Aantal late abortussen stijgt gestaag

Het aantal late abortussen in ziekenhuizen is de afgelopen jaren gestaag gestegen. Dat blijkt uit cijfers van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

In 2006 besloten nog 183 vrouwen tot een abortus in het ziekenhuis in de 20ste week van de zwangerschap of later. In 2007 waren dat er 227 en in 2010 317. Van de late abortussen werden er dat jaar 91 uitgevoerd in de 23ste week van de zwangerschap.

In de jaarrapportage over de Wet op de Zwangerschapsonderbreking over 2010 noemt de IGZ het ‘aannemelijk’ dat de stijging in de ziekenhuizen gerelateerd is aan de invoering van het structureel echoscopisch onderzoek (SEO), een screeningsonderzoek rond 20 weken zwangerschap dat sinds 2007 aan alle zwangeren die dit na counseling wensen wordt aangeboden. Bij afwijkende bevindingen vindt prenatale diagnostiek plaatsen. Als de ouders op basis van de uitkomst daarvan besluiten tot afbreking van de zwangerschap, zal die meestal in een ziekenhuis worden uitgevoerd.

Gynaecoloog en hoogleraar Jan Nijhuis van het academisch ziekenhuis Maastricht noemde het gisteren in NRC Handelsblad ‘logisch’ dat de 20-wekenecho tot meer afbrekingen leidt. Ouders hebben immers het recht af te breken als zij ‘in nood’ raken, en dat kan het geval zijn als zij weten dat hun kind een zware afwijking zal hebben. Bij welke afwijking wél en bij welke geen abortus mag plaatsvinden, kan volgens Nijhuis niet worden vastgelegd: ‘Dat is per gezin anders.’

Overigens daalt het totaalaantal abortussen licht: in 2010 werden er 32.054 abortussen uitgevoerd; in 2009 waren dat er nog 32.427 en in 2008 32.983.

Joost Visser

Lees ook:

• Jaarrapportage 2010 Wet Zwangerschapsonderbreking (igz.nl)
• Late abortus neemt toe

Meer nieuws