Voorzitter LHV - De toekomst begon op 2 januari 2012

Het is een goede gewoonte om aan het eind van ieder jaar terug te kijken op hetgeen dat jaar heeft voortgebracht. Maar waar begin je die terugblik mee? Rondkijkend op de website van de LHV lag het antwoord op die vraag eigenlijk direct voor de hand. Gewoon op de eerste werkdag van het jaar. Op 2 januari riep de LHV, samen met het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en het Interfacultair Overleg Huisartsgeneeskunde (IOH) haar leden op om via een serie regionale bijeenkomsten actief mee te denken over de formulering van een Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022. Een toekomstvisie die niet alleen duidelijk maakt waarvoor de huisartsen en hun zorg willen staan, maar die ook de koers uitzet voor de beleidsontwikkeling en belangenbehartiging van de beroepsgroep.

Aan die oproep gaven de leden gretig gehoor. Alle bijeenkomsten mochten zich in een grote belangstelling verheugen en dankzij de inzet van al die leden was het mogelijk om aan het eind van dit jaar de definitieve versie van de toekomstvisie te presenteren. Die inzet vond plaats op een moment dat de toekomst van de huisartsen op korte termijn nog onder vuur lag, als gevolg van vermeende overschrijdingen van het budget voor huisartsenzorg. Het zou tot eind juni duren voordat de LHV en de minister van VWS tot een akkoord kwamen dat de rust deed terugkeren en de beroepsgroep weer uitzicht bood op groeimogelijkheden ten gunste van betere zorg aan de patiënt. Die basis voor goede huisartsenzorg en in het algemeen een sterke eerste lijn werd nog eens bevestigd in het regeerakkoord van oktober dit jaar. Dat akkoord onderstreepte het belang van goede basiszorg dicht in de buurt van de patiënt, de cruciale rol van de huisarts daarin en de daarvoor noodzakelijke versterking van de eerste lijn. Kortom, een goede basis voor een verdere verankering van de huisartsenzorg. Ik zag daar toch iets terug van onze inzet in de aanloop naar de verkiezingen en de periode daarna.

Werken aan de positie van de huisartsenzorg betekent in toenemende mate ook dat je als beroepsorganisatie de samenwerking met anderen opzoekt. Ook in dat opzicht heeft de LHV in 2012 een paar belangrijke stappen gezet. In februari sloot de LHV, samen met een groot aantal eerstelijnsorganisaties het ‘Pact van Garderen’, dat leidde tot de oprichting van de Verenigde Eerstelijns Organisaties (VELO). Mede met het oog op een sterke inbrengvanuit de beroepsgroep werd ook een nauwere samenwerking tussen de LHV, het NHG ende Vereniging Huisartsenposten Nederland officieel bekrachtigd.

Natuurlijk zijn bovenstaande feiten aan te vullen met minder positieve voorbeelden. Maar terugkijkend op 2012 blijft bij mij de indruk bestaan van een beroepsgroep die, ondanks (al dan niet tijdelijke) tegenslagen, pal staat voor zijn vak en voor de zorg aan de patiënt. Voor die beroepsgroep blijft de LHV zich nu en ook in de toekomst inzetten.

Laten we ons nu echter eerst even focussen op de toekomst op zeer korte termijn. Ik wens u en uw naasten plezierige feestdagen en een geweldig 2013 toe.

Steven van Eijck, voorzitter LHV