Voorzitter LHV: Elk nadeel heb se voordeel

Ik had nooit gedacht dat ik mij als rechtgeaarde Rotterdammer nog eens zou beroepen op een stelling van een rasechte Amsterdammer. Maar ik geef toe dat ‘020’ het, in de persoon van Johan Cruyff, met zijn stelling dat elk nadeel ook een voordeel oplevert, gewoon veel eerder had begrepen dan ‘010’. Laat ik u echter meteen geruststellen. Iedere verwijzing naar het onderwerp voetbal laat ik hier verder rusten, want bovenstaande wijsheid is ook van toepassing op de relatie tussen de LHV en het ministerie van VWS.

Laat ik u voor een goed begrip eerst even mee terugnemen naar juni 2012. In die maand sluiten de LHV en minister Schippers een convenant over de huisartsenzorg voor de periode 2012-2013. Destijds concludeerde ik dat de positie van de beroepsgroep, na wat kleine aanvaringen met het ministerie, op dat moment niet langer ter discussie stond. Er brak een tijd aan van voorlopige rust, stabiliteit en groei voor de huisartsen. De patiënten waren daarvan de grootste winnaar, want zij konden via zorg dichtbij huis als eerste profiteren van de versterking van de positie van de beroepsgroep.

Natuurlijk hadden de minister en ondergetekende liever een convenant voor meerdere jaren gesloten, maar de toenmalige demissionaire status van het kabinet stond zo’n meerjarenafspraak in de weg. Destijds ervoeren we dat als een nadeel. Maar hier komt de Amsterdamse aap direct uit de mouw: dat nadeel werkt nu in ons voordeel. Want de LHV is nu als eerste beroepsorganisatie al in gesprek met de minister ter voorbereiding van een mogelijk convenant voor de resterende zittingsperiode van dit kabinet (2014-2017). In Rotterdam worden de overhemden verkocht met opgerolde mouwen, dus we gaan aan de slag!

Recentelijk is in de ledenraad een inventarisatie gemaakt van de onderwerpen die aan de orde moeten komen. Het macrobudget, de wijze van financiering van de huisartsenzorg, het inkomen van de huisarts, de rol van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), administratieve lasten, transparantie en mededinging zijn daar genoemd. De eerste gesprekken hierover op het ministerie van VWS zijn ook al gevoerd. Voor de LHV is de ‘Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022’ leidend in deze besprekingen en voor de minister is dat natuurlijk het regeer-akkoord. Wij beiden hanteren het convenant 2012-2013 als vertrekpunt voor onze gesprekken.

Van het allergrootste belang is echter dat we met de minister hebben afgesproken dat we naar onze achterban volledige openheid over de inhoud en voortgang van deze gesprekken zullen betrachten. Want alleen door een transparante opstelling kunnen we draagvlak ontwikkelen voor een meerjarige afspraak. Het ontbreken van die openheid zal alleen maar nadelen met zich meebrengen. Nadelen die in dit geval geen enkel voordeel zullen opleveren.

Steven van Eijck, voorzitter LHV