Laatste nieuws
8 minuten leestijd
wetgeving

Pedagogische tik niet per se slecht

5 reacties

OPINIE

Het verschil tussen een corrigerende tik en mishandelend straffen

Tegenwoordig is iedere vorm van lichamelijk straffen bij wet verboden, ook de corrigerende tik op de billen. Een al te stringent verbod kan kindermishandeling echter juist in de hand werken.

Het lichamelijk bestraffen is eeuwenlang een algemeen geaccepteerd middel bij de opvoeding van kinderen geweest. Evolutie van de kinderpsychologie, toenemende kennis van ouderlijk geweld en groeiende erkenning van de rechten van het kind hebben de laatste decennia bijgedragen aan de afkeuring van lichamelijk bestraffen. Dit wordt nu als kindermishandeling of ten minste als een risicofactor hiervoor beschouwd.

In 1979 was Zweden het eerste land dat ouders en opvoeders alle vormen van lichamelijk bestraffen van kinderen expliciet bij wet verbood. De meeste westerse landen hebben inmiddels soortgelijke wetten aangenomen. In Nederland is de wet in 2007 gewijzigd. Er staat nu dat ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of een vernederende behandeling mogen gebruiken bij de opvoeding van hun kind.1 Er wordt alleen niet precies gedefinieerd wanneer hiervan sprake is. Criteria zouden nog volgen, om te kunnen bepalen wanneer kinderbeschermingsmaatregelen nodig zijn. Dat is nog niet gebeurd, maar inmiddels is de gangbare mening dat de pedagogische tik een vorm van lichamelijk bestraffen is die onder deze wet valt en dus schadelijk is voor het kind.

Onmacht
Vanaf de jaren zestig is veel onderzoek gedaan naar welke ouders welke kinderen in welke situaties mishandelen. Ouders die onmachtig zijn om adequaat te reageren op ongewenst gedrag van hun kind bleken een verhoogd risico te vormen; stressvolle levenssituaties kunnen hiertoe bijdragen. Het kind met pijn straffen als opvoedmethode werd steeds meer als een bewijs van onmacht beschouwd en daarmee als een vorm van kindermishandeling.

Verschillende studies tonen aan dat lijfstraffen weliswaar op korte termijn het gewenste effect hebben, maar dat het kind zich het gewenste gedrag niet eigen maakt. Wel leert het kind dat geweld een oplossing is voor conflicten met anderen en kan het fysiek agressief gedrag ontwikkelen.2 3 Deze agressieve kinderen vertonen later een hoger risico op alcohol- en drugsmisbruik, ongelukken, delinquentie, depressie, suïcidepogingen, partner- en kindermishandeling.4 5

In de strijd tegen kindermishandeling kregen deze studies veel aandacht en hebben ze de publieke opinie beïnvloed; alle vormen van lichamelijk bestraffen, inclusief de pedagogische tik, worden nu afgekeurd.

Schade
De strekking van de wet en de dagelijkse praktijk lopen echter sterk uiteen. Veel ouders geven hun jonge kinderen nog steeds een tik op billen of ledematen als ze zich misdragen of gevaarlijk bezig zijn en niet gehoorzamen. Vaak zijn deze ouders zelf zo opgevoed en vinden ze dat ze er geen schade van hebben ondervonden. Maar de voorlichting dat het schadelijk is voor hun kind, kan hen onzeker maken. Studies in westerse landen laten zien dat een meerderheid van de jonge ouders (tot 77%) aangeeft hun jonge kind wel eens een corrigerende tik te geven.6 In Nederland zijn hierover geen studies gepubliceerd, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat dit hier anders zou zijn.

De conclusie die uit de vroegste studies werd getrokken dat elk lichamelijk bestraffen van kinderen negatieve gevolgen voor het kind heeft, blijkt door selection bias en residual confounding van deze studies niet houdbaar. De leeftijden en initiële kenmerken van de kinderen, de redenen die tot de interventies leidden, maar ook de gezinssituaties werden niet meegewogen. Bovendien werd in deze studies onvoldoende onderscheid gemaakt tussen de verschillende vormen van lichamelijke bestraffing, zoals een tik op billen of ledematen, tuchtigen of het zich met fysiek geweld op het kind afreageren.7

