Federatienieuws
Hilde van der Meer
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Nieuwe klachtwet schiet tekort

Plaats een reactie

Het klachtrecht gaat op de schop, althans als het ligt aan de minister en de Tweede Kamer. Vlak voor de zomer loodste de minister de wet die dit regelt, de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg, in een straf tempo door de Tweede Kamer. De bezwaren en alternatieven die de KNMG samen met de koepels van ziekenhuizen en verzekeraars inbracht, hebben maar beperkt geleid tot aanpassing van de plannen.

Het gaat er straks zo uitzien: iedere zorgaanbieder heeft een klachtenfunctionaris en een met instemming van patiënten vastgestelde klachtenregeling. Een klachtencommissie is niet verplicht, maar mag van de minister wel. Als je als zorgaanbieder maar regelt dat je binnen zes weken – maximaal met vier weken te verlengen – komt met een schriftelijk oordeel over de klacht en de maatregelen die je naar aanleiding daarvan treft. Is de patiënt het daar niet mee eens, dan kan hij dit geschil voorleggen aan een onafhankelijke geschilleninstantie. Iedere zorgaanbieder moet zich daarbij verplicht aansluiten. Die geschilleninstantie beslist bindend over klachten en kan ook schadevergoedingen toekennen tot maximaal 25.000 euro.

De minister wil er op deze manier voor zorgen dat patiënten met een klacht sneller en eenvoudiger genoegdoening krijgen. Zoveel mogelijk klachten moeten in onderling overleg opgelost worden. Een mooi doel, niet alleen goed voor patiënten, maar ook voor artsen. Maar pakt dat straks in de praktijk ook zo uit? Ik betwijfel dat zeer, om meerdere redenen. De vermenging van klachten en schadeclaims is daarbij zeker niet mijn minste bezwaar, maar hier richt ik me op een praktisch punt.

Artsen moeten met patiënten die ontevreden zijn over hun zorg het gesprek aangaan. Dat staat buiten kijf. Omdat die nazorg er simpelweg bij hoort, maar ook omdat een snelle en adequate reactie van de arts de kou uit de lucht kan halen en klachten kan voorkomen. Niet voor niets regelt de Gedragscode Openheid Medische Aansprakelijkheid (GOMA) dat een arts bij medische incidenten met gevolgen voor de patiënt die patiënt hierover direct moet informeren. Daarna volgt onderzoek naar de oorzaak van incident of onvrede. Dat onderzoek is belangrijk voor de genoegdoening van de patiënt, maar ook om waar nodig de kwaliteit van zorg te verbeteren. Het moet dus zorgvuldig gebeuren.

Komen arts en patiënt er samen of met de klachtenfunctionaris niet uit, dan speelt nu de klachtencommissie vaak een belangrijke rol: laagdrempelig en dichtbij een onafhankelijk oordeel. Dat kan straks nog steeds, zegt de minister. Naar de letter van de wet is dat zo. Als je als zorgaanbieder maar binnen zes weken met een oordeel komt. Maar zes of hooguit tien weken om te bemiddelen, te onderzoeken en te komen tot een eindoordeel is kort. In complexe zaken te kort. Ik vrees dat dit leidt tot een minder zorgvuldig onderzoek naar klachten, zonder hoorzittingen bijvoorbeeld. Het resultaat is meer ontevreden patiënten die alsnog hun heil bij de geschillencommissie zoeken. Uiteindelijk een langere weg waar patiënt noch arts bij gebaat is.

Hoe zei Elsschot het ook weer? ‘Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren.’ Toch hoop ik dat de Eerste Kamer in elk geval dit praktische bezwaar weet op te lossen. De alternatieven liggen er!

Hilde van der Meer, beleidsadviseur gezondheidsrecht KNMG 

<b>Download het ederatienieuws uit Medisch Contact 42 - 2013 (PDF)</B>
Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.