Laatste nieuws
dr. Ben van Cranenburgh
7 minuten leestijd
muziek

Als het fout gaat in het hoofd

Plaats een reactie
Getty Images
Getty Images

Bij het musiceren speelt ons brein een grote rol. Als het hapert in de bovenkamer heeft dat dan ook bepaalde ‘muzikale’ afwijkingen, muziekstoornissen, tot gevolg. Een overzicht.

Muziek heeft zijn verankering in het brein in de vorm van specifieke neurale netwerken. Bij het luisteren naar muziek is natuurlijk het oor van belang. Echter, zonder hersenen hebben we niks aan het oor en is geen bewuste muziekgewaarwording mogelijk. Muziek is in zekere zin een product van ons brein. Zonder brein bestaat muziek niet.

Zo ook zijn bij het muziek maken vanzelfsprekend spieren van belang (vingers, arm, hand, mond, tong etc.). Een spier op zich is echter machteloos. Bij muziek maken gaat het om de juiste aansturing van die spieren. Dat is dan weer de taak van de hersenen: neurale aansturing.

Ons brein is plastisch en zet in op intacte functies. Als een bepaalde functie slecht ontwikkeld is, kan een andere functie zich als reactie daarop juist sterker ontwikkelen. Bij congenitaal blinden werkt het oog niet en ontvangen de hersenen geen visuele informatie. Toch hebben ook zij achter in de hersenen de visuele schors. Deze schorsgebieden blijven echter niet ongebruikt. Er is juist meer cortex beschikbaar voor andere zintuigen: de ongebruikte visuele schors kan worden ingezet voor de verwerking van auditieve of tactiele informatie. Men spreekt van crossmodale plasticiteit. Hersenscans tonen aan dat een blinde op deze wijze geluiden ‘ziet’. De visuele schors wordt ingezet bij het scherp lokaliseren van geluiden. Dit verklaart dat de andere zintuigen beter tot ontwikkeling kunnen komen; de blinde hoort, voelt en ruikt beter. Wellicht is het dus geen toeval dat blinden soms een grotere muzikale begaafdheid ontwikkelen. Op vergelijkbare wijze zet de congenitaal dove zijn auditieve schors in bij het ‘luisteren’ naar gebarentaal.

Unravelling Bolero, een schilderijen Ann Adams die muziek weergeven door kleuren en symbolen.
Unravelling Bolero, een schilderijen Ann Adams die muziek weergeven door kleuren en symbolen.

Deze crossmodale plasticiteit vormt ook de verklaring voor het fenomeen van de idiot savant: mensen met een verstandelijke beperking die hyperbegaafd zijn in een bepaalde functie. Ook bij degeneratieve hersenziekten en bij hersenlaesies gebeurt het soms dat intacte functies geaccentueerd of zelfs versterkt worden. Zoals bij Ann Adams, een Britse bioloog die na haar 55ste een frontotemporale dementie ontwikkelde. Het wegkwijnen van schorsweefsel aan de voorzijde blijkt te worden gecompenseerd door een toename van schorsweefsel aan de achterzijde. Bij Adams uitte zich dat in haar zeer gedetailleerde schilderijen en in het ontstaan van een onbedwingbare drang om muziek te tekenen. ‘Unravelling Bolero’ is daar een fascinerend voorbeeld van: alle 340 maten van de Bolero zijn zeer gedetailleerd visueel weergegeven door symbolen met een specifieke vorm, kleur en grootte.

Deze mensen worden niet koud of warm van muziek

Toondoof en muzikaal vlak

Net als bij ontwikkelingsdyslexie (slecht lezen) of dyspraxie (onhandig) komt ook het amuzikale brein voor. Eén vorm daarvan is de congenitale amusie of toondoofheid. Dit zijn mensen die nauwelijks toonhoogte of melodieverschillen kunnen waarnemen, een genetische speling van de natuur die bij ongeveer 4 procent van de bevolking voorkomt. Een variant hiervan is muzikale vlakheid (anhedonie). Deze mensen worden niet koud of warm van muziek, ze ervaren muziek als een soort achtergrondlawaai. Ook anhedonie kan aangeboren zijn (4 à 5% van de mensen). Het komt echter ook voor bij verworven hersenbeschadiging.

Net als autisme, ADHD, dyslexie etc. kan men deze stoornissen dus zien als een manifestatie van biologische variatie. Therapeuten die graag met muziek of ritme werken, moeten zich realiseren dat dat dus niet bij iedereen werkt.

Getty Images
Getty Images

Muzikantenkramp

Plasticiteit is een prachtig mechanisme waardoor ieder individu zijn eigen vaardigheden kan ontwikkelen. Een keerzijde van de grote plasticiteit is echter dat dit ook uit de hand kan lopen. Te lang en eenzijdig oefenen op een muziekinstrument kan ertoe leiden dat de betrokken neuronen overgevoelig worden en dat geen selectieve activatie meer mogelijk is. De plasticiteit is dan maladaptief. In de praktijk uit zich dat als een soort kramp, focale dystonie genoemd. Telegrafistenkramp, schrijverskramp en pianistenkramp zijn hier vormen van. Deze kramp kan pijnlijk zijn, maar dat hoeft niet. Soms wordt het als een soort blokkade ervaren. Een dergelijke dystonie kan een einde maken aan iemands professionele carrière. De focale dystonie is zeer selectief en gebonden aan de betreffende vaardigheid: de hoornist krijgt zijn kramp in de mondspieren bij het hoornspelen, de violist in de armspieren, de schrijver in de handspieren. De pianistenkramp heeft zijn oorzaak dus niet in de handspieren, maar in een uit de hand gelopen mechanisme in het centraal zenuwstelsel. Dit laat onverlet dat bij focale dystonie ook andere factoren meespelen zoals genetische predispositie of omgevingsfactoren zoals stress (bijv. plankenkoorts).