Positieve effecten
Later opgezette studies, die wel onderscheid maakten tussen de verschillende vormen van lichamelijk straffen en de verschillende ontwikkelingsfasen van het kind, toonden bij kinderen tussen 2 en 6 jaar oud juist positieve effecten aan van een pedagogische tik op billen of ledematen, vooral als dit het uitvoeren van een andere disciplinerende maatregel ondersteunde. Deze kinderen waren minder agressief en ongehoorzaam en hadden in de adolescentie minder schooluitval en betere schoolresultaten.8 9 Echter bij kinderen jonger dan 2 en ouder dan 6 jaar werden deze positieve effecten niet gevonden. Deze kinderen vertoonden juist toegenomen agressief en antisociaal gedrag.10 11

De mening dat elke vorm van lichamelijk disciplineren in elke ontwikkelingsfase schadelijk voor het kind is, wordt dan ook niet meer algemeen gedeeld. In de populaire pers laait de discussie hierover af en toe op en worden er Kamervragen gesteld als een dominee op grond van het Oude Testament lijfstraffen probeert te verdedigen.

Dergelijke discussies verplaatsen zich de laatste jaren van de schadelijke effecten voor het kind steeds meer naar de rechten van het kind.12 Tot deze kinderrechten behoren echter niet alleen het recht om tegen mishandeling te worden beschermd, maar ook het recht om geleerd te hebben zich aan te passen aan de sociale regels en grenzen. Hiertoe moeten ouders over disciplinerende methodes beschikken, niet zozeer als middel tot tucht, maar als middel waarmee kinderen gemakkelijker kunnen leven en waarmee ze aansluiting bij anderen kunnen vinden.13

Ontwikkelingsfase
Een kind leert door de reactie van de omgeving op zijn gedrag. De ouderlijke aandacht heeft hierbij een sterke bekrachtigende werking, zowel in positieve als negatieve richting. Ouders beïnvloeden het kind door in te stemmen met gewenst gedrag, door goedkeuren, prijzen of belonen. En door ongewenst gedrag af te keuren, te negeren, te bestraffen met woord en gebaar of het kind met een time-out even uit een ongewenste situatie te halen.

De ontwikkelingsfase van dreumes, peuter, kleuter en schoolkind bepaalt de middelen die ouders bij het disciplineren gebruiken. Zolang een kind een verbale uitleg waarom iets niet mag of een waarschuwing nog niet kan begrijpen, maken ouders vaak gebruik van stemverheffing, een strenger gezicht opzetten of het opsteken van de wijsvinger. Als dezelfde tactiek vaak wordt gebruikt kan het zijn uitwerking echter verliezen. In dit geval zou een pedagogische tik een ondersteunend conditioneringsmiddel kunnen zijn.

Zoals een pedagogisch verheffen van de stem kan overgaan in schreeuwen en schelden en een time-out in eenzame opsluiting, kan een pedagogische tik overgaan in het toedienen van letsel. Dit suggereert dat er een hellend vlak bestaat waarbij een lichte vorm geleidelijk overgaat in een zware, maar dat is niet juist. Er is altijd een duidelijke cesuur tussen de pedagogische tik en mishandelend straffen. Zo is er ook een duidelijke cesuur tussen knuffelen en incest. Niemand zal uit angst voor incest ouders verbieden hun kind te knuffelen, terwijl ook daar net zo goed risicofactoren voor bestaan.

Niet kortwieken
Buiten het morele principe dat niemand het recht heeft een ander en zeker geen kind te slaan, is de conclusie dat ouders in de opvoeding van jonge kinderen niet gekortwiekt mogen worden door hen de pedagogische tik te verbieden. Disciplinerende methoden zoals uitleggen waarom, waarschuwen voor, reprimande nadat, en een time-out om een situatie te doorbreken, zijn meestal voldoende effectieve methoden om jonge kinderen duidelijk te maken waar de grenzen liggen. Maar soms is dat niet voldoende.14

Een meta-analyse die de resultaten van een tik op de broek of ledematen en alle andere disciplinerende tactieken vergeleek, toont aan dat dit conditioneringsmiddel bij kinderen van 2 tot 6 jaar door liefhebbende ouders doeltreffend kan zijn. Het moet alleen niet het enige of meest gehanteerde middel zijn.15 Als de cognitieve ontwikkeling van het kind zo ver gevorderd is dat het verbale uitleg en waarschuwing goed begrijpt, heeft een corrigerende tik geen enkel doel meer
en ervaren oudere kinderen het als vernederend. Ongewenst gedrag neemt dan juist toe.10

Conditionering
Artsen worden regelmatig geconfronteerd met ouders die moeite hebben om goed met het oppositioneel gedrag van hun jonge kind om te gaan. Van professionals mag verwacht worden dat zij zich duidelijk en consistent baseren op evidencebased wetenschap.

