Museum vindt skeletdelen in 18de-eeuwse pop

Museum Boerhaave in Leiden heeft in een 18de-eeuwse gynaecologische oefenpop skeletdelen aangetroffen. Ook in de bijbehorende zeemleren babypop blijkt een bijna volledig babyskelet te zijn verwerkt.

Het rijksmuseum voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen en van de geneeskunde ontdekte de menselijke delen bij de voorbereidingen voor de restauratie van educatieve modellen. Het menselijk bekken diende als basisstructuur voor het lesmateriaal. Het museum laat weten dat in de 18de eeuw het gebruik van echte botten vaker voorkwam bij medische educatie. ‘Het model van Museum Boerhaave is uniek omdat zowel de vrouwenromp als de bijbehorende babypop origineel botmateriaal bevatten. Bovendien is er, voor zover bekend, wereldwijd geen enkele babypop zo compleet als dit exemplaar’, schrijft het museum op zijn website.

De verlospop is in 1970 aan Museum Boerhaave geschonken door het Leids Universitair Medisch Centrum. Afgelopen weken gingen pop en babypop terug naar het LUMC om onder begeleiding van radioloog Monique Reijnierse een CT-scan te ondergaan. ‘Hierbij bleek dat zich in de vrouwenromp echte benige structuren van het bekken en de onderste rugwervel bevinden, terwijl de rest van de wervelkolom nauwkeurig is nagemaakt met hout’, laat het museum weten.

De historici denken ook al te weten wie de poppen heeft gemaakt maar doen daar nog onderzoek naar. Het vermoeden bestaat dat de Leidse arts Gottlieb Salomon (1774-1864) de maker is van de verlospop met baby. ‘In zijn artikel uit 1803 meldt Salomon nauwkeurig hoe hij in 1798 een verloskundige oefenpop heeft gemaakt. De overeenkomst met hetgeen door Museum Boerhaave en het LUMC is aangetroffen is treffend’, concludeert het museum.