KNMG opgelucht over besluit OM arts niet verder te belasten

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten geen hoger beroep in te stellen in de zaak tegen de specialist ouderengeneeskunde die euthanasie verleende aan een wilsonbekwame patiënt met dementie, maar om direct te verzoeken om cassatie in het belang der wet bij de Hoge Raad. De zaak is voor de arts daarmee definitief voorbij. De KNMG is opgelucht dat het OM ziet hoe belastend deze zaak is voor de arts en kiest voor de ongebruikelijke stap om de rechtsvragen voor te leggen aan de Hoge Raad.

KNMG-voorzitter René Héman: ‘Helderheid over euthanasie bij wilsonbekwame patiënten is belangrijk. Het is dus een goede stap dat de vragen die nog spelen worden verduidelijkt, maar dat dit wordt losgekoppeld van deze arts.’

Geen hoger beroep wel cassatie

Cassatie in het belang der wet betekent dat de rechtsvragen die nog spelen, worden gesteld aan de Hoge Raad. De Hoge Raad kijkt dus niet meer inhoudelijk naar de zaak en de feiten die daarin speelden. Het is uniek dat het OM hierom verzoekt, zonder dat hoger beroep heeft plaatsgevonden. Het voordeel hiervan voor de arts is dat de procedure bij de Hoge Raad voor haar geen gevolgen meer zal hebben. Haar zaak is hiermee tot een definitief einde gekomen. De rechtbank Den Haag oordeelde op 11 september jl. dat de arts moest worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

KNMG-voorzitter René Héman: ‘Het OM wil met deze zaak duidelijk krijgen hoe artsen moeten omgaan met euthanasie bij wilsonbekwame patiënten. Die rechtszekerheid is belangrijk voor artsen en patiënten. Eén van de vragen die ter discussie staat is in hoeverre de arts pogingen moet ondernemen om met de wilsonbekwame patiënt te communiceren. Veel artsen vinden communicatie met de patiënt – ook als deze wilsonbekwaam is – erg belangrijk. Momenteel werken we de vragen verder uit in het project Euthanasie bij dementie van de KNMG en haar federatiepartners, waarbij we een professionele standaard willen ontwikkelen. Mogelijk wordt deze standaard strikter dan de wet voorschrijft.’

De vordering  van de procureur-generaal wordt naar verwachting in december ingesteld. De KNMG houdt dit nauwlettend in de gaten.