Laatste nieuws
Marianne ten Kate-Booij
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Aantrekkelijk

Voorzitter Raad Opleiding van de Federatie Medisch Specialisten

1 reactie

Zoals velen van u zit ik wekelijks heel wat uren in de auto. Ik pendel tussen mijn woonplaats Breda, het Erasmus MC Rotterdam, de Federatie Medisch Specialisten in Utrecht en allerlei bijeenkomsten in het land. Uiteraard zou ik deze tijd liever aan patiënten en aiossen besteden. Aan de andere kant geven deze momenten me ook de mogelijkheid om na te denken en te genieten van het mooie landschap dat voorbij trekt. Wat maakt een regio eigenlijk aantrekkelijk?

Als ik die vraag voorleg aan aiossen, zijn ze helder in hun antwoord: een opleidingsregio is voor hen aantrekkelijk als die kansen biedt om datgene te leren wat zij willen. Door spreiding en concentratie van zorg is het niet mogelijk om zich alles wat zij straks moeten weten en kunnen in één ziekenhuis eigen te maken. Dus verdelen ze dit over verschillende opleidingsinstellingen binnen een regio. Om ervoor te zorgen dat hun opleidingsonderdelen geen los zand vormen en hun ontwikkeling longitudinaal gevolgd kan worden, is samenwerking tussen deze instellingen cruciaal. Niet voor niets juichen we als Federatie Medisch Specialisten deze regionale samenwerking toe.

Een aantrekkelijke opleidingsregio maakt echter nog geen aantrekkelijke werkregio. Als de aiossen klaar zijn met hun opleiding, stellen ze andere eisen aan de regio waar ze zich vestigen. Naast inhoudelijk interessant werk willen ze zowel een vaste baan voor henzelf als voor hun partner, een betaalbaar huis en – indien van toepassing – een leuke school voor hun kinderen.

Het verschil tussen aantrekkelijk voor aiossen en aantrekkelijk voor medisch specialisten is exact de reden waarom arbeidsmarktproblemen in bepaalde regio’s niet opgelost worden door hier meer opleidingsplekken te creëren. Een wens die de afgelopen periode verschillende keren geuit is, onder andere in het rapport ‘De regionale mobiliteit en binding van medisch specialisten’ van de RUG. Ik ben ervan overtuigd dat we ook arbeidsmarktproblemen samen kunnen oplossen. Maar deze problemen hebben een andere oorzaak en vragen dus een andere oplossing. In plaats van eindeloos te blijven steggelen over de verdeling van opleidingsplaatsen over de regio’s, kunnen we beter nadenken hoe we regio’s die kampen met een tekort aan medisch specialisten aantrekkelijker maken. Zekerheid is hierin een sleutelbegrip. Na een jarenlange, intensieve opleiding verdienen jonge klaren een bepaalde zekerheid. In plaats daarvan komen ze terecht in tijdelijke contracten, vaak zonder uitzicht op een vaste baan. Ik kan me voorstellen dat de zekerheid van een vast contract voor veel jonge klaren een reden is om zich wel elders te vestigen.

Het is niet mijn bedoeling om problemen te bagatelliseren. Het is voor sommige regio’s echt lastig om medisch specialisten te vinden, veelal omdat ze ‘ver’ weg liggen van de Randstad. Maar een regio heeft meer te bieden dan beren op de weg. Laten we vooral kijken wat er wel aantrekkelijk is voor werknemers en hoe we dit kunnen versterken. Want als we zelf de aantrekkingskracht van onze regio’s niet voor het voetlicht brengen, hoe kunnen anderen die dan zien?

Marianne ten Kate-Booij, voorzitter van de Raad Opleiding van de Federatie Medisch Specialisten

pdf federatienieuws

Federatienieuws FMS
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Namens de OOR NO, drs. Aat van den Berg

    OOR-coördinator OOR NO, Groningen

    Collega Ten Kate-Booij refereert aan het onderzoek ‘De regionale mobiliteit en binding van medisch specialisten’ van de Rijksuniversiteit Groningen, maar we vrezen dat ze het verkeerd heeft begrepen.
    Zij stelt dat arbeidsmarktproblemen niet worden ...opgelost door opleidingsplaatsen anders te verdelen, maar dat bepaalde regio’s aantrekkelijker gemaakt moet worden voor medisch specialisten. Hiermee interpreteert zij het onderzoek onjuist. Daaruit blijkt namelijk dat in de regio blijven voor jonge klaren veruit de belangrijkste optie is. In onze regio oefent 70 procent van de hier opgeleide aiossen ook hun professie uit, meer dan in andere OOR-regio’s. De afwegingen die Ten Kate beschrijft (aantrekkelijke werkomgeving, partner, kinderen) zijn vaak al ingevuld tijdens de opleidingsfase; aiossen zijn al bezig zich te settelen en hebben veelal tijdens hun opleiding een relatie en kinderen. Mobiliteit is voor velen geen aantrekkelijke optie meer. Regio’s zijn dus voor een belangrijk deel afhankelijk van ‘eigen kweek’. Onze regio doet het met de hoogste retentie goed, maar is nog steeds afhankelijk van instroom van elders. We leiden te weinig artsen op om in de eigen behoefte te voorzien, terwijl andere regio’s meer aiossen opleiden dan ze kunnen plaatsen. Dit leidt tot frictie en mismatch op de arbeidsmarkt. De kunstgrepen die Ten Kate oppert (partnerprogramma’s, vaste contracten etc) worden volop ingezet in onze regio, maar zouden eigenlijk niet nodig moeten zijn.
    De OOR NO pleit daarom voor het meewegen van de factor ‘regio’ bij de toewijzing van opleidingsplaatsen. De oplopende wachtlijsten in het noorden rechtvaardigen dit. Het is teleurstellend als dit wordt afgedaan als ‘steggelen’. In haar column stelt Ten Kate dat we de huidige arbeidsmarktproblemen gezamenlijk, maar zonder ingrijpen in de verdeling van opleidingsplaatsen kunnen oplossen. We zijn benieuwd naar haar suggesties.

    Namens de voorzitters van COC’s, medisch staven, medisch managers/decanen en bestuurders van opleidingsziekenhuizen OOR NO.

    [Reactie gewijzigd door op 14-07-2017 18:17]

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.