Laatste nieuws
Twan van Venrooij
1 minuut leestijd
kindergeneeskunde

Abortusgrens blijft 24 weken

1 reactie

De grens voor het uitvoeren van een abortus wordt niet gewijzigd. Dat heeft minister Schippers aan de Tweede Kamer laten weten.

De vorig jaar verschenen richtlijn ‘perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte’ van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie was de aanleiding voor de discussies over het verlagen van de grens voor abortussen.

In deze richtlijn staat dat het beleid in ziekenhuizen zou moeten zijn om bij kinderen geboren tussen 24 en 26 weken zwangerschap een ‘ja-tenzij-beleid’ te voeren om een behandeling te starten. Een aantal politieke partijen, waaronder CDA, ChristenUnie en SGP pleitten daarop voor een verlaging van de abortusgrens, die nu bij 24 weken ligt.

De minister laat weten dat uit gesprekken met deskundigen ‘onvoldoende medische, juridische en praktische redenen’ zijn gebleken om de abortusgrens te verlagen. De deskundigen benadrukten dat deze discussie ging over twee groepen kinderen die geen enkele relatie met elkaar hebben.

De eerste categorie omvat kinderen bij wie op de 20-wekenecho ernstige aangeboren afwijkingen worden gevonden en bij wie de ouders besluiten om de zwangerschap af te breken. De andere categorie betreft te vroeg geboren kinderen die als de zwangerschap zou zijn uitgedragen in principe gezond waren geboren.

Een wijziging van de abortusgrens zou met zich meebrengen dat kinderen geboren zouden worden met een zeer beperkte kwaliteit van leven waarvoor behandeling over het algemeen geen optie is. Daarnaast zou het verlagen van de abortusgrens kunnen leiden tot een minder hoge kwaliteit van de hulpverlening nadat op de 20-wekenecho een afwijking is geconstateerd.

Twan van Venrooij

De richtlijn: Perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte


Lees ook:

  • Meer nieuws

beeld: Thinkstock
beeld: Thinkstock
kindergeneeskunde abortus provocatus zwangerschap
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • G.M. Veenstra

    laatste jaars student

    'De deskundigen benadrukten dat deze discussie ging over twee groepen kinderen die geen enkele relatie met elkaar hebben'.

    De relatie is het moreel ethisch dilemma dat zich hier mogelijk kan afspelen. De ene 'niet gewenste' zwangerschap wordt ten ei...nde gebracht (ernstig aangeboren afwijkingen zijn geen 'voorwaarde')
    terwijl bij een andere foetus van dezelfde 'ontwikkelingsstadia' een actief beleid wordt gevoerd 'tenzij'..
    Dus wordt verwacht dat met de huidige behandelingsmogelijkheden kan worden verwacht dat de foetus op een 'abortustermijn' reeds levensvatbaar is met 'redelijke' toekomstverwachtingen.

    Met name in het perspectief, respect voor het leven' rijmen deze twee regelingen niet met elkaar. Indien men er heilig ervan overtuigt is dat een actieve houding zou moeten worden aangenomen vanaf 24-26 weken tenzij (ipv 'niet actief op 24 weken tenzij')
    kan iemand met het voortzetten van een abortus op 24 weken dus eigenlijk 'moord' 'opgedrongen euthanasie' (bij actieve beëindiging van de inmiddels levensvatbare foetus) in de schoenen geschoven worden.

    In de praktijk zal het natuurlijk vaak gaan om de 'gevonden' afwijkingen waarvoor gekozen wordt om nog op 24 weken een 'abortus' uit te laten voeren. Echter zolang deze afwijking 'niet verplicht' wordt gesteld kan je hier niet automatisch vanuit gaan. Dit kan mijn inziens een moreel/ethisch dilemma opleveren.

    Mogelijk dat in de toekomst betere adviezen geformuleerd kunnen worden door nog betere en snellere perinatale diagnostiek enerzijds en lange termijn gegevens over de kwaliteit van leven van 24 weken geborenen anderzijds.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.