Afgelegen SEH krijgt beschikbaarheidsbijdrage

Ziekenhuizen in afgelegen gebieden moeten gemakkelijker aanspraak kunnen maken op een zogenaamde beschikbaarheidsbijdrage voor de spoedeisende eerste hulp (SEH) of acute verloskundige zorg. Dat schrijft minister Schippers in een brief aan de Tweede Kamer over het veiligstellen van curatieve zorg in krimpregio’s.

Er zijn momenteel acht ziekenhuizen in de provincies Zeeland, Friesland, Drenthe, Gelderland en Noord-Holland die moeite hebben om de SEH en/of acute verloskunde ‘eigenstandig’ in de lucht te houden en waarbij sluiting van deze voorzieningen de 45-minutennorm in gevaar zou brengen, schrijft Schippers in de brief. Deze ziekenhuizen zijn benoemd in de Analyse gevoelige ziekenhuizen van het RIVM uit 2013. Het gaat onder meer om het Gemini Ziekenhuis in Den Helder, ZorgSaam in Terneuzen en het Antonius Ziekenhuis in Sneek.

In theorie kunnen deze ziekenhuizen aanspraak maken op een zogenaamde beschikbaarheidsbijdrage spoedeisende hulp. Maar de eisen om voor zo’n bijdrage in aanmerking te komen, zijn momenteel zo streng, dat in praktijk geen enkel ziekenhuis zo’n bijdrage krijgt. Daar wil de minister nu verandering in brengen door het ‘criterium overmachtsituatie zorgverzekeraars’ te schrappen. Ze zal de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) daartoe opdracht geven. Na afschaffing van dat criterium zullen alleen nog de eisen uit het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van toepassing zijn en kunnen ziekenhuizen sneller een bijdrage krijgen, aldus de minister.

Lieke de Kwant

Lees ook:

• Kleine ziekenhuizen in problemen (4 maart 2015)
• Volume staat niet gelijk aan kwaliteit op SEH (29 oktober 2014)
• Baby niet overleden door concentratie van zorg’ (8 september 2014)
• Concentratie van spoedzorg is hooguit afgeremd (31 juli 2014)
• ZN zet concentratie spoedzorg in ijskast (16 juli 2014)