Normpraktijk huisarts zakt naar 2095

De normpraktijk voor huisartsen zakt volgend jaar met 73 patiënten naar 2095 patiënten. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) noemt dit een ‘lichtpuntje’ naast de nieuwe huisartstarieven voor volgend jaar, die de LHV te beperkt vindt stijgen.

In juli maakt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) jaarlijks via de zogenaamde beleidsregel bekend welke prestaties tegen welke tarieven het komend jaar mogen worden geleverd binnen de huisartsenzorg. In de regeling voor 2018 heeft de NZa de normpraktijk voor huisartsen verlaagd, van 2168 naar 2095 patiënten.

De normpraktijk is het aantal ingeschreven patiënten per fulltime werkende huisarts. Het is geen opgelegde norm, maar een landelijk gemiddelde dat de NZa via een kostenonderzoek berekent. Het getal wordt door de toezichthouder benut bij het onderbouwen en vaststellen van huisartsentarieven, aangezien de bekostiging van huisartsen deels afhangt van het aantal bij hen ingeschreven patiënten.

De normpraktijk lag in de periode 2006 (sinds de oprichting van de NZa) tot en met 2012 op 2350, en werd per 2013 teruggebracht naar 2168. De NZa zegt de norm nu opnieuw te hebben bijgesteld, omdat uit een recente meting blijkt ‘dat een gemiddelde fulltime huisarts-eigenaar minder ingeschreven patiënten bedient dan voorheen’.

De LHV pleit al enkele jaren voor verkleining van huisartsenpraktijken, zodat huisartsen meer tijd per patiënt krijgen. Wat de LHV betreft komt de norm op 1800 patiënten per praktijk te liggen. De huisartsenorganisatie is zich nog aan het beraden op de vraag hoe dat financieel en organisatorisch ingevuld kan worden.

LHV-voorzitter Ella Kalsbeek noemt de nieuwe, lagere praktijknorm een ‘lichtpuntje’ en een ‘eerste noodzakelijke, maar kleine stap om in ieder geval het aantal patiënten per huisarts terug te brengen’. Kalsbeek is kritisch over de tariefstijgingen die de NZa voor 2018 heeft vastgesteld. Zo gaat het consulttarief (voor reguliere consulten tot twintig minuten) naar 9,59 euro, waar dit voor 2017 ligt op 9,23 euro. Het basisinschrijftarief (voor reguliere patiënten tot 65 jaar) stijgt van 14,99 euro naar 15,63 euro.

Volgens de LHV-voorzitter sluiten deze stijgingen niet aan bij de dagelijkse praktijk van huisartsen, die meer zorg met meer personeel zijn gaan leveren. Volgens haar kan met deze stijging niet extra worden geïnvesteerd in meer huisartsen, meer ondersteuning en in de fysieke ruimte, wat volgens de LHV wel nodig is.

Gemiddeld gaat het om een tariefstijging van zo’n 4 procent, licht LHV-woordvoerder Kristof Franse toe. Hiervan is 3 procent volgens hem toe te schrijven aan algemene prijsindexatie, en stijgt slechts 1 procent naar aanleiding van een kostenonderzoek dat de NZa afgelopen jaar uitvoerde. ‘Wij denken dat er meer bij had gemoeten.’