Voor een therapeut is het belangrijk zich te realiseren dat een behandeling bij de hersenen zou moeten aangrijpen. Vaak zijn de behandelingen echter vooral perifeer gericht (bijv. spierverslapping met botox), en wordt de wezenlijke oorzaak van de dystonie dus niet aangepakt.

Getty Images
Getty Images

De amusieën

Muziek heeft in de hersenen zijn eigen ‘neurale ensembles’. Dit betekent dat muziekstoornissen kunnen ontstaan bij hersenbeschadiging. Bij een musicus kan een beroerte specifieke stoornissen in muziekvaardigheden opleveren zoals het herkennen van muziekinstrumenten, moeite met noten lezen en het kwijt zijn van grepen en vingerzettingen. Deze stoornissen worden meestal gemist bij het gangbare onderzoek, maar zijn voor de musicus natuurlijk zeer belangrijk. Bij de revalidatie en therapie van musici zou daar specifiek aandacht aan besteed kunnen worden.

Bekend zijn de afasieën die na een beroerte kunnen optreden. Dat zijn stoornissen van taalgebruik en/of -begrip. Volkomen analoog kunnen stoornissen ontstaan in de muziekproductie en expressie alsook in de muziekwaarneming en het begrip van muziek. Er worden vier categorieën muziekstoornissen, amusieën, onderscheiden.

1. Receptieve/sensorische amusie. Dit is een vorm van auditieve agnosie (agnosie = stoornis van de herkenning). De patiënt heeft stoornissen van de auditieve analyse, de analyse van klanken: onderscheiden van de klank van instrumenten, toonhoogtes, melodieën et cetera (muziek luisteren). Een patiënt met een klein infarct in de auditieve schors vertelde dat hij tonen ‘vals’ hoort. Ook complexere vormen komen voor, bijvoorbeeld het niet meer begrijpen van een muzikale structuur of ontwikkeling.

Ravel kon in zijn laatste levensjaren geen noten meer schrijven

2. Expressieve/motorische amusie. Dit is een speciale vorm van apraxie (= stoornis van handelingsvaardigheid). De patiënt heeft een stoornis in het produceren van muziek, bijvoorbeeld stemvorming of grepen op een instrument. Een fluitist is bijvoorbeeld de grepen van het derde register kwijt.

3. Muziekdyslexie. Dit is een speciale variant van dyslexie resp. visuele agnosie. De patiënt heeft moeite/maakt fouten met noten lezen en van blad spelen. Dit komt vaker voor dan men denkt, bijvoorbeeld kinderen presteren slecht op de muziekschool. Dan wordt al gauw gezegd: geen aanleg. Dit kan echter met noten lezen te maken hebben.

4. Muziekdysgrafie. Moeite met het schrijven van noten. Heel vervelend voor een componist. Ravel had in zijn laatste levensjaren een muziekdysgrafie. De opera Jeanne d’Arc zat in zijn hoofd, maar hij zei: ‘Die zal er nooit komen.’ Hij besefte dat hij de klankvoorstelling niet meer kon omzetten in muzieknotatie.

Getty Images
Getty Images

Het bovenstaande betreft de sensomotorische en cognitieve aspecten van muziekstoornissen. Echter, muziek heeft ook een affectieve dimensie, en deze kan ook gestoord raken. We noemden al de anhedonie; men zou ook kunnen spreken van affectieve amusie. Net als bij taal speelt bij muziek de intonatie, accentuering en gevoelswaarde een rol. Dit wordt wel prosodie genoemd. Een zanger kon na zijn CVA geen uitdrukking meer in zijn stem leggen: een expressieve dysprosodie.

Alle bovenbeschreven muziekstoornissen komen voor en zijn in de literatuur beschreven. Door gebrek aan systematisch en epidemiologisch onderzoek, weten we weinig van de frequentie van deze stoornissen. De praktijk leert echter dat focale dystonieën bij musici niet zeldzaam zijn en dat veranderingen in de beleving van muziek na een beroerte herhaaldelijk gemeld worden.

Aan de andere kant blijkt dat muziekvaardigheden soms lang ongeschonden kunnen blijven ondanks ernstige degeneratieve ziekten. Oliver Sacks beschrijft een demente vrouw die vroeger koren had gedirigeerd. Toen in het verpleeghuis een koor geformeerd werd, ging zij ervoor staan en kon professioneel en correct de maat slaan. Muziekvaardigheden kunnen blijkbaar selectief gestoord raken maar ook selectief behouden blijven!

Contact

benvancra@outlook.com

cc: redactie@medischcontact.nl

Literatuur

B. van Cranenburgh: Muziek en brein. Over de kracht van muziek. Stichting ITON, Haarlem 2018.

O. Sacks: Musicofilia. Verhalen over muziek en het brein. Meulenhoff, Amsterdam 2007.

L. Obler en D. Fein: The exceptional brain. Guilford, New York 1988.

Zie ook het boek Muziek en brein in Media & Cultuur

muziek
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.