Aantal meldingen van euthanasie gestegen

Het aantal meldingen van euthanasie en hulp bij zelfdoding groeit licht. Bij de vijf regionale toetsingscommissies euthanasie zijn vorig jaar 1886 gevallen gemeld. Zo blijkt uit het jaarverslag 2004. De commissies hebben in vier zaken geoordeeld dat de arts niet overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen handelde.

Volgens coördinerend voorzitter R. de Valk- van Marwijk Kooy lijkt sprake te zijn van een zekere stabilisatie van het aantal meldingen. In 2003 werden 1815 meldingen getoetst, in 2002 waren dat er 1882. Over vorig jaar was in 1714 gevallen sprake van euthanasie, in 141 gevallen van hulp bij zelfdoding en in 31 gevallen was er sprake van een combinatie van beide.  De levensbeëindiging vond in 1530 gevallen thuis plaats, in 177 gevallen in het ziekenhuis, in 127 gevallen in een verpleeg- of verzorgingshuis en in 52 gevallen elders.

Eén van de gevallen waarin niet volgens de zorgvuldigheidseisen is gehandeld, had betrekking op een patiënt die na het uiten van de euthanasiewens in coma was geraakt. In het algemeen oordelen de commissies dat geen levensbeëindiging mag worden toegepast bij een comateuze patiënt bij wie geen tekenen waarneembaar zijn die op een zeker lijden kunnen wijzen of bij wie geen of nauwelijks kans bestaat op een - al dan niet gedeeltelijk - ontwaken.

Een ander geval waarbij niet volgens de vereisten is gehandeld, had betrekking op levensbeëindiging door toediening van steeds hogere doseringen morfine, in strijd met de richtlijnen van de KNMP. De feitelijke handelingen werden niet door de arts zelf verricht. Hij was gedurende een groot gedeelte van de dag niet aanwezig in het ziekenhuis en uiteindelijk ook niet aanwezig bij het overlijden van de 82-jarige vrouw. De commissie heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg om speciale aandacht  voor de gang van zaken in het ziekenhuis gevraagd. \<\< BP