. Vragen over een carrièreswitch of over je werk-privébalans zijn voorbeelden van zaken waarmee een coach kan helpen. Coaching is overigens geen therapie.

2. Hoe vind je een (geschikte) coach?


Op internet is een legioen aan coaches te vinden, maar niet iedereen heeft ervaring met het begeleiden van medici. Het loopbaan­bureau van de KNMG en de Vereniging voor Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA) hebben een netwerk met coaches die deze ervaring wel hebben. De coaches van de VNVA zijn te vinden op

www.vnva.nl

.


Het loopbaanbureau kan doorverwijzen naar een coach. Het bureau is op werkdagen bereikbaar via de Artseninfolijn, telefoon: 030 2823 322 of e-mail:

loopbaanbureau@fed.knmg.nl

.

3. Hoeveel kost het?
Gemiddeld 100 tot 150 euro per uur. Studenten betalen minder dan specialisten.

4. Hoeveel tijd ben je eraan kwijt?
Dit verschilt per coach en is afhankelijk van de complexiteit van de vraag. Reken voor levensloopvragen op één tot drie gesprekken.

Contactgegevens

Ina Vader, coach, kadertrainer VNVA en maatschapsbegeleider Texel


ina@inavader.nl


www.inavader.nl


0222 319 477

Elsbeth de Wilde, coach en supervisor Amsterdam


elsbethdewilde@wquadraat.nl


06 2299 9261

Gynaecologische kliniek:


www.zuidoostkliniek.nl


Lezersverhalen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.