Tijdens de Annual Convention of the American Psychological Association van 2001 zijn voorwaarden gepresenteerd waaraan de pedagogische tik moet voldoen om niet-mishandelend te zijn (zie kader hieronder).16 The American College of Pediatricians heeft in 2007 richtlijnen opgesteld en de pedagogische tik gedefinieerd als lichamelijk niet-beschadigend, met de bedoeling om gedrag te sturen en toegediend met de open hand op billen of ledematen (zie tabel hierboven).17 De pedagogische tik wordt dan ook niet als een vorm van lichamelijk bestraffen gezien, maar als een sterk conditioneringsmiddel.

Met de beste intenties om kindermishandeling te bestrijden, beschikken jonge ouders door het verbieden van alle vormen van lichamelijk disciplineren over minder opvoedingsvariaties. Als ouders zich aan dit verbod proberen te houden, kan het risico van opvoedingsonmacht toenemen. Hierdoor kunnen situaties onbeheersbaar worden met kindermishandeling juist als gevolg. Dat kan nooit de bedoeling van onze wetgever zijn geweest in 2007.



Een pedagogische tik

• veroorzaakt weinig pijn;

• is gecontroleerd, niet impulsief en niet uit boosheid;

• wordt alleen gebruikt bij kinderen van 2 tot 6 jaar en daarna niet meer;

• wordt altijd gevolgd door uitleg waarom;

• vindt alleen plaats in de privérelatie tussen ouder en kind;

• is alleen gemotiveerd door kindgerichte zorg en niet door oudergerichte zorg;

• wordt gebruikt na een waarschuwing, om een opdracht of time-out te bekrachtigen;

• wordt niet geïntensiveerd als deze niet werkt.



dr. Rob Bakker, kinderarts niet-praktiserend, voorheen vertrouwensarts

dr. Anneke Bulk-Bunschoten, arts M&G niet-praktiserend



Zie ook

  • Nascholing Kindermishandeling

 


Voetnoten
1. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 8 maart 2007, Boek1 van Burgerlijk Wetboek artikel247 lid 2.
2. Strassberg Z, Dodge KA, Petit CS, Bates JE. Spanking in the home and children’s subsequent aggression towards kindergarten peers. Dev Psychopathol 1994; 6: 445-61.
3. Gershofff E. The short- and long-term effects of corporal punishment on children: a meta-analytical review. Austin: University of Texas 1997.
4. Tremblay Re, Nagin Ds, Séguin JR, Zoccolillo M, Zelazo PD, Boivain M, Pérusse D, Japel C. Physical aggression during early childhood: trajectories and predictors. Pediatrics 2004; 114 (1): e43-50.
5. Coté SM, Vaillancourt T, LeBlanc JC, Nagin DS, Tremblay RE. The development of physical aggression from toddlerhood to pre-adolescence: a nation wide longitudinal study of Canadian children. J Abnorm Child Psychol 2006; 34 (1): 71-85.
6. Woodward LJ, Ferguson DM, Chesney A, Horwood LJ. Punitive parenting practices of contemporary young parents. N Z Med J 2007; 120: U2866.
7. Larzelere RE. A review of the outcomes of parental use of non-abusive or customary physical punishment. Pediatrics 1996; 99: 824-8.
8. Gunnoe ML, Mariner CL. Towards a developmental-contextual model of the effects of parental spanking on children’s aggression. Arch Pediatr Adolesc Med 1997; 151: 768-75.
9. Larzelere RE. Child outcomes of non-abusive and customary physical punishment by parents: an updated literature review. Clin Child Fam Psychol Rev 2003, 3 (4): 199-221.
10. Straus MA, Sugarman DB, Giles-Sims J. Spanking by parents and subsequent antisocial behavior of children. Arch Pediatr Adolesc Med 1997; 151: 761-7.
11. Slade EP, Wissow LS. Spanking in early childhood and later behavior problems: a prospective study of young infants and toddlers. Pediatrics 2004; 113: 1321-30.
12. Redman S, Taylor J. Legitimate family violence as represented in the print media: a textual analysis. J Adv Nurs 2006; 56: 157-65.
13. Howard BJ. Advising parents on discipline: What works. Pediatrics 1996; 98: 809-15.
14. Trumbull DA. Parents need techniques for behavourial control. BMJ 2000; 320: 1538.
15. Larzelere ER, Kuhn BR. Comparing child outcomes of physical punishments and alternative disciplinary tactics: A meta-analysis. Clinical Child and Family Psychology Review 2005; 8: 1-37.
16. Baumrind D. Does causally relevant research support a blanket injunction against disciplinary spanking by parents? Invited address at the 109th Annual Convention of the American Psychological Association 2001.
17. The American College of Pediatrics. Guidance for Effective Discipline. Pediatrics 1998; 101 (4): 723-8.

