Federatienieuws
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Meer juridische duidelijkheid, maar dilemma’s blijven bestaan

Uitspraak Hoge Raad in zaak euthanasie bij dementie

Plaats een reactie

De Hoge Raad heeft op 21 april bepaald dat een arts volgens de wet euthanasie mag uitvoeren bij een patiënt met vergevorderde dementie. Ook als de patiënt niet meer in staat is om een eerder schriftelijk euthanasieverzoek te bevestigen. Er moet dan wel sprake zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Uiteraard moet ook aan alle overige vereisten van de euthanasiewet zijn voldaan.

Eigen afweging arts

KNMG-voorzitter René Héman: ‘Het is goed dat er nu een uitspraak van de Hoge Raad ligt. Maar ook met meer juridische duidelijkheid worden niet alle ingewikkelde dilemma’s rond euthanasie bij dementie weggenomen. Nog steeds moet een arts bij ieder verzoek om levensbeëindiging een individuele afweging maken of euthanasie passend is. En of aan alle zorgvuldigheidscriteria is voldaan. Artsen handelen daarbij volgens de professionele normen en varen ook op hun eigen morele kompas. De eigen afweging van de arts is en blijft erg belangrijk.’

Zorgvuldigheid  

In de uitspraak zet de Hoge Raad uitgangspunten voor zorgvuldigheid uiteen die gelden in het geval van euthanasie bij dementie. Vooral de eis van ondraaglijk lijden vraagt in de situatie van vergevorderde dementie bijzondere aandacht. Zoals nu al gebruikelijk is, moeten bij levensbeëindiging van een patiënt met vergevorderde dementie bijvoorbeeld niet één maar twee onafhankelijke artsen worden geraadpleegd.

Schriftelijk verzoek 

Alleen een schriftelijke wilsverklaring is niet voldoende, zo blijkt ook uit de uitspraak van de Hoge Raad. Daarbij oordeelt de Hoge Raad dat bij een schriftelijk euthanasieverzoek niet alleen moet worden gekeken naar de bewoordingen, maar dat het ook kan gaan om andere omstandigheden waaruit de bedoelingen van de patiënt kunnen worden afgeleid.

Bovendien kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor er geen gevolg kan worden gegeven aan het schriftelijk euthanasieverzoek. Bijvoorbeeld als het gedrag of de verbale uitingen van de patiënt niet overeenkomen met de situatie zoals de patiënt deze zich had voorgesteld bij het opstellen van het schriftelijk euthanasieverzoek.

Samen bespreken 

‘Mensen willen graag weten waar zij aan toe zijn’, aldus René Héman, ‘zeker als dementie is gediagnosticeerd. Maar met het opstellen van een wilsverklaring is de euthanasie niet “geregeld”. Het is belangrijk dat arts en patiënt, zeker wanneer dementie is gediagnosticeerd, samen geregeld bespreken wat de wens van de patiënt is en wat de mogelijkheden zijn voor een passend levenseinde.’

Project Euthanasie bij dementie 

De KNMG neemt de uitspraak van de Hoge Raad mee in haar project Euthanasie bij dementie. Met de visie die uit het project voortkomt wil de KNMG de artsen ondersteunen om tot goede afwegingen te komen bij een verzoek om euthanasie in de verschillende fasen van dementie.

De Hoge Raad heeft zowel uitspraak gedaan in de tuchtzaak als in de strafzaak.

De uitspraak van de Hoge Raad op 21 april volgt op een cassatieverzoek in het belang der wet van het Openbaar Ministerie. De Hoge Raad wordt hierbij gevraagd om een antwoord te geven op rechtsvragen. De uitspraak heeft geen gevolgen meer voor de (voormalig) specialist ouderengeneeskunde die in 2016 de euthanasie heeft uitgevoerd.

Zie ook OP KNMG.NL

•          KNMG opgelucht over besluit OM arts niet verder te belasten

•          Eerste strafzaak euthanasie bij dementie maakt veel emotie los

•          Strafzaak euthanasie bij dementie: hoe zit het?


Download het federatienieuws 18 - 2020 (pdf)

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.