‘Als je iets wilt met álle artsen in Nederland, moet je bij de KNMG zijn’

‘Sommige zaken moet je echt als artsen samen oppakken of agenderen.’ Christiaan Keijzer over zijn drijfveer om namens de medisch specialisten het nieuwe compacte KNMG-bestuur te versterken.

Het federatiebestuur van de KNMG kent sinds 1 september naast voorzitter René Héman drie bestuurders. Zij vertegenwoordigen elk een cluster van artsen. Een verademing, zo noemt Christiaan Keijzer de nieuwe besturingsstructuur. De anesthesioloog vertegenwoordigt in het federatiebestuur-nieuwe-stijl cluster 2; medisch-specialistische geneeskunde. ‘De nieuwe opzet is een geweldige manier om de daadkracht van de KNMG te vergroten. We kunnen beter anticiperen op ontwikkelingen in de zorg en sneller reageren op dingen die op ons af komen. Daarnaast maakt de compactheid van het bestuur het eenvoudiger om nauwer met het KNMG-bureau samen te werken.’

Samen agenderen

Als student geneeskunde werd Keijzer KNMG-lid. ‘Ik zag hoe belangrijk het is dat er een organisatie is die jouw belangen als dokter behartigt. In mijn ogen zou elke dokter (in opleiding) dan ook aangesloten moeten zijn. De KNMG is je spreekbuis. Dat ervoer ik onlangs bijvoorbeeld weer toen de KNMG zich in Den Haag en de media duidelijk uitsprak tegen de verwerpelijke praktijk van naming and shaming van dokters die een berisping hebben gekregen. Zoiets moet je echt als artsen samen agenderen.’

Nieuwe inzichten

De samenkomst van alle artsendomeinen binnen de KNMG levert vaak nieuwe inzichten op, vindt Keijzer. ‘Je kijkt vanzelf buiten je eigen domein. Neem de discussie rondom tabaksontmoediging. De ene beroepsgroep kijkt vooral naar de schade die roken veroorzaakt, de andere richt zich op het voorkomen van blootstelling van kinderen aan rook, of draagt bij aan preventie. Zo kom je samen tot een breder plan.’

Goed aangehaakt

Keijzer wil als bestuurslid-nieuwe-stijl veel informatie ophalen. ‘Met een compact bestuur vertegenwoordigen we alle artsen in Nederland. Die moeten dus goed aangehaakt zijn. Daar hebben we de afgelopen jaren al hard aan gewerkt. We vragen de federatiepartners om artsen uit hun achterban actief te wijzen op KNMG-districtsbijeenkomsten om mee te discussiëren. Of we raadplegen leden online, door enquêtes uit te sturen, zoals we dit voorjaar deden rond het opnemen van gesprekken in de spreekkamer en eerder over voltooid leven. De uitkomsten delen we met onze federatiepartners en verwerken we in de richtlijnen en standpunten van de KNMG. Iedereen wordt daar dus wijzer van.’

Veel belangrijke vragen

Het dagdeel in de week dat hij formeel beschikbaar heeft voor zijn bestuurstaak zal zeker te weinig zijn, verwacht Keijzer. ‘Er ligt heel veel. De discussie rondom het levenseinde bijvoorbeeld, of de vraag hoe we ons voorbereiden op de ontwikkelingen in de zorg. Nu is de opleiding geconcentreerd op de ziekenhuiszorg, maar als we ons meer op preventie willen richten, moet het sociale domein veel sterker worden dan het nu is.’

Discussies met achterban

Voor de toekomst hoopt hij op een nog sterkere uitstraling van de KNMG. ‘Zodat het voor iedereen duidelijk is dat als je iets wilt met álle artsen in Nederland, je bij de KNMG moet zijn. Zodat we ook een actieve bijdrage kunnen leveren aan alle relevante discussies. Als bestuur moeten we ervoor gaan zorgen dat we nog veel makkelijker in het hele land belangrijke themadiscussies kunnen voeren met onze achterban. Alleen op die manier kunnen we onze rol als vertegenwoordiger van alle artsen waarmaken.’