<b> Download dit artikel (PDF)</b>
kindermishandeling mishandeling kinderen wetgeving
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Esther Batelaan, Maaike de Jong

    jeugdarts/aandachtsfunctionaris kindermish

    Wij willen als jeugdartsen en aandachtfunctionarissen kindermishandeling reageren. De reden van de auteurs om deze opinie ter publicatie aan te bieden is ons onduidelijk.
    Elk jaar worden veel kinderen in Nederland slachtoffer van kindermishandelin...g. Vrijwel altijd vanuit onmacht van de ouders, verergerd vaak door stressfactoren in het gezin, moeilijk gedrag van het kind of gebrek aan vaardigheden bij de ouder.
    Er wordt hard gewerkt door beroepskrachten uit de zorg, onderwijs en jeugdhulpverlening om deze groep kinderen en ouders te vinden en te motiveren voor hulp. De implementatie van de meldcode kindermishandeling op scholen en binnen alle andere organisaties die werken met ouders en kinderen is daarbij van grote steun. Ook wetgeving speelt hierbij een belangrijke rol. Het is immers een heldere boodschap dat ouders bij de opvoeding van hun kinderen geen geweld mogen gebruiken.
    Wij vrezen dat niet alle ouders het genuanceerde verschil tussen een tik en ernstiger mishandeling kunnen maken. Wij vrezen ook dat de motivatie om hulp te accepteren zal verminderen als de norm terug keert naar de jaren vijftig, waarbij het slaan van kinderen toegestaan is.
    Daarnaast gaan de schrijvers voorbij aan het feit dat er tegenwoordig goed onderbouwde opvoedprogramma’s zijn, waaronder Triple P, waarbij ouders handvatten krijgen aangereikt om hun kinderen op te voeden op een veilige manier, die aansluit bij de ontwikkeling van het kind.
    Tot slot wordt er de komende jaren flink bezuinigd en zijn er grote veranderingen in het sociale stelsel en de jeugdhulpverlening. Wij zien het als een enorme uitdaging om onder deze omstandigheden te zorgen dat er voldoende aandacht blijft voor de preventie van kindermishandeling. De discussie over de pedagogische tik draagt daar niet aan bij.
    Laten we ons liever gezamenlijk blijven inzetten tegen kindermishandeling en daarbij een eenduidige boodschap afgeven: kinderen horen niet geslagen te worden.

  • M. de Jonge

    huisarts, DEVENTER

    Goed artikel, bruikbaar in de praktijk van alle dag, zeker door 'leeftijd begrenzing.' Het knuffel-voorbeeld spreekt mij ook aan.

  • M.T.W. Huntink - Sloot

    anesthesioloog, LIEVELDE Nederland

    is dit anno 2014? Fysieke straffen zijn altijd een vernedering, ook een tik volgens protocol. Niet doen dus.

  • G. Oldenbeuving

    ANIOS IC, ZWOLLE

    Ik vind het prettig te lezen dat niet elke vorm van aanraking van ouder naar kind als mishandeling gezien hoeft te worden. Misschien dat huisartsen hier iets mee kunnen. Zij krijgen, in tegenstelling tot veel medisch specialisten, hier regelmatig vra...gen over. De duidelijke kaderstelling (2 - 6 jaar) biedt ook houvast.

  • N.M. Gosens

    Neuroloog

    Welke boodschap of doel hebben de auteurs voor mij als arts? Niet meer bij elke pedagogische tik een melden? Ouders meedelen dat de pedagogische tik geen probleem vormt? Ik ben verbaasd een dergelijk stuk in medisch contact aan te treffen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.